Bijl. no36,
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
tegen kwitantie, door den schuldeischer of diens ge- tegen kwitantie, door den schuldeischer of diens ge
machtigde met inkt onderteekend. machtigde met inkt onderteekend.
Wordt voor betalingen gebruik gemaakt van den Wordt voor betalingen gebruik gemaakt van den
postcheque- en girodienst dan geldt als kwitantie het postcheque- en girodienst dan geldt als kwitantie het
deswege door dien dienst afgegeven bewijs. deswege door dien dienst afgegeven bewijs.
Art. 11. Art. 17.
De kassier stort tegen kwitantie zijn kas, voor zoover De kassier stort tegen kwitantie zijn kas, voor zoover
zij een door Burgemeester en Wethouders te bepalen zij een door Burgemeester en Wethouders te bepalen
bedrag overtreft, in rekening-courant bij een daartoe bedrag overtreft, in rekening-courant bij een daartoe
door dat college aangewezen bankier. door dat college aangewezen bankier.
Van elke storting geeft hij onmiddellijk kennis aan Van elke storting geeft hij onmiddellijk kennis aan
den verificateur der gemeente-financiën. den verificateur der gemeente-financiën.
Burgemeester en Wethouders dragen zorg dat door Burgemeester en Wethouders dragen zorg dat door
den bankier op voldoende wijze zekerheid wordt gesteld, den bankier op voldoende wijze zekerheid wordt gesteld.
Art. 12.
De gemeente verstrekt het bedrijf de benoodigde
gelden, met uitzondering van kasgeld, dat eventueel
door den kassier bij den in art. 11 bedoelden bankier in
rekening-courant wordt opgenomen.
Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar
ontvangen gelden en betaalt daarvan rente en aflossing
naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken ge-
meenteleening is aangegaan.
Opneming van kasgeld geschiedt niet dan na vooraf
gaande machtiging van Burgemeester en Wethouders
of een door hun college aan te wijzen ambtenaar. Van
deze opneming wordt kennis gegeven aan den verifica
teur der gemeente-financiën.
De kassier kan over de rekening van het bedrijf bij
den postcheque- en girodienst beschikken per giro en
per cheque. Hij geeft geen postcheques af dan als middel
tot aanvulling der kas van het bedrijf en verzendt het
betrekkelijk advies niet, dan nadat het door Burgemeester
en Wethouders of een door hun college aan te wijzen
ambtenaar is mede onderteekend. Van deze verzending
wordt kennis gegeven aan den verificateur der gemeen-
tefinanciën.
De kassier vergewist zich van de juistheid der op de
van den postcheque- en girodienst te ontvangen dag-
staten vermelde bij- en afschrijvingen en het daarop
aangegeven saldo.
Art. 13.
Bij schorsing, ontslag of overlijden van den kassier
wordt door Burgemeester en Wethouders of van hun
nentwege zijne kas opgenomen en, totdat in den dienst
is voorzien, door Burgemeester en Wethouders be
waard.
Van het bij dit opnemen bevondene wordt proces
verbaal opgemaakt.
Art. 14.
Tusschen den in art. 11 bedoelden bankier en het
bedrijf wordt in rekening-courant rente berekend vol
gens door Burgemeester en Wethouders met den bankier
overeen te komen voorwaarden.
Art. 15.
De begrooting van het bedrijf wordt jaarlijks bij de
begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven aan
den Gemeenteraad aangeboden.
Op deze begrooting welke verdeeld wordt in twee
afdeelingen, waarvan de eerste bevat alle baten en
lasten en de tweede alle kapitaalsinkomsten en uitgaven,
wordt scheiding gemaakt tusschen
a. de voor bouwterrein bestemde terreinen;
b. de voor cultuur bestemde terreinen;
c. de in erfpacht uitgegeven terreinen.
Art. 18.
De gemeente verstrekt het bedrijf de benoodigde
gelden, met uitzondering van kasgeld, dat eventueel
door den kassier bij den in art. 17 bedoelden bankier in
rekening-courant wordt opgenomen.
Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar
ontvangen gelden en betaalt haar daarvan rente en af
lossing naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken
gemeenteleening is aangegaan, of, indien het verstrekte
kapitaal niet uit leening is verkregen, tegen de voor
waarden daarvoor door den Raad vast te stellen.
