a
a
geraamd bedrag
Bijl. no. 1.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
INKOMSTEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst.
CD
3
a
ÖX)
"o
94
95
96
97
98
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
93
De schoolgeldlijsten voor 1924/25 wijzen een totaal
aan van 19.483.16, waarom deze post op 19.000.—
wordt uitgetrokken.
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager-onderwijswet 1920
Vergelijk de bij de begrootingsstukken overgelegde
specificatie.
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104, eerste
lid, der Lager-onderwijswet 1920 f
Aan uitkeering zal in 1926 ontvangen kunnen
worden 3.500.—. Deze berekening is gebaseerd
op de bedragen welke over 1923 aan de besturen
van bijzondere scholen ingevolge art. 101 der lager
onderwijswet 1920 zijn verstrekt. V.g. de bij de
begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Tegemoetkoming van het rijk in de jaarlijksche ver
goeding voor terreinen en gebouwen van bijzondere
lagere scholen ingevolge art. 205, zevende lid, der
Lager-onderwijswet 1920
Uitkeering van andere gemeenten in de aan school
besturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205,
der Lager-onderwijswet 1920
Krachtens het bepaalde bij art. 205, 6° lid, der
lager onderwijswet" kunnen uitkeeringen worden
ontvangen ten bedrage van ruim 2650.—, waarvan
900.— komt ten behoeve van het U. L. O. Deze
post wordt derhalve geraamd op 1750. Vergelijk
de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Rente van waarborgsommen, gestort door besturen
van bijzondere scholen
Van 1922 tot 1 September 1925 is ontvangen
aan waarborgsommen 54.896.87, waarvan ten be
hoeve van het lager onderwijs 47.116.22.
Gerekend wordt op eene rente van 4 '/i °/0 's jaars,
makende 2120.23. In verband met eventueel in
1926 nog te ontvangen waarborgsommen wordt deze
post geraamd op 2200.—. Zie volgno. 447.
Werkelijke
inkomsten
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragei
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Schoolgelden
20.475 93
2.235
09
1.805 685
2.181 65
20.000
950
3.250
1.600
2.300
19.000
3.500
1.750
Tranporteeren
68
26.698 35 s
28.100
27.750 -
'age tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
UITGAVEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst.
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Belooning als bedoeld in art. 33, tweede lid, der
Lager-onderwijswet 1920, toe te kennen aan onder
wijzers, verbonden aan in de gemeente gevestigde bij
zondere scholen, welke voor rijksvergoeding in aan
merking komen
Ingevolge artikel 33, 2e lid, der lager onderwijswet,
is de raad gehouden tot toekenning van gelijke beloo
ningen aan de onderwijzers verbonden aan de in de
gemeente gevestigde bijzondere scholen, als die ver
leend worden aan de onderwijzers van openbare scholen
voor het bezit of het gebruik maken van bevoegd
heden waarvoor geen wettelijke akten van bekwaam
heid verkrijgbaar zijn, alsmede op grond van hunne
aanwijzing tot plaatsvervangend hoofd.
Voor 1926 wordt geraamd ƒ850.
.36 Kosten van instandhouding van schoolgebouwen,
welke in bruikleen zijn gegeven aan besturen van
bijzondere scholen als bedoeld in art. 101, zesde lid,
der Lager-onderwijswet 1920
Het aan de Leeuwarder Schoolvereeniging in bruik
leen afeestane gedeelte van de school gelegen aan de
St. Anthonystraat is met het resteerende deel in eigen
dom aan gemelde vereeniging overgedragen. De post
kan derhalve nu geen scholen meer in bruikleen
zijn gegeven, voor memorie worden geraamd.
7 Vergoeding aan schoolbesturen wegens erfpacht
van het schoolterrein als bedoeld in art. 101, zesde lid,
der Lager-onderwijswet 1920
Vergoeding aan schoolbesturen wegens huur van
gebouwen en terreinen als bedoeld in art. 205bis der
Lager-onderwijswet 1920
'9 Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen
voor de kosten van schoollokalen, bedoeld in art. 84
der Lager-onderwijswet 1920
Deze vergoeding is niet verschuldigd, zoodat de post
voor memorie wordt geraamd.
Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager-onderwijswet 1920
In verband met de uitgaven over 1924 geraamd
op 50.—.
1 Vergoeding ingevolge art. 100 der Lager-onderwijs
wet 1920, aan besturen van bijzondere scholen, welke
voor rijksvergoeding in aanmerking komen, voor aan
die scholen verbonden boventallige onderwijzers
Ingevolge artikel 100 der lager onderwijswet is de
gemeente, indien zij aan eenige school boventallige
onderwijzers heeft verbonden, gehouden aan de be
sturen van bijzondere scholen de jaarwedden te ver
goeden van een met betrekking tot het aantal leer
lingen aan elk dier scholen, evenredig aantal onder
wijzers boven het aantal, waarvan de jaarwedden
ingevolge artikel 97 dier wet door het Rijk aan die
besturen worden vergoed. Voor 1926 worden deze
uitgaven geraamd op ƒ6.400.in verband met het
2e lid van gemeld wetsartikel, waarbij is bepaald dat
de vergoeding uit de gemeentekas aan het bestuur
Werkelijke
uitgaven
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
Transporteeren
É>9
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
867 22
650
mem one
32 30
mem
one
mem one
2.463 58 s
6.400
850
mem one
mem one
50 -
6.400
3.363 10s
7.050 -
7.300