Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. verkregen werd in het voorafgaande belastingjaar, ver minderd met het bedrag, dat het volgens artikel 7 van het wetsontwerp door Gedeputeerde Staten vastgesteld voorschot meer bedraagt dan de uitkeering volgens de wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 158) zou hebben bedragen. De inkomstenbelasting zou dus in dat geval in plaats van 1.450.000.hoogstens mogen bedragen 1.400.000.Wij meenen echter, dat het onwaar schijnlijk is, dat de wet nog voor 1928 zal werken, waar de Minister van Financiën in de „Millioenennota" van 20 September 1927 het vertrouwen uitspreekt, dat „niet alleen de indiening, maar ook de aanneming door de beide Kamers van het desbetreffende wetsontwerp aan het einde dezer parlementaire periode zal kunnen plaats hebben". Wij vestigen omtrent de verschillende begrootingen nog de aandacht op het volgende GEMEENTEWERKEN. De totale kosten van onderhoud, etc., zijn geraamd op 493.210.67, tegen 509.265.53 in 1927, wat op een vermindering wijst van rond 16.000.Voor een deel is deze besparing verkregen, doordat op den post „Jaarwedden van ambtenaren" is geschrapt een bedrag van 5000.wegens het salaris van een adjunct directeur, in welke betrekking naar ons oordeel niet weder behoeft te worden voorzien. Een voorstel tot wijziging van de desbetreffende verordeningen op dit punt zal U te zijner tijd bereiken. Voorts is op het onderhoud der plantsoenen een be zuiniging van rond 5000.verkregen. Deze laatste vermindering van uitgaven houdt o. m. verband met het bereiken van den 65-jarigen leeftijd door een drietal plantsoenarbeiders, welke voorshands niet zullen wor den vervangen. Overigens zijn op enkele andere posten nog verschil lende bedragen geschrapt, wat, na aftrek van enkele verhoogde uitgaven, een bedrag opleverde van rond 6000.Wij achten het evenwel niet mogelijk telken jare de uitgaven van dit bedrijf, zonder schade voor de gemeente, te verminderen. Het steeds toenemend verkeer stelt hooge eischen aan de bestrating de verbetering daarvan dient krach tig ter hand genomen te worden. De bemoeiingen van het bedrijf der Gemeentewerken zullen ook uit anderen hoofde steeds meer geldelijke offers vragen immers de toeneming der bevolking en de verbetering der woningtoestanden, waarmede gepaard aanleg van nieuwe straten en pleinen, etc., leiden ook tot meerdere uitgaven. Niettemin achten wij het met het oog op de financiën der gemeente beslist noodzakelijk, de uitgaven ook voor dit bedrijf tot het strikt noodige te beperken. Wat betreft de reeds meer besproken punten aan gaande verkeersvraagstuk, uitbreidingsplan en verbree ding van de Peperstraat, kunnen wij U mededeelen, dat deze ernstig onder de oogen worden gezien. Rapporten over de beide eerste onderwerpen, met elkaar en met het derde eenigszins verband houdende, zijn in be werking. Welk standpunt wij speciaal bij het laatste punt in het belang der gemeente moeten innemen, wordt bovendien nog beheerscht door een financiëele over weging, n.l. de vraag, of uit een geldelijk oogpunt aan afbraak dan wel aan behoud van de huizen aan de Zuidzijde van de Peperstraat de voorkeur moet worden gegeven, gezien het feit, dat er na afbraak een strook grond voor uitgifte beschikbaar komt. GRONDBEDRIJF. Zoowel de exploitatie der cultuurgronden als die der erfpachtsgronden levert een winst op en wel naar ra ming onderscheidenlijk van 18.474.20 en 17.729.62. Het verlies, dat jaarlijks op de voor bouwterrein be stemde gronden wordt geleden, wordt ingevolge de beheersverordening bij de boekwaarde dier gronden gevoegd. Ofschoon de positie van het Grondbedrijf geen directe zorg baart, is toch de mogelijkheid niet buiten gesloten, dat de door bijschrijving van het verlies steeds stijgende boekwaarde deze de werkelijke waarde zal gaan overtreffen. Of dit inderdaad het geval is, wordt cm de 5 jaren nagegaan, door al die gronden opnieuw te waardeeren. Een eventueel verschil in minder van taxatie en boekwaarde zal uit de gewone middelen dei- gemeente over een tijdvak van 5 jaren aan het bedrijf moeten worden uitgekeerd. WONINGBEDRIJF. Het exploitatietekort van dit bedrijf, dat in 1926 be- dioeg 55.402.23 en voor 1927 werd geraamd op 62.903.24, is voor 1928 uitgetrokken op 62.265.97. Het verlies, dat in 1921 bedroeg 44.270.843, steeg in 1924 tot 71.915.82 en is sindsdien teruggeloopen tot ruim 62.000. Naast dit verlies wordt jaarlijks een niet onbelangrijk bedrag aan verschillende woningvereenigingen en -stichtingen uitgekeerd in den vorm van bijdragen in de exploitatie-tekorten het aandeel der gemeente in die tekorten wordt voor 1928 geraamd op 14.082.03. GASFABRIEK. De ontwerp-begrooting van de Gasfabriek geeft ons geen aanleiding tot het maken van bijzondere opmer kingen. ELECTRICITEITBEDRIJF. Op volgnummer 17 van deze ontwerp-begrooting is uitgetrokken een bedrag van 122.250.als extra uit keering aan de provincie Friesland volgens de overeen komst tot aanvulling der stroomleveringsovereenkomst, met haar aangegaan krachtens Raadsbesluit van 25 Juni 1923. Artikel 5 dezer overeenkomst zegt, o. a. dat uiterlijk drie maanden voor den afloop van een vijfja rigen termijn (de eerste termijn loopt tot 1 Januari 1928) de gemeente