Opneming van kasgeld geschiedt niet dan na vooraf
gaande machtiging van Burgemeester en Wethouders
of een door hun college aan te wijzen ambtenaar. Van
deze opneming wordt kennis gegeven aan den verifica
teur der gemeente-financiën.
De kassier kan over de rekening van het bedrijf bij
den postcheque- en girodienst beschikken per giro en
per cheque. Hij geeft geen postcheques af dan als middel
tot aanvulling der kas van het bedrijf en verzendt het
betrekkelijk advies niet, dan nadat het door Burgemeester
en Wethouders of een door hun college aan te wijzen
ambtenaar is mede onderteekend. Van deze verzending
wordt kennis gegeven aan den verificateur der gemeen-
tefinanciën.
De kassier vergewist zich van de juistheid der op de
van den postcheque- en girodienst te ontvangen dag-
staten vermelde bij- en afschrijvingen en het daarop
aangegeven saldo.
Art. 19.
Bij schorsing, ontslag of overlijden van den kassier
wordt door Burgemeester en Wethouders of van hun
nentwege zijne kas opgenomen en, totdat in den dienst
is voorzien, door Burgemeester en Wethouders be
waard.
Van het bij dit opnemen bevondene wordt proces
verbaal opgemaakt.
Art. 20.
Tusschen den in art. 17 bedoelden bankier en het
bedrijf wordt in rekening-courant rente berekend vol
gens door Burgemeester en Wethouders met den bankier
overeen te komen voorwaarden.
Art. 21.
De begrooting van het bedrijf wordt jaarlijks bij de
begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven aan
den gemeenteraad aangeboden.
Op deze begrooting welke verdeeld wordt in twee
afdeelingen, waarvan de eerste bevat alle baten en
lasten en de tweede alle kapitaalsinkomsten en -uit
gaven, wordt scheiding gemaakt tusschen
a. de voor bouwterrein bestemde terreinen;
b. de voor cultuur bestemde terreinen;
c. de in erfpacht uitgegeven terreinen.
466
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
Op de begrooting worden onder meer de navolgende
posten aangebracht
I. wat de baten betreft
a. huren, pachten en andere opbrengsten;
b. erfpachten;
c. rente van belegd kapitaal;
d. uitkeering uit het reservefonds volgens art. 18;
II. wat de lasten betreft
a. de onderhoudskosten en lasten;
b. de kosten van administratie;
c. de kosten van taxatie;
d. de rente volgens de artt. 2 en 3, benevens de rente
der reserve;
e. de onderhoudskosten van de in het bedrijf ge
brachte eigendommen;
de stortingen in het reservefonds;
g. de rente van opgenomen kasgeld;
III. wat de kapitaalsinkomsten betreft
a. de opbrengst van verkochte eigendommen;
b. het voor uitbreiding van het bedrijf benoodigde
kapitaal;
c. de in rekening-courant opgenomen gelden;
IV. wat de kapitaalsuitgaven betreft
a. de kosten van aankoop van eigendommen;
b. de verplichte aflossingen;
c. de in rekening-courant gestorte gelden;
d. de kosten van werken, uitgevoerd ten behoeve
van de in het bedrijf gebrachte eigendommen, welke ten
laste van den buitengewonen dienst kunnen worden
gebracht;
e. een uitgaaf ten behoeve van het tekort op de voor
bouwterrein bestemde gronden.
De bepalingen van art. 203, 2e en 3e lid, der Gemeen
tewet zijn op de begrooting van toepassing.
Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten
der begrooting af- en overschrijven, voorzoover de Raad
zich niet het verleenen van machtiging daartoe bij de
begrooting heeft voorbehouden.
In buitengewone gevallen van dringenden spoed kun
nen Burgemeester en Wethouders tot het doen van uit
gaven buiten de begrooting om besluiten, mits zij hun
daartoe genomen, met redenen omkleed, besluit terstond
aan den Raad inzenden.
Art. 15 bis.
De in de begrooting opgenomen posten worden steeds
in dezelfde volgorde en met dezelfde benaming daarin
opgenomen. Indien van een eenmaal aangenomen volg
orde en benaming wordt afgeweken, zal daarvan toe
lichting worden gegeven.
