Bijlage no. 14.
11
I Jj
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. Bijl. no. 14.
WIJZIGING van de verordening op den keurings
dienst van vee en vleesch.
Aan den Gemeenteraad.
In artikel 24 der verordening op den keuringsdienst
van vee en vleesch in de gemeente Leeuwarden is aan
gegeven, op v/elke plaatsen de stempelmerken moeten
worden aangebracht, waarvan goedgekeurd vleesch
ingevolge art. 44 van het Koninklijk besluit van 5 Juni
1920 (Staatsblad no. 285) voorzien moet zijn. Die
plaatsen zijn zoodanig gekozen, dat de merken ook na
het uitsnijden van het vleesch in de winkels zoo lang
mogelijk zichtbaar blijven. Zoo is voor varkens voor
geschreven, dat de stempels ook moeten worden afge
drukt op twee plaatsen van den binnenribwand, zulks
om te voorkomen, dat geen enkel stempelmerk zoude
overblijven na het verwijderen van de speklaag. Niet
temin is in de praktijk gebleken, dat de hierbedoelde
merken vrijwel steeds onleesbaar zijn, doordat een be
hoorlijke afdruk op de genoemde plaatsen zeer moeilijk
te verkrijgen is. Het gevolg hiervan is, dat de controle
wordt bemoeilijkt, met name, dat zelden kan worden
uitgemaakt of men te doen heeft met varkensvleesch,
afkomstig van hier ter stede, dan wel van elders ge
slachte dieren, en dat verscheidene partijen varkens
vleesch zoodoende aan de invoerkeuring zouden kunnen
worden onttrokken.
Burgemeester en Wethouders hebben ons nu ver
zocht, eene aanvulling van de bovenvermelde verorde
ning te ontwerpen, ten einde het hier geschetste bezwaar
te ondervangen. Dit kan geschieden door het aanbren
gen voor te schrijven van steeds leesbare merkteekens
op dat gedeelte van den binnenribwand van in het
Openbaar Slachthuis alhier geslachte varkens, dat deel
blijft uitmaken van de carbonadestrengen; voor dit doel
kunnen kleine ronde stempels worden gebruikt, op
iederen binnenribwand eenige malen te plaatsen.
Aan de uitnoodiging van Burgemeester en Wethou
ders gevolg gevende, bieden wij U hieronder eene
ontwerp-verordening ter vaststelling aan, die, na het
bovenstaande, op dit punt weinig verdere toelichting
behoeft. Slechts zij nog opgemerkt, dat de nieuwe
stempels niet te beschouwen zijn als goedkeurings-
merken, maar als afzonderlijke contröleteekens, aange
bracht ter wille van een deugdelijk toezicht op het in
deze gemeente ingevoerde varkensvleesch. In verband
hiermede dient in het eerste lid van artikel 11 naast de
daar bedoelde goedkeuringsmerken ook van het nieuwe
in te voeren stempelmerk melding te worden gemaakt.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik U voor te
stellen, in de verordening op den keuringsdienst van
vee en vleesch nog eene andere wijziging aan te
brengen, waarvan de wenschelijkheid in de praktijk
eveneens is gebleken. Het Openbaar Slachthuis is n.l.
ingevolge artikel 14 van genoemde verordening te allen
tijde geopend voor het doen van aangifte van gestorven
of in nood gedoode dieren. De hulpkeurmeester, die bij
het Slachthuis woont, is aangewezen voor het in ont
vangst nemen van bedoelde kennisgevingen, hetgeen
ten gevolge heeft, dat genoemde ambtenaar steeds be
schikbaar moet zijn en zelfs op Zon- en feestdagen geen
gelegenheid heeft, om zich van huis te begeven. Met
den Directeur van het Openbaar Slachthuis zijn wij van
gevoelen, dat bestendiging van dezen toestand onbillijk
en onnoodig is en dat het mitsdien aanbeveling verdient
te dezen den Zondagsdienst door alle hulpkeurmeesters
bij toerbeurt te doen verrichten, waardoor zij dan een
maal in de drie weken ter beschikking zullen moeten
blijven. Hunne voortdurende aanwezigheid in het
slachthuis op bedoelde dagen is intusschen niet nood
zakelijk, immers de hierboven vermelde kennisgevingen
kunnen aan het politiebureau worden gedaan; de dienst
doende politiebeambte kan dan de aangevers naar den
betrokken hulpkeurmeester verwijzen of dezen doen
waarschuwen. Een dergelijke regeling vindt reeds zonder
bezwaren plaats tijdens de vacantie van den tot dus
verre hiervoor aangewezen hulpkeurmeester.
Artikel 14 van de verordening ware derhalve dien
overeenkomstig te wijzigen.
Op grond van het bovenstaande geven wij U, met
overlegging van de desbetreffende stukken, in over-
weging tot vaststelling van de in ontwerp hierachter
afgedrukte verordening over te gaan.
Leeuwarden, 8 November 1927.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
J. M. VAN BEYMA, Voorzitter.
365