aan de provincie zal mededeelen, of zij meent, dat in verband met alle financiëele omstandig heden, in den uitgebreidsten zin genomen, met het Provinciaal Electriciteitsbedrijf verband houdende, ge durende een volgenden vijfjarigen termijn de artikelen 1 en 2, waarin de hoegrootheid der uitkeeringen is neergelegd, toepassing moeten vinden. Gelijk U onzer zijds mondeling reeds werd medegedeeld, heeft ons College, aan deze bepaling uitvoering gevende, aan het Provinciaal Bestuur bericht, dat naar onze meening dit laatste niet het geval is. Het is derhalve niet onmogelijk, dat in het over 1928 en volgende jaren aan de Provincie uit te keeren bedrag verandering komt en dit lager wordt dan waarop het thans moest worden geraamd. OPENBAAR SLACHTHUIS en BANK VAN LEENING. De ontwerp-begrootingen voor deze inrichtingen geven ons geen aanleiding tot het vermelden van bijzonderheden. GEMEENTEREINIGING. Werd voor 1927 het verlies geraamd op 243.932.89, over 1926 bedroeg het werkelijk 234.651.205, terwijl voor 1928 geraamd wordt 237.304.62. Het ten vorigen jare bij de behandeling van de be grooting voor het loopende dienstjaar door ons toege zegde rapport, houdende een overzicht en beschou wingen omtrent den financiëelen toestand van het reinigingsbedrijf sedert 1921, zal spoedig aan den Raad worden overgelegd. 362 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. Bijl. no. 13. GEMEENTEBEGROOTING. In de ontwerp-begrooting is de post „Belasting naar het inkomen" uitgetrokken op hetzelfde bedrag als voor 1927, n.l. 1.450.000.Zooals in de toelichting bij dezen post is vermeld, kan van het belastingjaar 1927/28 op den dienst 1928 een bedrag worden verantwoord van 462.000.De opbrengst van het belastingjaar 1928/29 zal dus moeten bedragen 3/2 X 988.000. 1.482.000.—. Waar wij voor het belastingjaar 1928/29, everials voor 1927/28, weder een cijfer van aanslag ramen van netto 26.500.000, daar is het duidelijk dat, om tot een opbrengst te geraken ais hiervoor werd becijferd, n.l. 1.482.000.het cijfer 5.6 voor het komende belas tingjaar dient gehandhaafd te worden. Intusschen komt deze aangelegenheid in Mei 1928 weder aan de orde, daar dan het percentage, waarnaar voor het belastingjaar 1928/29 belasting naar het in komen zal worden geheven, dient te worden bepaald. Het bedrag der schulden van onze gemeente (uit gezonderd die bij wijze van annuïteit aangegaan) be draagt op 1 Januari 1928 7.088.000.Aan rente en aflossing moet daarvan worden betaald 325.500. en 231.700.totaal 557.200.(de leeningen oorspronkelijk groot 650.000.en 75.000.in 1921 ten behoeve van de waterleiding aangegaan en waarvan deze rente en aflossing betaalt, zijn hier niet onder gerekend). Bovendien is het noodzakelijk, binnen afzienbaren tijd eene leening ad 1.600.000.te sluiten voor tekorten, aflossingen en aankoop van het Grond bedrijf over de jaren 1921 t/m 1926, plaats gehad heb bende uitbreidingen Gemeentelijk Electriciteitbedrijf, Gasfabriek en Reinigingsbedrijf, scholenbouw, enz. Wij maken er U evenwel opmerkzaam op, dat tegen over het bedrag der schulden een aanzienlijk productief bezit van de gemeente staat, waartoe o.a. behooren de gronden, die tegen een behoorlijke erfpacht zijn uit gegeven en waarvan de opbrengst geregeld binnenkomt, de woningen, waarvan regelmatig huur getrokken wordt, zoomede tal van andere rentegevende bezittingen. Het bedrag van het bezit is vrijwel gelijk aan het totale schuldencijfer. Bij de stukken is o.m. gevoegd een adres d.d. 28 October 1927 van het hoofdbestuur van den Algemeenen Nederlandschen Politiebond, houdende verzoek de sala- riëering van het politiepersoneel te herzien. Wij zijn bereid om, indien te eeniger tijd eene wijziging van de salarisverordening aan de orde mocht komen, ook de loonen van het politiepersoneel onder oogen te zien en daarbij mede te letten op hetgeen in het onderhavige adres wordt medegedeeld. Onder deze omstandigheden kan het verzoek thans voor kennisgeving worden aan genomen. Wij geven U in overweging bij de vaststelling der begrootingen tevens te besluiten a. de eventueel over het exploitatiejaar 1928 door de gemeentelijke gasfabriek te maken winst in de gemeentekas te storten b. Burgemeester en Wethouders op te dragen na te gaan, welke de gevolgen, zoowel financiëele als andere, zullen zijn van opheffing der Gemeentelijke Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus, zoomede van ver mindering van het gemeentelijk bewaarschoolonderwijs en daarover rapport uit te brengen c. het adres van het hoofdbestuur van den Alge meenen Nederlandschen Politiebond in zake de salari- ëering van het politiepersoneel voor kennisgeving aan te nemen d. aan de onderscheidene overige adressanten, voor zoover zij zich tot U hebben gewend, te doen weten, dat op hunne adressen is gelet e. het hierbij overgelegde ontwerp-besluit, houdende machtiging aan Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een tijdelijke geldleening ad 2.000.000. ter voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld, tot besluit Uwer Vergadering te verheffen. Leeuwarden, 5 November 1927. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN, Secretaris. 363

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1927 | | pagina 181