Bijl. no. 21 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. geld voor het tweede en de volgende kinderen slechts 3/4 van het bedrag dat voor den lsten leerling verschul digd is. Art. 3. De schoolgeldplichtigen wier schoolgeld moet wor den berekend naar den aanslag in de belasting in een andere gemeente zijn verplicht op aanvraag van den controleur binnen 20 dagen aan dezen ter inzage over te leggen hun aanslagbiljet (of duplicaat daarvan) in de belasting. Indien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt voldaan, wordt de aanslag naar het hoogste schoolgeld opgelegd. Art. 4. Waar in deze verordening gesproken wordt van I. „aanslag in de belasting" is daaronder te verstaan de aanslag naar het zuiver inkomen waarnaar de laatst vastgestelde aanslag in de plaatselijke inkomstenbelas ting is geregeld, of, indien zoodanige belasting in de gemeente waar de schoolgeldplichtige hoofdverblijf heeft gehad niet geheven wordt, in de Rijksinkomsten belasting, verminderd met het bedrag waarvoor inge volge de verordening op de inkomstenbelasting der gemeente Leeuwarden, wegens kinderen aftrek is of zou worden verleend. Indien geen aanslag is opgelegd, geschiedt de schat ting van het inkomen door den controleur der gemeente belastingen. II. „jaar" is daaronder te verstaan het leerjaar. III. „controleur" is daaronder te verstaan de con troleur der gemeentebelastingen. Art. 5. Het schoolgeld is verschuldigd voor de leerlingen, die bij den aanvang van het jaar tot de schoolbevolking behooren. Voor hen, die in den loop van het jaar worden toege laten, wordt het schoolgeld per maand berekend, waarbij gedeelten van kalendermaanden voor geheele worden geteld en per maand het 1il2 gedeelte van het overeen vol jaar berekende schoolgeld verschuldigd is. Met afwijking van het in het vorige lid bepaalde, is voor hen, die reeds vroeger een der bewaarscholen be zochten en in den loop van het jaar opnieuw worden toegelaten, voor zoover het verlaten der school niet het gevolg was van vertrek naar elders, het schoolgeld ver schuldigd van den aanvang van het jaar af. Art. 6. Het schoolgeld is verschuldigd door hen, die de leer lingen ter school hebben gezonden. Art. 7. Ontheffing of teruggave van schoolgeld wordt door den controleur verleend bij overlijden van den leerling of door vertrek naar elders, zoomede bij het verlaten der school wegens het eindigen van den leertijd. Bij verhuizing binnen de gemeente kan mede door den controleur ontheffing of teruggave van schoolgeld worden verleend. De aanvraag om ontheffing of teruggave moet zijn ingediend binnen twee maanden na het verlaten der school. Art 8. Herziening van den aanslag wegens schoolgeld heeft plaats indien de tot grondslag gestrekt hebbende aan slag in de belasting 412 Bijlage tot het vc-rslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. a. bij navordering is verhoogd b. bij onherroepelijk geworden uitspraak op een in gediend bezwaarschrift is verlaagd. In het geval sub a is artikel 3 van toepassing en ten aanzien van de in dat artikel bedoelde schoolgeldplich tigen moet in het geval sub b binnen twee maanden na dagteekening der uitspraak en onder overlegging daar van aanvraag aan den controleur worden gedaan. Art. 9. Voor de toepassing van de artt. 264, 2656 en 265c der Gemeentewet, treedt ten aanzien van deze veror dening in de plaats van den Raad, van Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester, de controleur. B. VERORDENING op de invordering van school geld voor het onderwijs aan de gemeente lijke bewaarscholen. Art.. 1. De hoofdonderwijzeressen der bewaarscholen leggen bij den aanvang van het jaar eene lijst aan van de leer lingen, die alsdan tot de bevolking der school behooren, ingericht overeenkomstig het door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model. In die lijst worden de in den loop van het jaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend. Onder „jaar" wordt in deze verordening verstaan het zelfde tijdvak als daarvoor in de heffingsverordening is bepaald en onder controleur de controleur der gemeen tebelastingen. Art. 2. Binnen 10 dagen na den aanvang van het jaar wordt door de hoofdonderwijzeressen een door hen voor deug delijk verklaard afschrift van de in het eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den controleur gezonden. Een uittreksel uit de lijst van het loopende jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door hen voor den 5en van iedere maand aan den controleur ingediend. Hebben in den loop eener maand geene veranderingen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervangen door een negatief bericht. Art. 3. De controleur maakt uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoedig mogelijk schoolgeld- lijsten op en zendt die, na vaststelling, aan den gemeente ontvanger ter invordering van de daarin uitgetrokken bedragen. Art. 4. Na ontvangst van een schoolgeldlijst zendt de ge meente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend aanslagbiljet, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld, aan de daarop voorko mende schoolgeldplichtigen. Art. 5. De schoolgelden zijn invorderbaar in zoovele termij nen als er na de maand, waarin een schoolgeldlijst aan den gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maanden van het jaar overblijven. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. 413

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 197