Bijl. no. 16. BEDRIJFSBEGROOT1NGEN. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. zou zulks klemmen, wijl geen verzekeringsmaatschappij zoo goedkoop voor de pensioenen zorgde onbillijk is het dat 20 der belastingpenningen der gemeente- naren tot de pensionneering der ambtenaren wordt aangewend Andere leden hadden den indruk, dat Burgemeester en Wethouders een uitspraak op dit punt van den Raad wenschten. Waarom, zoo vroegen zij, vroegen Burge meester en Wethouders geen opdracht om de finan- ciëele en andere gevolgen hiervan na te gaan Ge vraagd werd, of Burgemeester en Wethouders alsnog bereid waren een zoodanig voorstel te doen. Geheel overbodig werd het geacht, dat Burgemeester en Wethouders een opdracht van den Raad vroegen, gelijk geschiedde in het voorstel sub b van den Raads brief. Dit onderzoek hadden Burgemeester en Wethou ders toch zelfstandig kunnen instellen of moet, zoo werd gevraagd, met het oog op de breed uitgemeten en eigenlijk van zelf sprekende reserves, aangenomen worden, dat Burgemeester en Wethouders hun voorstel doen in de hoop, dat de Raad het zal verwerpen Enkele leden betreurden het voorstel sub c van den Raadsbrief deze leden zouden gaarne medewerken aan de verhooging der salarissen van het politiepersoneel. Andere leden achtten het huidige oogenblik voor een partiëele salarisherziening al zeer ongeschikt; zij zou den er de voorkeur aan geven eerlang een algeheele salarisherziening aan de orde te stellen bij die gele genheid zou dan de pensioensaftrek mede moeten wor den beoordeeld. Sommige leden betreurden, dat verlaging van belas tingen nog niet in uitzicht kon worden gesteld zij achtten den belastingdruk voor een stad als Leeuwarden te hoog. Bij een ander beleid zou zulks, zoo meenden zij, wel zijn te bereiken. Tot de nieuwe regeling der ver houding tusschen het Rijk en de gemeente, die jaarlijks rond 50.000.als bate zou opbrengen, mocht zulks niet wachten. Behalve het bezwaar dat dit ten slotte neerkomt op verschuiven der lasten, rekenen zij het tot plicht der gemeentelijke overheid om tot verlichting der zware" gemeentelijke lasten zelfstandig mede te werken. Door een der leden werd er op gewezen, dat de laat ste jaren de begrooting te zeer beheerscht werd door de batige saldi van het vóór-vorige dienstjaar. Naar zijn meening moest gestreefd worden naar ramingen, die deze saldi beperken. Waarschijnlijk, zoo meende dit lid, kon over 1927 weer op een groot saldo gerekend worden, gezien het feit, dat uit belastingen alleen een bedrag van rond 66.000.boven de raming mag worden verwacht. Hij vroeg, of het geen aanbeveling verdient een belangrijk deel van deze te veel geheven belasting als bijdrage voor den dienst 1928 te gebruiken, om daardoor tot belastingverlaging te komen. Enkele leden meenden, dat ook de post „Onvoorziene uitgaven" te hoog geraamd was; zij wenschten verlaging, omdat een groot bedrag op dezen post een zuinig beleid in den weg staat; bovendien zou dit tot belastingverlaging bevorderlijk zijn. Tegen het voorstel, om het aantal zittingen van den Raad te verminderen, hadden vele leden ernstig be zwaar zij meenden, dat nu reeds tijd tot voldoende bestudeering der onderwerpen ontbrak, welke moeilijk heid nog grooter zou worden, indien de agenda's grooter werden bovendien achtte men een voortdurend contact met het dagelijksch bestuur volstrekt nood zakelijk. Gewezen werd op de dikwijls onvoldoende voor lichting van den Raad in bijlage no. 6 van 1927 b.v. zijn de cijfers van aanslag als netto-cijfers gegeven en gebruikt, terwijl later de wethouder van Financiën deze cijfers als bruto-cijfers aanmerkte. Opheldering op dit punt werd noodzakelijk geacht. Het cijfer van aanslag voor 1927/28 in den Raads brief van 13 October 1927 op minstens 27.500.000 zonder meer aangegeven, wordt nu bij de begrooting weer tot 26.500.000 netto teruggebracht. Noodzakelijk werd geacht een nauwkeurige en volle dige voorlichting van den Raad belangrijke motieven mogen niet eerst bij de mondelinge behandeling ter tafel worden gebracht en ontbreken in den Raadsbrief. Gaarne zou men de agenda en de stukken voor de raadsvergadering eerder ontvangen, opdat meer tijd voor de voorbereiding der zittingen beschikbaar zou komen. Ten einde te komen tot bezuiniging werd de wensch geuit, dat geen ambtenaar meer zou worden aangesteld, dan nadat de Raad over die aanstelling gehoord was, ook niet in die gevallen, waar de benoeming van den functionaris behoort tot de competentie van het dage lijksch bestuur. Gevraagd werd naar de uitbreidingsplannen, waar omtrent reeds 10 jaren