Bijl. no. 4.
Bijlage no. 4.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
en de opzichters mogen buiten goedkeuring van Burge
meester en Wethouders, geene andere openbare ambten
of bedieningen bekleeden, noch eenig ander beroep of
bedrijf uitoefenen of waarnemen.
In het algemeen mogen geene van de bij artikel 1
genoemde ambtenaren voor particulieren eenige diensten
verrichten en onder welken naam ook voor de werk
zaamheden, tot de gemeentereiniging in eenig verband
staande, andere voordeelen of inkomsten uit de ge
meentekas genieten dan die bij de salarisverordening
1919 zijn vastgesteld, noch daarvoor eenige gift of be
looning van bijzondere personen aannemen.
Art. 13, eerste lid.
De jaarlijksche bezoldiging van de ambtenaren belast
met de gemeentereiniging in de gemeente Leeuwarden,
bedraagt
voor den directeur van 4000.tot 5000.
voor den eersten opzichter van 2000.tot 2500.
voor den tweeden opzichter van 1700.tot 2000.
voor den boekhouder van ƒ1800.tot 2300.
voor een klerk van ƒ1500.tot 1800.
Art. 29, tweede lid.
De bezoldiging van een schrijver ter secretarie be
neden den leeftijd van 21 jaar, een derden klerk aan de
lichtbedrijven, den jongsten klerk aan de gemeente
reiniging, den derden klerk aan gemeentewerken, den
derden klerk ten kantore van den gemeente-ontvanger,
een schijver aan de gemeentelijke arbeidsbeurs, een
derden klerk ten kantore van het openbaar slachthuis
en een leerling-verpleegster in het stadsziekenhuis
wordt door Burgemeester en Wethouders geregeld.
B. Burgemeester en Wethouders te machtigen on
bij de opneming in het gemeenteblad van de onder
bedoelde wijziging, de verordening in haar doo
loopenden tekst bekend te maken, met wijziging, wt
noodig, van de verwijzingen;
C. de salarisverordening 1919 te wijzigen als voH
I.
In het eerste lid van artikel 13 wordt achter „v«
een tweeden opzichter van 1700.tot 2000.-
ingevoegd
voor een terreinbaas van 1700.tot 2000.—:
voor een controleur voor den tonnendienst vi
1700.— tot 2000.—.
Tusschen de opvolgende woorden „een" en „klerk
wordt geplaatst het woord „tweeden".
II.
Achter artikel 22bis wordt ingevoegd een niem
artikel 22ter, luidende als volgt
De jaarlijksche bezoldiging van den waarnemend!
directeur van het openbaar slachthuis bedraagt 500.-
III.
In het tweede lid van art. 29 wordt voor de opvol
gende woorden „den jongsten" gelezen: „een derden'
Leeuwarden,
19
De Raad voornoemd,
350
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
WIJZIGING der verordening regelende het gebruik
van de veemarkt (gemeenteblad 1923
no. 2).
Aan den Gemeenteraad.
Bij Koninklijk besluit van den 12 November 1925
(Staatsblad no. 443) is gewijzigd het Koninklijk besluit
van 23 Februari 1922 (Staatsblad no. 76) tot uitvoering
van artikel 5 der Veewet, in dien zin, dat in littera g
achter het woord „zoover" worden ingevoegd de woor
den en zal worden gehandhaafd, zoolang".
Wijl het tweede lid van art. 8 der verordening, rege
lende het gebruik van de Veemarkt (gemeenteblad 1923
no. 2) geheel overeenkomstig het toenmaals geldende
Koninklijk besluit is geredigeerd, zal, zooals de inspec
teur van den veeartsenijkundigen dienst bij schrijven van
den 23 December 1.1. no. 4887 opmerkt, de genoemde
bepaling overeenkomstig de wijziging bij het eerstaan-
gehaald Koninklijk besluit dienen te worden herzien.
Wij geven U daarom in overweging vast te stellen het
hieronder in ontwerp afgedrukte besluit.
Leeuwarden, 6 Januari 1926.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
T. BAKKER, I..-Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 8.
Op de veemarkt wordt geen vee gebracht of gehou
den, dan toegelaten na bij den ingang van het veemarkt
terrein door de daarvoor aangewezen personen vee-
artsenijkundig te zijn onderzocht.
Een verscherpt toezicht wordt ingesteld, wanneer en
voor zoover de inspecteur, districtshoofd van den vee
artsenijkundigen dienst, dit bij het dreigen, optreden of
heerschen eener besmettelijke veeziekte noodig acht.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
overwegende dat bij Koninklijk besluit van den 12
November 1925 (Staatsblad no. 443) is gewijzigd lit
tera g van het Koninklijk besluit d.d. 23 Februari 1922
(Staatsblad no. 76);
dat het noodzakelijk is de bepaling van art. 8, tweede
lid, der verordening regelende het gebruik van de Vee
markt, daarmede in overeenstemming te brengen;
gelet op art. 5 der Veewet en op het voorstel van
Burgemeester en Wethouders;
besluit
de verordening regelende het gebruik van de Vee
markt (gemeenteblad 1923 no. 2) te wijzigen als volgt
in art. 8, tweede lid, wordt achter het woord „zoover"
ingevoegd en zal worden gehandhaafd, zoolang".
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd.
351