Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
teekening in gele kleur aangegeven), dat door de
gemeente niet kan worden gebruikt, aan haar over te
dragen tegen kostprijs. Het vereenigingsbestuur deelde
ons mede daartegen geen bezwaar te hebben. In de
overdracht kunnen eventueel mede begrepen worden de
aangelegde straten.
De nog niet bebouwde gronden en de aangelegde
straten komen op de balans per 1 Januari 1925 voor
met een waarde van226.482.38,
hierbij het tekort over de jaren 1920
tot en met 1924 ad62.536.15
maakt te zamen 289.018.53,
welk bedrag moet worden verminderd
met
1. de waarde van het hiervoren ge
noemde binnenterrein, waarvan de prijs
steeds is aangehouden op een bedrag
van7.500.
2. eene som van 545.30,
wegens door de vereeniging
in 1924 betaalde gelden aan
de gemeentelijke lichtbedrij-
ven voor aansluitingen aan de
Merelstraat en de Kievitstraat,
welke som, gebracht ten laste
van het stratenplan, op de
bouwkosten der woningen be
hoort te drukken 8.045.30
blijft kostprijs 280.973.23.
Laatstgenoemd bedrag moet nog worden vermeerderd
met het op de terreinen geleden verlies sinds 1 Januari
1925 en met de aan de gemeente verschuldigde bijdrage
in de kosten van het voortdurend onderhoud van reeds
met ingang van 1 Januari 1924 voorloopig aan haar
overgedragen geheel gereed zijnde straten en straatge-
deelten. Met betrekking tot de hierbedoelde bijdrage zij
opgemerkt dat deze, hoewel verschuldigd voor straten
waaraan door de vereeniging woningen zijn gesticht, bij
den kostprijs van het onbebouwd terrein dient te worden
opgeteld, aangezien zij bij de berekening van den grond
prijs van de bebouwde gedeelten door de vereeniging
reeds in aanmerking is gebracht. Die prijs is uitgetrok
ken als volgt
van het complex der 20 woningwetwoningen op
18.360.—
105 premie
woningen 62.475.
20 premie
woningen 13.375.
te zamen 94.210.
overeenkomende met prijzen van onderscheidenlijk
8.87, 6.96 en 6.16 per MA Het bedrag van
94.210.is destijds op de balanswaarde van de ter
reinen in mindering gebracht en overgeboekt op de
rekeningen der betrokken woningcomplexen.
Van het onbebouwd gedeelte der terreinen, voor zoo
ver daarop of daaraan straten zijn aangelegd, is volgens
ontvangen schrijven van den directeur der gemeente
werken een oppervlakte van 19,000 MA door het
leggen van trottoirs en het doortrekken van een gedeelte
straat geheel bouwrijp te maken. De kosten van deze
werkzaamheden, met inbegrip van slootdemping langs
plein en Roekstraat en een bedrag van 4.827.33 voor
gekapitaliseerd onderhoud, worden door den directeur
voornoemd geraamd op 15.074.605.
Nog op een ander punt dienen wij Uwe aandacht te
yestigen. Ten aanzien van de met ingang van 1 Januari
1924 door de gemeente voorloopig overgenomen straten,
is krachtens het raadsbesluit van 26 April 1921, no.
173R/93, waarbij de vergunning tot straataanleg werd
verleend, aan bijdrage in de kosten van het voortdurend
onderhoud aan de gemeente verschuldigd 6.889.50.