geheimzinnigheid werd betracht. Teleurstelling werd geuit over het niet antwoorden van Burgemeester en Wethouders op missives van de Kamer van Koophandel, een ernstig en belangrijk lichaam, dat zich tot Burgemeester en Wethouders wendde met dempingsvoorstellen en omtrent het ver- keersvraagstuk en later nog eens over het gastarief voor groot-gasverbruikers. .Wat is, zoo vroeg een lid, de meening van Burge meester en Wethouders omtrent eventueele doorgraving van de Oostersingel af bij het Cambuursterpad naar de Verversbrug? Kan daardoor te zijner tijd het verkeers- viaagstuk daar ter plaatse worden opgelost, terwijl dan wellicht met één brug in plaats van twee (Rijksbrug en Verversbrug) kan worden volstaan, terwijl zoowel het verkeer te water als op den weg door het vervallen van de lastige bocht in het vaarwater daarmede is ge baat? Een ander lid stelde hier tegenover de meening, dat voorloopig op de verbreeding van de Verversbrug moest worden aangestuurd, wijl het groote plan nog wel niet dadelijk zou worden uitgevoerd. Gevraagd werd, of Burgemeester en Wethouders zouden willen overwegen, om in overleg te treden met Gedeputeerde Staten nopens de vaarwaters, die Leeu warden met Harlingen, Groningen en Lemmer ver binden betere vaarwaters zouden, zoo meende men, vestiging van industrieën ten gevolge hebben. Omtrent eventueele vereeniging van een deel der gemeente Leeuwarderadeel met Leeuwarden, zou men, zoo mogelijk, gaarne van Burgemeester en Wethouders inlichtingen ontvangen. Opgemerkt werd, dat de toe stand bij den overweg naar de Schrans onhoudbaar is. Men zou de meening van Burgemeester en Wethouders, omtrent eventueele verbetering daarvan, gaarne willen weten. Een lid was het opgevallen, dat in een der grachten een aanlegsteiger gebouwd was hij herinnerde zich niet een daartoe strekkend raadsbesluitindien zulks juist ware, zoo vroeg men, was hier dan niet gehandeld in strijd met de Gemeentewet Inlichtingen werden gevraagd omtrent den stand der onderhandelingen betreffende aankoop van grond voor den aanleg van een speelterrein aan den Groninger straatweg. Gevraagd werd mede, of met belanghebbenden over eenstemming bereikt was op het punt van bestrating der Hollanderstraat. Op de gemeentelijke verordeningen zouden de leden van den Raad gaarne een klapper ontvangen, mitsga ders driemaandelijksche staten der begrootingswijzi- gingen. Gevraagd werd ook, of Burgemeester en Wethouders het resultaat konden mededeelen van het onderzoek, dat was toegezegd in zake het te stichten wandelpark iri het Oosten of het Zuidoosten der stad. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. GEMEENTEWERKEN. Opgemerkt werd, dat de eventueel te benoemen bezuinigingscommissie hier vooral een taak zou vinden door na te gaan, hoeveel en waar ware te bezuinigen op telephoons, op personeel, enz. Tegen plannen omtrent verbreeding der Peperstraat werd door eenige leden gewaarschuwd. Vooreerst om financiëele overwegingen en bovendien, omdat door een goeden parallelweg de Peperstraat als verkeersweg in beteekenis heeft verloren. Volgnummer 107. Gevraagd werd wanneer de plan nen voor de te stichten barak voor besmettelijke ziekten tegemoet kunnen worden gezien. Volgnummer 112. Opgemerkt werd, dat degenen, die aan het bureau der gemeentebelastingen komen voor reclames of met het doel inlichtingen te vragen, aan het loket in tegenwoordigheid van derden te woord gestaan worden zulks werd niet juist geacht maatregelen ter verbetering werden gevraagd. Volgnummer 124. De wenschelijkheid, om de uri noirs van waterspoeling te voorzien, werd van meer dere zijden te kennen gegeven. Volgnummer 126. Gevraagd werd, of de bouwpolitie wel voldoende toezicht hield op steigermateriaal men betwijfelde zulks, wijl enkele ongelukken waren voor gekomen. Wijziging der bouwverordening werd bepleit in dien zin, dat de scheidingsmuren boven de balklaag in wo ningen minstens één-steens zouden moeten zijn, wijl bij de tegenwoordige bouworde de slaapkamers vee! te hoorig zijn. Ook zag men gaarne een bepaling opgenomen, die in nieuw te bouwen woningen tot het maken van clo sets met waterspoeling verplichtte op den duur zou dit den Reinigingsdienst ook ten goede komen. Gevraagd werd/waarom in de 150 gemeentewonin gen z.g. droge closets gemaakt zijn. Volgnummer 128. Betoogd werd de wenschelijkheid van de instelling van een stratenfonds en een plan, opdat te overzien ware, wat in de naaste toekomst ge beuren zal. Gevraagd werd naar de plannen voor den Harlingerstraatweg, ook wijl op dit punt het vorige jaar toezeggingen waren gedaan. De boomen