Bij eiken post wordt aangegeven het bedrag, dat voor
dat doel op de laatst afgesloten rekening voorkomt, als
mede het bedrag, dat te dier zake op de vorige begroo
ting is geraamd.
Bij de begrooting wordt overgelegd een memorie van
toelichting, waaruit de samenstelling van elk der ge
raamde bedragen en de grondslagen der berekening
duidelijk blijken.
Voorts wordt daarbij overgelegd een staat der
schulden, vermeldende de jaren waarin de schulden
telkens zijn ontstaan, de oorspronkelijke bedragen der
schulden, de schulden per 1 Januari van het jaar, waar
voor de begrooting dient, de percentages, waartegen de
gelden zijn opgenomen en de bedragen der verplichte
aflossingen.
Art. 16.
Burgemeester en Wethouders doen, de Commissie ge
hoord, jaarlijks vóór 15 Mei aan den Raad rekening en
verantwoording van het over het bedrijf gevoerde beheer
over het afgeloopen jaar.
Zij leggen daartoe over
a. een balans van de bezittingen en schulden van
Op de begrooting worden onder meer de navolgende
posten aangebracht
I. wat de baten betreft
a. huren, pachten en andere opbrengsten;
b. erfpachten;
c. rente van belegd kapitaal;
d. uitkeering uit het reservefonds volgens art. 9;
II. wat de lasten betreft
a. de onderhoudskosten en lasten;
b. de kosten van administratie;
c. de kosten van taxatie;
d. de rente volgens de artt. 8 en 18, benevens de
rente der reserve;
e. de onderhoudskosten van de in het bedrijf ge
brachte eigendommen;
de stortingen in het reservefonds;
g. de rente van opgenomen kasgeld;
III. wat de kapitaalsinkomsten betreft
o. de opbrengst van verkochte eigendommen;
b. het voor uitbreiding van het bedrijf benoodigde
kapitaal;
c. de in rekening-courant opgenomen gelden;
IV. wat de kapitaalsuitgaven betreft
a. de kosten van aankoop van eigendommen;
b. de verplichte aflossingen;
c. de in rekening-courant gestorte gelden;
d. de kosten van werken, uitgevoerd ten behoeve
van de in het bedrijf gebrachte eigendommen, welke ten
laste van den buitengewonen dienst kunnen worden
gebracht;
e. een uitgaaf ten behoeve van het tekort op de voor
bouwterrein bestemde gronden.
De bepalingen van art. 203, 2e en 3e lid, der Gemeen
tewet zijn op de begrooting van toepassing.
Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten
der begrooting af- en overschrijven, voorzoover de Raad
zich niet het verleenen van machtiging daartoe bij de
begrooting heeft voorbehouden.
In buitengewone gevallen van dringenden spoed kun
nen Burgemeester en Wethouders tot het doen van uit
gaven buiten de begrooting om besluiten, mits zij hun
daartoe genomen, met redenen omkleed, besluit terstond
aan den Raad inzenden.
Art. 22.
De in de begrooting opgenomen posten worden steeds
in dezelfde volgorde en met dezelfde benaming daarin
opgenomen. Indien van een eenmaal aangenomen volg
orde en benaming wordt afgeweken, zal daarvan toe
lichting worden gegeven.
Bij eiken post wordt aangegeven het bedrag, dat voor
dat doel op de laatst afgesloten rekening voorkomt, als
mede het bedrag, dat te dier zake op de vorige begroo
ting is geraamd.
Bij de begrooting wordt overgelegd een memorie van
toelichting, waaruit de samenstelling van elk der ge
raamde bedragen en de grondslagen der berekening
duidelijk blijken.
Voorts wordt daarbij overgelegd een staat der
schulden, vermeldende de jaren waarin de schulden
telkens zijn ontstaan, de oorspronkelijke bedragen dei-
schulden, de schulden per 1 Januari van het jaar, waar
voor de begrooting dient, de percentages, waartegen de
gelden zijn opgenomen en de bedragen der verplichte
aflossingen.
Art. 23.
Burgemeester en Wethouders doen, de commissie ge
hoord, jaarlijks vóór 15 Mei aan den raad rekening en
verantwoording van het over het bedrijf gevoerde beheer
over het afgeloopen jaar.
Zij leggen daartoe over
o. een balans van de bezittingen en schulden van
467