Het bestuur van Volkshuisvesting" heeft zich met een
schrijven tot ons college gewend, waarin verzocht wordt
te bevorderen dat óf ontheffing van de betaling van
genoemd bedrag wordt verleend óf verlaging daarvan
plaats heeft. In het eerste geval op grond van het laatste
lid van art. 6 der Bouwverordening, waar bepaald is dat
vrijstelling kan worden verleend voor zoover ter beoor
deeling door den Raad de straataanleg klaarblijkelijk
geschiedt in het belang van verbetering der volkshuis
vesting of met het oog op den bouw van arbeiderswo
ningen, in het tweede geval naar aanleiding van het
raadsbesluit van 8 April 1924, waarbij de overdrachts
kosten werden verlaagd van 4.50 op 2.70 per MA
voor straten van de derde en vierde klasse. Vrijstelling
van de betaling kan niet worden gegeven: dit is reeds
uitgemaakt bij het raadsbesluit van 26 April 1921 bo
vengenoemd. Met betrekking tot de verlaging der bij
drage is hier een gelijk geval aanwezig als onlangs aan
de orde is geweest ten aanzien van straten van de
woningbouwvereeinging „Beter Wonen" (zie Hande
lingen 1925, blz. 192 t/m 196), met dit verschil, dat de
overdracht der straten van Volkshuisvesting heeft plaats
gehad op 1 Januari 1924, derhalve vóór het besluit tot
verlaging der bijdrage (raad 11 Maart en 8 April 1924)
werd genomen.
Wij zijn, met behoud ook overigens van het destijds
door ons ingenomen standpunt, van meening dat in het
hier aanwezige geval geen aanleiding kan bestaan de
overdrachtskosten tot 2.70 MA terug te brengen. Voor
de vereeniging is het bij aankoop der terreinen door de
gemeente echter van geen belang of zij al dan niet
worden verlaagd, daar het verschuldigde bedrag toch
aan de vereeniging moet worden terugbetaald.
Om te komen tot den prijs waarop bij aankoop de ter
reinen de gemeente komen te staan, dienen daarbij de
volgende cijfers in aanmerking te worden genomen
kostprijs per 1 Januari 1925 volgens de hiervoren opge
nomen berekening 280.973.23
verlies sinds 1 Januari 1925, te schatten
op 14.000.—
overdrachtskosten straten 6.889.50
trottoiraanleg, enz15.074.605
te zamen 316.937.33"'.
Met laatstgenoemd bedrag is dan verkregen een plek
grond ter oppervlakte vanÏ34.086 MA
Hieraf voor straten volgens schrijven
van den directeur der gemeentewerken 11,814
Blijft 122,272 MA,
waarvan bouwrijp terrein 19.000 MA
Neemt men aan dat dit terrein kan worden uitgegeven
tegen een prijs van gemiddeld 6.per MA, dan
vertegenwoordigt dit een waarde van 114.000.- Het
overblijvende terrein (zonder straten), ter grootte van
122,272 19,000 103,272 MA, kost dan
316.937.335 114.OOO.— 202.937.335 of on
geveer 1.965 per MA
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
a. van de Vereeniging voor Volkshuisvesting te
Leeuwarden in eigendom over te nemen de kadastrale
perceelen, gemeente Leeuwarden Sectie I) nos. 338, 717,
718, 1823, 1829, 1830, 1831, 1832, 1833, 1834, 1855,
1858, 1859, 1863, 1865, 1867, 1868, 1871 en 1872, ter
gezamenlijke grootte van 13.40.86 Hectare, op de hierbij
behoorende teekening aangegeven, tegen een prijs van
280.973,23, vermeerderd met het sedert 1 Januari 1925
op de exploitatie dier terreinen geleden, nader vast te
stellen, verlies en met de bijdrage in de kosten van het
voortdurend onderhoud der met 1 Januari 1924 voor
loopig aan de gemeente overgedragen straten en straat
gedeelten, terwijl de op deze eigendomsoverdracht val
lende kosten voor rekening der gemeente komen;
b. niet af te wijken van het bepaalde in het raads-
454
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Bijl no. 34.
besluit van 26 April 1921, no. 173R/93, waarbij de bij
aan de gemeente overgedragen straten is vastgesteld op
drage in de kosten van het voortdurend onderhoud der
4.50 per MA straat.
Leeuwarden, 26 November 1925.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
455