in de Wijbrand de Geeststraat, die mid den in den weg staan, moesten, zoo meende een lid, noodzakelijk verwijderd worden. Eene vermindering van het voor onderhoud van straten en pleinen gevraagde bedrag en een langzamer tempo in het verstraten, behoefde, zoo meenden enkele leden, vitale belangen geenszins te schaden. Kunnen, zoo werd gevraagd, enkele straten, die in 1928 zouden worden verbeterd, niet een jaar wachten Ook de uitbreiding der trottoirs kan, naar deze leden meenen, wel wat uitstel lijden. Een lid zou de meening van Burgemeester en Wet houders willen vernemen omtrent de verbetering van het Schoppershof. Gevraagd werd, waarom niet was uitgevoerd het voorstel tot verbetering van het Noordvliet-Slot, welk voorstel met op één na algemeene stemmen werd aan genomen. Volgnummer 130. Een lid meende, dat de trottoirs in de Claes Bockes Balckstraat, de Eebuurt en de Maria I.ouisastraat achterwege konden blijven. Volgnummer 133. De post „Onderhoud der ponten", werd veel te hoog geacht. Een der leden betreurde, dat wederom geen gelden waren uitgetrokken voor verbetering van de Greuns. Scherper toezicht op het dempen van slooten achtte hij gewenscht. Volgnummer 143. Terwijl met waardeering gespro ken werd over de wijze, waarop de plantsoenen onder houden worden, meende men toch, dat door meer jaar planten door vaste planten te vervangen, bezuiniging mogelijk ware. Zuiniger beheer der plantsoenen gedurende enkele jaren, behoefde, zoo werd betoogd, den plantsoenen niet blijvend te schaden. Andere leden zouden echter achteruitgang op dit gebied zeer betreuren. Hoe denken, zoo werd gevraagd, Burgemeester en Wethouders over het plaatsen van meer rustbanken in het Oranje-Nassaupark, aan de Emmakade en op het Emmaplein Volgnummer 148. Gevraagd werd naar verbetering der Rijksbrug, naar verplaatsing der Witte brug ook, of de brug Hooghout bij Schilkampen niet voor af doende verbetering in aanmerking kwam. Voorts waaraan te wijten is, dat de post gewoon onderhoud van de Oosterbrug nu wederom zoo hoog is. Een lid was van meening, dat de Lijkvaartbrug nood zakelijk opgeruimd moest worden. Hij zou de meening van Burgemeester en Wethouders op dit punt gaarne vernemen. Volgnummer 150. Gevraagd werd, of door vervan ging van het tegenwoordige systeem door verpachting- der bruggen geen gunstiger aspect van dezen post ware te bereiken. Volgnummer 154. Een lid wenschte hier een goed- koopere werkkrachteen jongmaatje zou het hier ge vraagde werk wel kunnen verrichten. Volgnummer 158. Wenschelijk werd geacht het schoonmaken der scholen, enz. aan te besteden. Nog maals werd gewezen op den slechten toestand van het gymnastieklokaal van school VII; ook werd gevraagd of de speelplaats van school XIII niet voor de jeugd van die wijk als speelplaats beschikbaar kon worden gesteld. Volgnummer 161. Het bedrag, uitgetrokken voor onderhoud van schooltuintjes, werd door een der leden te hoog geacht. Volgnummer 163. De rijwielbergplaats werd te kost baar geachtspeciaal werden inlichtingen gevraagd naar de noodzakelijkheid der betegeling. Volgnummer 189. Opgemerkt werd, dat het aantal administratieve krachten groot is gevraagd werd, of beperking mogelijk is. Anderzijds werd aangevoerd, dat hier veel administratief werk verricht wordt, dat tevens aan de secretarie ten goede komthet aantal admini stratieve krachten werd daarom door deze leden niet te groot geacht. Volgnummer 217. Gevraagd werd dezen post voor loopig terug te nemen. Erkend werd, dat de toestand niet fraai is, maar afdoende verbetering werd niet mogelijk geacht, zoo lang kermis- en circustenten hier tijdelijk opgeslagen worden. Anderzijds werd in elk geval eerst een plan ter kennisneming gevraagd. Volgnummer 218. Werd eenerzijds de voorgenomen drainage noodzakelijk geoordeeld, anderzijds wenschte men te vernemen, of dit terrein ook in de toekomst bestemd was voor sportterrein mocht deze grond latei- in aanmerking komen voor bouwterrein, dan was men niet bereid de hier gevraagde gelden toe te staan. GRONDBEDRIJF. Door een der leden werd gevreesd, dat bij de e.k. vijfjaarlijksche taxatie belangrijke verliezen zullen blij ken te zijn geleden. Hij vraagt, of het geen overweging verdient, nu reeds hiervoor te reserveeren. WONINGBEDRIJF. Een der leden stelde de vraag, of Burgemeester en Wethouders ook mogelijkheid zien, de steeds toene mende verliezen op dit bedrijf te verminderen. Verschillende leden waren van oordeel, dat het moei lijk was, te beoordeelen, of in de naaste toekomst nog 373

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1927 | | pagina 186