Bijl. no. 3.
Bijlage no. 3.
III.
349
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
WIJZIGING der verordening, regelende den rang,
het getal en de wijze van benoeming van
de ambtenaren en bedienden, belast met
de gemeentereiniging (gemeenteblad 1911
no. 40, 1917 no. 5, 1919 no. 43, 1920 no.
31 en 192! no. 39) en de Salarisverorde
ning 1919.
Aan den Gemeenteraad.
De reorganisatie van de gemeentereiniging maakt een
wijziging van de personeelsformatie noodig. Hiertoe
dienen de bovenvermelde verordeningen te worden ge
wijzigd.
De technische dienst zal kunnen worden uitgevoerd
dooreen directeur, een eersten opzichter, die zoo noodig
den directeur moet kunnen vervangen, een tweeden
opzichter, een controleur voor den tonnendienst en twee
terreinbazen, een voor het toezicht op het terrein aan
den Overijsselschen straatweg en een voor het toezicht
op het terrein aan den Greunsweg.
Deze formatie is opgenomen in de wijziging van art.
1 der eerstvermelde verordening. De voorgestelde wijzi
ging van art. 3 hangt hiermede samen. Artikel 6 van
de verordening zal kunnen vervallen, omdat deze materie
is geregeld bij de instructiën der diverse ambtenaren,
waarin die bepaling beter thuis behoort.
De Salarisverordening 1919 moet worden gewijzigd
om de bezoldiging voor de nieuw op te nemen contro
leur en terreinbazen vast te leggen. Wij zouden deze
vastgesteld wenschen te zien op het peil, waarop de
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
De zorg voor de reiniging der publieke wegen,
wateren, vaarten, straten, plantsoenen, enz. zoomede
voor het ophalen, verzamelen en verkoopen vanwege
de gemeente van asch, mest, faecale stoffen, vuilnis,
puin en afbraak is onder toezicht van Burgemeester en
Wethouders, opgedragen aan
a. een directeur van de gemeentereiniging;
b. eerste en tweede opzichters bij de gemeente
reiniging.
Onder de voornoemde ambtenaren worden de ver-
eischte werklieden, ten behoeve van de gemeentereini
ging in dienst gesteld.
Bovendien kunnen ten kantore van de gemeente
reiniging werkzaam worden gesteld een boekhouder en
ten of meer klerken.
Art. 3.
De benoeming, de schorsing en het ontslag van de
opzichters, den boekhouder en de klerken is aan Burge
meester en Wethouders opgedragen.
Art. 6.
De directeur mag buiten goedkeuring van den Raad,
bezoldiging van een tweeden opzichter is gesteld, t. w.
van 1700.tot 2000.daar de aard en omvang
der werkzaamheden ongeveer dezelfde zijn als thans aan
een tweeden opzichter zijn opgedragen. De voorgestelde
wijziging van art. 13 voorziet hierin. De wijziging van
de titulatuur van klerk en jongsten klerk bij de gemeen
tereiniging onderscheidenlijk in tweeden klerk en derden
klerk wordt voorgesteld om de regeling bij de onder
scheidene bedrijven gelijk te maken.
Ten slotte wenschen wij deze gelegenheid aan te
grijpen om de bezoldiging van den waarnemenden di
recteur van het openbaar slachthuis vast te leggen. De
bezoldiging van den directeur van het openbaar slacht
huis is in maximum 6000.— en waar kan worden ge
rekend, dat de directeur ongeveer een maand moet
worden vervangen, kan de bezoldiging van den waar
nemenden directeur worden gesteld op een twaalfde
van de bezoldiging van den directeur, alzoo op 500.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten over
eenkomstig het hieronder afgedrukte ontwerp.
Leeuwarden, 24 December 1925.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
T. BAKKER, L.-Secretaris.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorste! van Burgemeester en Wethouders;
besluit
A. de verordening, regelende den rang, het getal en
de wijze van benoeming van de ambtenaren en be
dienden, belast met de gemeentereiniging (gemeente
blad 1911 no. 40, 1917 no. 5, 1919 no. 43, 1920 no. 31
en 1921 no. 39) te wijzigen als volgt
I.
Aan het slot van het eerste lid van artikel 1 wordt
toegevoegd
c. een controleur voor den tonnendienst;
d. twee terreinbazen.
II.
In artikel 3 wordt na de komma achter het woord
„opzichters" ingevoegd
„den controleur voor den tonnendienst, de terrein
bazen,".
Artikel 6 vervalt.