Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. wordt gegeven en steeds in tegenwoordigheid van het hoofd der school of van een onderwijzer of eene onder wijzeres. Art. 5. De schoolarts bezoekt iedere school, waarover zijn toezicht zich uitstrekt, tenminste eenmaal per maand op met het hoofd der school overeengekomen dagen en uren. Hij heeft het recht te allen tijde de school te be zoeken, doch kan, behalve in geval van besmettelijke ziekte of van een andere dringende omstandigheid, alleen dan leerlingen onderzoeken, als hij zijn bezoek tenminste 3 X 24 uren te voren aan het hoofd der school heeft aangekondigd. Ook dit onderzoek heeft plaats op de wijze, als in het tweede lid van art. 4 is aangeduid. De schoolarts is verplicht, ook buiten de tijden in artikel 4 en in dit artikel bedoeld, zoo spoedig mogelijk de school te bezoeken, wanneer hem dit door het hoofd der school schriftelijk wordt gevraagd bij het ver moeden of bestaan van besmettelijke ziekte of wegens andere dringende omstandigheden. Art. 6. De schoolarts onthoudt zich van het in de voor gaande artikelen bedoeld onderzoek, indien hem binnen de daar genoemde termijnen een attest van den huisarts van den te onderzoeken leerling of onderwijzer wordt overgelegd, bevattende het resultaat van een onderzoek als anders door den schoolarts had moeten zijn verricht. Ter uitvoering van dit voorschrift stellen Burge meester en Wethouders nadere regelen. Art. 7. De ouders, voogden of verzorgers der leerlingen kunnen, desverlangd, bij elk onderzoek tegenwoordig zijn. Hun wordt het tijdstip, waarop het onderzoek zal plaats hebben, tijdig door het hoofd der school medegedeeld. Art. 8. Van den uitslag van elk onderzoek, als bedoeld in artikel 2 sub A, wordt door den schoolarts aanteekening gehouden op een kaart, waarvan het model door Bur gemeester en Wethouders wordt vastgesteld. De kaar ten worden door het hoofd der school naar de klasse gerangschikt en bewaard. Zij worden op verzoek aan den schoolarts ter inzage gegeven. Gaat de leerling over naar een andere school in de gemeente, waarop geneeskundig toezicht wordt uitge oefend, dan wordt zijn kaart door het hoofd der school in gesloten omslag naar het hoofd der andere school gezonden. Art. 9. Ongewijzigd, behoudens het vervallen van het woord „schriftelijk", in het eerste lid. Elk onderzoek heeft plaats in een afzonderlijk vertrek, althans niet in een lokaal, waarin tegelijkertijd onderwijs wordt gegeven of in het daarvoor bestemde lokaal van den schoolarts. De schoolarts onderzoekt alle leerlingen van de hem toegewezen scholen opnieuw in het derde, het vijfde en het zevende leerjaar. Art. 5. De schoolarts bezoekt elke school, waarover zijn toe zicht zich uitstrekt, wanneer het hoofd der school hem dit verzoekt en verder zoo dikwijls als het hem wen- schelijk voorkomt. Art. 6. De schoolarts onthoudt zich van het in de voorgaande artikelen bedoeld onderzoek, indien hem binnen acht dagen na aanvrage het resultaat van het onderzoek van een door den huisarts onderzochten leerling of onder wijzer wordt medegedeeld en wel wat den Teerling be treft op een kaart als bedoeld bij art. 8 van deze veror dening en wat den onderwijzer aangaat bij een attest van dien huisarts. Deze kaart wordt, op verzoek van de ouders, voogden of verzorgers, door het hoofd der school in gesloten couvert medegegeven of toegezonden. Het onderzoek naar besmettelijke ziekten, huidziekten en ongedierte kan door of vanwege den schoolarts wor den ingesteld zonder toestemming van de ouders, voog den of verzorgers der leerlingen. Art. 7. De ouders, voogden of verzorgers der leerlingen kun nen, desverlangd, bij elk onderzoek tegenwoordig zijn. Hun wordt het tijdstip, waarop het onderzoek zal plaats hebben, ten minste twee dagen te voren door het hoofd der school medegedeeld. Art. 8. Van den uitslag van elk onderzoek der leerlingen wordt door den schoolarts aanteekening gehouden op een kaart, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. De kaarten worden door het hoofd der school in alphabetische volgorde bewaard. Het hoofd der school is verplicht de kaarten op ver zoek aan den schoolarts ter