e no. 14. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. ten minste één jaar aan te wijzen, benoemen elk twee vertegenwoordigers en twee plaatsvervangende verte genwoordigers, wier namen en adressen zij telken jare in de maand Februari schriftelijk aan den secretaris der commissie opgeven. 2. Burgemeester en Wethouders beoordeelen, of de afdeelingen, welke aanspraak maken op het recht om aan de samenstelling der commissie mede te werken, voldoen aan de gestelde voorwaarden. lieden in dienst der gemeente Leeuwarden hebben en indien zij zich schriftelijk bereid hebben verklaard haar vertegenwoordigers in de commissie voor ten minste één jaar aan te wijzen, benoemen elk twee vertegen woordigers en twee plaatsvervangende vertegenwoor digers, wier namen en adressen zij telken jare in de maand Februari schriftelijk aan den secretaris der com missie opgeven. B. te bepalen, dat deze wijziging terstond in wer king treedt. Leeuwarden, 19 Dc Raad voornoemd. 386 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Byl. no. 14. VERORDENINGEN voor den gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonderwij zeressen (gemeenteblad 1924 no. 18). Lift. A. 'oorslel van Burgemeester en Wethouders. Aan den Gemeenteraad. Nu een paar jaar zijn verstreken sedert de oprichting tan den gemeentelijken cursus voor opleiding van be- iiaarschoolonderwijzeressen, is gebleken dat eenige tijzigingen in de verordening, welke op dien cursus strekking heeft, volgens het hierbij overgelegd schrij ven van den directeur van dien cursus overweging ver dienen. Waar tot dusver voor den cursus een reglement, regelende zijne meer interne aangelegenheden, ont breekt, hebben wij gemeend tevens te moeten bevor deren dat in deze leemte wordt voorzien. Met het terzake door de raadscommissie voor de gemeentelijke bewaarscholen over een en ander uitge dacht advies, dat wij hierachter onder litt. C. afdruk ten, kunnen wij ons in het algemeen goed vereenigen. Wij meenen alleen dat op de door den directeur voor gestelde verandering in het 5e lid van art. 11 der ver ordening, waarmede de Commissie zich vereenigde, en nardoor de bevordering van leerlingen tot de hoogere leerjaren niet meer door de Commissie in overleg met iet aan den cursus verbonden onderwijzend personeel, doch door dat personeel zou geschieden, niet moet worden ingegaan, omdat deze taak o. i. gerekend moet ivorden te behooren bij de commissie. Het door ons ontworpen reglement behoeft, naar wij meenen, geen nadere toelichting. Voor de motieven, welke geleid hebben tot de hierbij ter vaststelling aangeboden schoolgeldregeling, wordt verwezen naar het advies van de Commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen, terwijl toelichtingen op de voorgestelde veranderingen in de regelings-verorde- ning, voor zoover deze niet worden aangetroffen in het advies van die Commissie, hieronder zijn opgenomen. Art. 6. Het is wenschelijk gebleken het vak „vorm leer" te doen onderwijzen, zoodat de verordening daar mede in overeenstemming dient te worden gebracht. Art. 7, 2e lid. De belangrijkste wijziging van dit lid betreft de zomervacantie, welke met 14 dagen wordt verlengd. In verband hiermede wordt opgemerkt dat de lessen worden gegeven in het gebouw der gemeente school no. 4 (school voor uitgebreid lager onderwijs), welk gebouw zich bijzonder leent voor het aan den cursus gegeven onderwijs, door het beschikbaar zijn van een teekenlokaal, gymnastieklokaal en piano. Ver der worden vele leermiddelen van deze school, vooral voor het natuurkunde-onderwijs, op den cursus gebruikt, terwijl bovendien naast die school een bewaarschool staat, waar de benoodigde leermiddelen voor het on derwijs in de fröbelleer gemakkelijk betrokken kunnen worden. Dit gebouw blijkt dus wel de aangewezen plaats voor den cursus te zijn. De vacanties aan den cursus dienen evenwel parallel te loopen met die van school 4, zulks vooral met het oog op de groote „zomerschoonmaak" van het gebouw. Artt. 8 en 9. Komt de hierbij aangeboden school geldregeling tot stand, dan moeten deze artikelen ver vallen, in verband waarmede de artikelen 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 dienen te worden genummerd onder scheidenlijk 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14. Art. 11, 4e lid. De trap van ontwikkeling, waarop de in dit lid bedoelde leerlingen staan, biedt in het alge meen voldoende waarborgen dat zij met succes het onderwijs in het 2e leerjaar kunnen volgen. Mocht die overtuiging niet bestaan, dan geeft de restrictie, opge sloten in het woord „kunnen", nog altijd gelegenheid de candidaten aan een examen te onderwerpen. Door deze wijziging wordt voorkomen, zooals heeft plaats gehad, dat meisjes uit het 3e leerjaar van gemeente school no. 4 (school voor uitgebreid lager onderwijs) naar den cursus overgaan. In het vervolg zouden der gelijke leerlingen dus eerst haar U. L. O.-diploma (4e leerjaar) kunnen behalen, zonder op den cursus een jaar achterop te geraken. Art. 11, 5e lid. Deze wijziging is een gevolg van de voorgestelde verandering in het 4e lid van dit artikel. Art. 15. De in dit artikel voorgestelde verandering geschiedt uit een practisch oogpunt. In verband met het bovenstaande geven wij U in overweging vast te stellen de in ontwerp onder litt. B opgenomen besluiten. Leeuwarden, 20 Mei 1926. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. T. BAKKER, L.-Secretaris. Litt. B. ONTWERP I. BESTAANDE REDACTIE. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: de verordening tot regeling van den gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonderwijze ressen te Leeuwarden te wijzigen als volgt Artikel 6. L De cursus omvat drie leerjaren. Aan den cursus wordt In artikel 6 worden achter het woord „rekenen' in- onderwijs gegeven in de volgende leervakken gelascht de woorden „en vormleer lezen Nederlandsche taal rekenen 387

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 184