Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927.
Voorstel van den heer H. de Boer.
In de toelichting, die Burgemeester en Wethouders
geven bij hun voorstel om het heffingspercentage voor
het belastingjaar 1927/28 vast te stellen op 5.9, wordt
gewaagd van een minderheid, die van meening is, „dat
het in deze omstandigheden wenschelijk is, de pro
gressie in de belasting naar het inkomen tot het uiterste
op te voeren en het aantal opcenten op de hoofdsom
der vermogensbelasting te verdubbelen en mitsdien op
100 te brengen".
Het kan niet anders dan de behandeling in den Raad
ten goede komen, wanneer ondergeteekende, evenals
een andere minderheid heeft gedaan, zijn meening in
positieve voorstellen belichaamt en aangeeft de motie
ven, waarop deze berusten.
't Is bekend, dat bij het samenstellen der Gemeente
wet de wetgever verschillende voorschriften heeft vast
gesteld, waaraan het bestuur eener gemeente zich heeft
te houden op het terrein der belastingheffing. Zoo is in
art. 243c bepaald, dat de progressie in de belasting op
het inkomen een zekere grens niet te boven mag gaan.
In onze gemeente zijn we tot die grens nog niet ge
naderd blijkens het feit. dat volgens de betreffende ver
ordening de progressie ophoudt bij een belastbaar in
komen van 6900.welk bedrag zou kunnen stijgen
tot 10.650.'t geen met een wijziging in onze ver
ordening mogelijk is.
Waar de Gemeentewet de gelegenheid geeft de pro
gressie tot bovengenoemde hoogte op te voeren, meent
ondergeteekende met een voorstel daartoe te moeten
komen, nu tengevolge van het terugloopen van het cijfer
van aanslag de gemeente-financiën hiervan den terug
slag ondervinden.
Teneinde het evenwicht te herstellen, dient in de
eerste plaats het oog te worden gericht op de groote
inkomens, die, in tegenstelling met de middelmatige en
kleine inkomens, ongestraft nog wel eenigszins zwaar
der kunnen worden belast.
Ons voorstel ligt dan ook geheel in de lijn van de
democratie en de billijkheid.
Dat desondanks „enkele der meervermogende inge
zetenen in een en ander aanleiding zouden kunnen en
waarschijnlijk zullen vinden om deze gemeente metter
woon te verlaten", is een vrees, waardoor ondergetee
kende zich niet kan en vooralsnog ook niet wil laten
leiden.
Waar van geen enkele onrechtmatige handeling hier
sprake is, blijft toch ook altijd nog ruimte over voor de
opvatting, dat de band, welke de beter gesitueerden
met de stad en het gewest hunner inwoning verbindt,
sterker is dan de materieele overweging, welke de meer
derheid van het college van Burgemeester en Wethou
ders bij hen veronderstelt.
Een vergelijkende berekening in verband met de voor
gestelde doorgevoerde progressie, wijst het volgende
uit
Belastbaar
inkomen.
Heffingspercentage
5
Zonder
verhoogde
progressie.
5.3
M e t
verhoogde
progressie.
5.9
Zonder
verhoogde
progressie.
300—
15.10
16.01
17.82
500—
25.55
27.08
30.15
800—
41.80
44.31
49.32
1.000—
53.06
56.18
62.60
2.000—
114.06
120.89
134.58
3.000—
183.06
194.03
216—
4.000—
260.06
275.65
306.86
5.000—
345.06
365.75
407.16
6.000—
438.06
464.33
516.90
7.000—
539—
571.39
636.02
8.000—
643—
686.93
758.74
9.000—
747.-
810.95
881.46
10.000—
851
943.45
1004.18
15.000—
1371
1652.01
1617.78
20.000—
1891
2362.21
2231.38
30.000—
2931
3782.61
3458.58
40.000—
3971
5203.01
4685.78
50.000—
5011
6623.41
5912.98
De belastbare inkomens tot en met 6900.worden
door de doorgevoerde progressie niet getroffen.
Betreffende het voorstel tot verhooging van het aantal
opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting zij
opgemerkt, dat bij eventueele aanneming hiervan zij,
die geheel of gedeeltelijk leven uit de opbrengst van hun
bezit, uit dien hoofde iets meer zullen moeten betalen
in de kosten van de gemeentelijke huishouding.
Neemt men als voorbeeld iemand die 150.000.
bezit en daarvan een inkomen geniet van 7500.dan
zal, indien hij geen minderjarige kinderen meer heeft,
zijn belastbaar inkomen 6800.bedragen en dus niet
vallen onder de verhoogde progressie. Bij de thans
geldende verordening betaalt zoo iemand aan opcenten
op de hoofdsom der vermogensbelasting 75.bij
de nieuwe regeling zou dit 150.dus 75.meer
bedragen.
Naar gelang de inkomens meer worden verkregen
door salaris, zullen de betrokkenen minder worden ge
troffen door de meerdere opcenten op de hoofdsom der
vermogensbelasting.
Nu is het zeker, dat de jongere ingezetenen hun in
komens hoofdzakelijk verkrijgen door arbeid, terwijl de
ouderen onder de beter gesitueerden meer leven van de
opbrengst hunner bezittingen.
De jongeren onder de meer welgestelden worden dus
minder getroffen dan de ouderen, 't geen billijk is, om
dat de eersten veelal nog te zorgen hebben voor de
opvoeding hunner kinderen.
Bij eventueele aanneming van bovengenoemde voor
stellen zou evenwel het tekort op den dienst 1927 nog
niet geheel zijn weggewerkt en ontmoet het bij onder
geteekende daarom geen bezwaar, daarvoor de in 1927
te maken winst der gasfabriek te gebruiken.
Zijn voorstel luidt alzoo
1. De progressie in de belasting naar het inkomen
tot het uiterste op te voeren.
2. Het aantal opcenten op de hoofdsom der vermo
gensbelasting op 100 te brengen.
3. De over het exploitatiejaar 1927 door de gasfa
briek te maken winst in de gemeentekas te laten vloeien.
Bij aanneming van zijn voorstel krijgt men de vol
gende berekening
340
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. Bijl. no. 6.
Uit belasting moet worden gevonden voor den dienst
1927 (B. en W.)1.038.000—
Door verhoogde progressie 62.000.
50 opcenten meer op de
vermogensbelasting 47.000.
Winst 1927 gasfabriek 21.000.
5.3 van 26.000.000—
1.378.000.—, hier
van 2/3 deel rond „918.600.
1.048.600—
Over 10.600—
Dit overschot kan ten bate komen van het dienstjaar
1929.
In verband met vorenstaande stelt ondergeteekende
voor de hierachter in ontwerp afgedrukte verorde
ningen vast te stellen.
Leeuwarden, 26 April 1927.
H. DE BOER.
Aan den Gemeenteraad.
ONTWERP I.
VERORDENING, houdende wijziging van de
verordening tot het heffen van eene
belasting naar het inkomen (ge
meenteblad 1926 no. 27).
Artikel I.
bovengenoemde
aangevuld als
Het in het eerste lid van artikel 9 van
verordening opgenomen tarief wordt
volgt
bij een belastb. ink. van 6950 naar het cijfer
7000
7050
7100
7150
7200
7250
7300
7350
7400
7450
7500
7550
7600
7650
7700
7750
7800
7850
7900
7950
8000
8050
8100
8150
8200
8250
8300
8350
8400
8450
8500
8550
8600
341