inzage te geven. Gaat de leerling over naar eene andere school in de gemeente, waarop geneeskundig toezicht wordt uitge oefend, dan wordt zijn kaart door het hoofd der school in gesloten omslag, uiterlijk één week na het vertrek van den leerling, naar het hoofd der andere school gezonden. Art. 9. Geeft het onderzoek, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, den schoolarts aanleiding om geneeskundige behan deling van een leerling wenschelijk te achten, dan geeft 362 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. no, 8. Art. 10. Ongewijzigd. Art. 11. Ongewijzigd, behoudens het vervallen van het woord „schriftelijk", in het tweede lid. Art. 12. Ongewijzigd. Art. 13. Ongewijzigd. Art. 14. De schoolarts stelt, wanneer hem dit noodig voor komt, aan Burgemeester en Wethouders voor, tot tijde lijke sluiting van een school, waarover hem het leer- lingenonderzoek is opgedragen, of tot desinfectie van zoodanige school of van een klasse-lokaal over te gaan. hij hiervan kennis aan de ouders, voogden of verzorgers. Hij gaat na, welk gevolg aan deze kennisgeving is gegeven en maakt van zijne bevindingen hieromtrent vermelding in zijn verslag. Art. 10. Acht de schoolarts een bijzonderen maatregel noodig in het belang van de gezondheid van een of meer der leerlingen of van het onderwijzend personeel, dan ver zoekt hij het hoofd der school hierin te voorzien of hier omtrent voorstellen te doen. Is hij van oordeel, dat aan zulk een verzoek geen of geen voldoend gevolg is gegeven, dan geeft hij daarvan kennis aan Burgemeester en Wethouders. Art. 11. De schoolarts wijst aan het hoofd der school de leer lingen aan, die lijden aan kwalen, welke voor de overige leerlingen nadeelig of hinderlijk zijn, met opgave van hen, ten aanzien van wie het raadzaam is hun tijdelijk het verblijf op de school te ontzeggen. De redenen van de tijdelijke verwijdering worden door den schoolarts ter kennis van de ouders, voogden of verzorgers gebracht. Art. 12. Acht na een onderzoek, als bedoeld in artikel 2 sub B, juncto artikel 6, de schoolarts het raadzaam, dat ter voorkoming van gevaar of schade voor de gezondheid der leerlingen aan den onderzochte tijdelijk het verblijf op de school wordt ontzegd, dan geeft hij hiervan kennis aan Burgemeester en Wethouders. Art. 13. De schoolarts treedt als zoodanig niet op als behan delend geneesheer. Echter kan hij bij dringende nood zakelijkheid bij zijn bezoek aan de school die maatre gelen nemen, die hij in het belang van den leerling wenschelijk acht. Deze maatregelen mogen uitsluitend het karakter van eerste hulp dragen. Hij treedt voorts op als raadgever van het onderwijzend personeel, doch is niet bevoegd aan dat personeel bevelen te geven. Art. 14. De schoolarts stelt, wanneer hem dit noodig voorkomt, aan Burgemeester en Wethouders voor, tot tijdelijke sluiting van eene klasse of van een school, waarover hem het leerlingenonderzoek is opgedragen, of tot ont smetting van zoodanige school of van een klasse-lokaal over te gaan. Art. 15. Art. 15. Ongewijzigd, behoudens toevoeging van vier ziekten: impetigo contagiosum, scabies, vulvo-vaginitis en epi lepsie en het vervallen van de ziekte hersen-rugge- mergvliesontsteking (meningitis-cerebrospinalis) Onder de besmettelijke ziekten verstaat deze veror dening, of stelt daarmede gelijk, behalve de ziekten, bedoeld in artikel 1 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad 134), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 November 1919 (Staatsblad 784) mazelen, roode hond, kinkhoest, bof, waterpokken, be smettelijk hoofd- en huidzeer (favus, trichophytia, microsporia capitis et corporis), puisterige huiduitslag (impetigo contagiosum), haaruitval (alopecia areata), besmettelijke ontsteking van het oogbindvlies (tra choma), korrelige oogbindvliesontsteking (conjunc tivitis follucularis), St. Vitusdans, besmettelijke wond roos (erisypelas), luizenziekte (pediculosis capitis et corporis), besmettelijke keelaandoening, wolf (lupus), open tuberculose, syphilitische aandoeningen, schurft (scabies), vulvo-vaginitis en epilepsie. 363

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 172