Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. week en wel op Maandag, Dinsdag, Woensdag, Don derdag en Vrijdag, in totaal gedurende 11 uur. Art. 3. Burgemeester en Wethouders wijzen, op voordracht van den directeur, vóór het begin van ieder leerjaar een der leerkrachten aan, om den directeur bij afwezigheid of verhindering te vervangen. Art. 4. De regeling van het onderwijs geschiedt door den directeur in overleg met het onderwijzend personeel. Bij verschil beslissen Burgemeester en Wethouders. Art.5. Tenzij door Burgemeester en Wethouders voor elk bijzonder geval anders wordt bepaald, wordt geen be zoldiging uitgekeerd voor de vervulling van lessen ten gevolge van de afwezigheid, ziekte of ontstentenis van een leerkracht. Kan bij afwezigheid van den directeur of een of meer der onderwijzers wegens ziekte niet behoorlijk in het enderwijs worden voorzien, dan kan door Burgemeester en Wethouders, na overleg met den directeur, de waar neming der lessen tijdelijk aan iemand buiten de onder wijzers worden opgedragen. Art. 6. Ingeval van verlof wegens afwezigheid om andere redenen dan ziekte kan bij het besluit, waarbij verlof wordt verleend, worden bepaald dat gedurende die af wezigheid geheel of ten deele geen belooning wordt uitgekeerd. Art. 7. Bij aanvraag aan Burgemeester en Wethouders om verlof tot afwezigheid wegens ziekte door den directeur of een onderwijzer wordt tevens eene geneeskundige verklaring overgelegd, waaruit blijkt dat de betrokkene wegens ongesteldheid verhinderd is zijne betrekking waar te nemen, benevens de vermoedelijke duur der verhindering. Heeft de afwezigheid langer geduurd dan drie achter eenvolgende maanden, dan hervat de directeur of de onderwijzer zijne werkzaamheden niet eerder dan na inzending aan Burgemeester en Wethouders van eene geneeskundige verklaring, waaruit blijkt, dat die her vatting kan worden toegelaten met het oog op de be langen zoowel van het onderwijs als van den betrokkene zelf en van de leerlingen. Aan het onderwijzend personeel zal bij verlof tot afwezigheid wegens ziekte eene belooning worden uit gekeerd overeenkomstig de regelen, welke daarvoor van rijkswege zijn of worden getroffen voor het onder wijzend personeel bij het openbaar lager onderwijs. Art. 8. Het aan den directeur en de onderwijzers op verzoek te verleenen ontslag gaat niet eerder in dan twee maan den na den dag, waarop het verzoek om ontslag is ingekomen. Art. 9. De aanteekeningen van den directeur en de onder wijzers omtrent vorderingen, vlijt en gedrag der leer lingen, worden opgenomen in een register, dat te allen tijde voor Burgemeester en Wethouders en de Raads commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen ter 390 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. tlO. 14. inzage ligt. Ingeval er tusschen de aanteekeningen van den directeur en die van de onderwijzers of van dezen onderling verschil bestaat, wordt na hoofdelijke stem ming van directeur en onderwijzers bij meerderheid van stemmen beslist. Bij staking der stemmen beslist de Wethouder van Onderwijs. Art. 10. Zij, die na 2 maal achtereen hetzelfde leerjaar te hebben doorloopen, niet naar het hoogere leerjaar kunnen overgaan, worden niet meer tot de lessen toe gelaten, tenzij daartoe om bijzondere redenen door Burgemeester en Wethouders op voordracht van den directeur, toestemming wordt verleend. Slotbepalingen. Art. 11. Bepalingen van huishoudelijken aard worden door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Art. 12. Dit reglement treedt den 15 Juni 1926 in werking. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd. ONTWERP 111. De Raad der gemeente Leeuwarden; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit vast te stellen de navolgende A. VERORDENING tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschool onderwijzeressen te Leeuwarden. Art. 1. Het schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeen telijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonder wijzeressen te Leeuwarden wordt geheven overeen komstig onderstaande tabel. Inkomen waarnaar de aanslag Verschuldigd in de belasting is geregeld bedrag van degenen die volgens art. per leerling 6 schooldgeldplichtig zijn. en per jaar. beneden 1100. vrij 1100.tot beneden 1400. 5.- 1400.— 1800.— 10.— 1800.— 2200.— 15.- 2200.— 2600.— 20.- 2600.— 3000.— 25.— 30.- Art. 2. Voor leerlingen, wier ouders of voogden of die bij meerderjarigheid zelf in de gemeente Leeuwarden geen hoofdverblijf hebben in den zin van art. 244o der Ge meentewet, bedraagt het schoolgeld per leerling en per jaar 30.—. 391

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 186