Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
gemeene-ontvanger worden toegezonden, zijn één
maand daarna ineens invorderbaar.
Art. 6.
Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen
termijnen geschiedt de invordering der in artikel 5 be
doelde schoolgelden overeenkomstig de voorschriften
van de artikelen 258 tot en met 261 der Gemeentewet.
Art. 7.
Deze verordening treedt inwerking 1 September 1926.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
Litt. C.
Advies der commissie
voor de gemeentelijke
bewaarscholen.
No. 1098.
3 b ij I a g e n.
Leeuwarden, 12 Mei 1926.
grondslag
bij een zuiver inkomen van den schoolgeldplichtige
van
beneden 1100.— geen schoolgeld;
1100.tot beneden 1400.schoolgeld 5.
1400.— 1800.—, 10.—;
1800.— 2200.—, 15.—;
2200.— 2600.—, 20.—;
2600.— 3000.—, 25.—;
3000.en hooger en van hen, die in een
andere gemeente wonen30.
Aan
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden.
Bij apostille van 6 Maart j.L, no. 654, afd. B., werden
om advies in onze handen gesteld ontwerpen van een
reglement en van een huishoudelijk reglement voor den
gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschool
onderwijzeressen, benevens een voorstel van den direc
teur tot wijziging van de verordening tot regeling van
dien cursus (gemeenteblad no. 18 van 1924).
Onder terugzending der genoemde stukken hebben
wij de eer Uw College te berichten, dat wij ons zoowel
met de ontworpen reglementen als met de voorgestelde
wijzigingen in de regelingsverordening kunnen ver
eenigen.
Wij merken daarbij het volgende op.
Met de gedachte, neergelegd in het voorstel van den
dirceteur, om in plaats van de in art. 8 der regelings
verordening bepaalde tegemoetkoming in de kosten van
het onderwijs, ten bedrage van 10.per leerling per
cursusjaar, een progressieve schoolgeldregeling in te
voeren, kunnen wij we! accoord gaan. De thans gel
dende regeling, waarbij voor alle leerlingen, zonder dat
met de meerdere of mindere financieele draagkracht
der ouders rekening wordt gehouden, een gelijk lesgeld
is verschuldigd, moet o. i. onbillijk worden geacht en
wordt aan geen enkele andere gemeentelijke onderwijs
inrichting alhier toegepast. Voor sommige ouders zal
10.per jaar te bezwarend zijn, terwijl daartegen
over anderen, zonder bezwaar, iets meer kunnen betalen.
Een progressieve heffing als boven bedoeld, zou naar
onze meening billijk geregeld zijn op den volgenden
Een maximum-schoolgeld van 30.is zeer billijk
te achten, vooral wanneer in aanmerking wordt ge
nomen welk lesgeld in het algemeen voor het volgen
van vakcursussen moet worden betaald en voorts
rekening houdende met het feit dat de vakopleiding die
aan den gemeentelijken cursus gegeven wordt, niet
uitsluitend ten behoeve van deze gemeente geschiedt,
doch dat de na opleiding te behalen akte in het geheele
land geldig is. Met het bovenstaande voor oogen zou
het schoolgeld hooger opgevoerd kunnen worden, te-
meer waar de kostprijs van het onderwijs, boeken en
leermiddelen inbegrepen, naar den toestand van het
oogenblik, per leerling ruim 60.per jaar bedraagt.
Hier dient echter rekening te worden gehouden met de
omstandigheid dat de leerlingen van den cursus in de
bewaarscholen behulpzaam zijn. Hoewel dit noodig is
voor hare practische vorming, bewijzen zij daarmede
j toch eenige diensten aan de gemeente. In verband daar
mede kan naar onze meening met een maxinium-school-
geld van 30.— worden volstaan, mits de leermiddelen,
waarover hieronder nader, in het vervolg door de leer
lingen zelf worden betaald.
Aan den cursus wordt thans deelgenomen door 38
i leerlingen, waarvan 10, wier ouders of verzorgers
woonachtig zijn in andere gemeenten. Het wil ons voor
komen, dat voor laatstbedoelde leerlingen, ongeacht het
inkomen der schoolgeldplichtigen, het volle schoolgeld
moet worden betaald. Het zou onbillijk zijn tegenover
de ingezetenen dezer gemeente, die tenslotte de op den
cursus tekort komende kosten hebben op te brengen,
indien voor het onderwijs aan de buitenleerlingen niet
het maximum-schoolgeld werd gevorderd.
De opbrengst van het schoolgeld zal bij de voorge
stelde regeling eenigszins stijgen boven het bedrag dat
thans aan tegemoetkoming wordt ontvangen.
In het voorste! van den directeur wordt voorts gewe
zen op de bepaling van art. 12, dat boeken en leermid
delen gratis verstrekt worden aan alle leerlingen. Hij
geeft in overweging deze bepaling zoodanig te wijzigen
dat alleen aan de leerlingen, voor wie bij invoering van
een progressieve regeling geen of weinig schoolgeld
betaald wordt, de boeken enz. gratis worden gegeven.
Wij deelen in dezen de meening van den directeur in
zooverre, dat het ook ons onnoodig schijnt boeken en
leermiddelen beide kosteloos te verstrekken. Het lijkt
ons gewenscht de regeling zoodanig te wijzigen, dat in
het vervolg alleen de boeken kosteloos van gemeente
wege worden verstrekt. De kosten van leermiddelen
zullen dan door de ouders zelf moeten worden betaald.
Zij, die op grond van hunne inkomsten worden vrijge-
394
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. HO. 14.
steld van schoolgeld, leggen op deze wijze toch iets aan
de opleiding ten koste, hetgeen ons, uit practische over
wegingen, niet onjuist voorkomt. Bij den opzet van het
bovenvermelde schoolgeldtarief is met dezen in te
voeren maatregel rekening gehouden.
Wij hebben de eer U in overweging te geven te
bevorderen, dat
1. het reglement en het huishoudelijk reglement, be
nevens de wijzigingen in de regelingsverordening wor
den vastgesteld zooals zij zijn voorgedragen
2. een schoolgeldregeling worde ingevoerd overeen
komstig de in dit schrijven aangegeven heffing
3. de leermiddelen, met uitzondering van boeken, in
bet vervolg niet meer voor rekening der gemeente
worden genomen.
De reglementen en de wijzigingen onder 1 genoemd,
kunnen dadelijk na vaststelling in werking komen; de
schoolgeldregeling onder 2 en de maatregel onder 3
genoemd zouden wij in werking willen stellen met den
aanvang van het nieuwe cursusjaar in September a.s.
en toegepast zien op alle aan den cursus deelnemende
leerlingen.
De commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen,
H. DE BOER, Voorzitter.
H. C. BUISMAN—BLOK WIJBRANDI,
Secretaresse.
395