Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. de hier gemaakte opmerking aandacht zal worden ge schonken. Volgnummer 124. Wij zijn bereid na te gaan of het, ook met het oog op de kosten, wenschelijk is de urinoirs van waterspoeling te voorzien of door het aanleggen van eene waterleiding in de nabijheid der urinoirs den tegenwoordigen toestand, v/aar noodig, te verbeteren. Volgnummer 126. Door de daarvoor aangewezen ambtenaren wordt nauwlettend toegezien op het maken van deugdelijke steigers. Het is ons niet bekend, dat ongelukken, als gevolg van onsolide steigers, zijn voorgekomen. De gehoorigheid van zolderkamers, gescheiden door halfsteensmuren, moet minder geweten worden aan deze muren, dan aan het feit, dat de draagconstructies soms over verscheidene vertrekken doorloopen, waar door het geluid zich gemakkelijk kan voortplanten. Gelet op het feit, dat zelfs het voorschrijven van dikkere muren deze quaestie niet zou oplossen en mede in verband met de vraag, of het wel op den weg van den gemeentelijken wetgever ligt om in de bouwverordening bepalingen omtrent de gehoorigheid van woningen op te nemen, komt het ons voor, dat er geen reden is, om genoemde verordening op dit punt te wijzigen of aan te vullen. Bij het denkbeeld, om voor te bouwen woningen het maken van closets met waterspoeling verplicht te stellen, doet zich o. a. de vraag voor, of dit wel raad zaam is te achten, nu het Reinigingsbedrijf eenige jaren geleden opnieuw is ingericht en daarbij op uitbreiding van den tonnendienst is gerekend. Wij willen deze zaak echter wel in overweging nemen. Droge closets zijn in de 151 gemeentewoningen ge maakt uit overweging, dat die woningen zoo goedkoop mogelijk dienden te worden gebouwd. Destijds toch was het waterleidingtarief zoodanig, dat de aanwezigheid van een closet verhooging van de kosten voor water verbruik tengevolge had. Verder spaarde men er de kosten van den aanleg van reservoirs en leidingen door uit, terwijl men er tevens de kans op het bevriezen der reservoirs door ontging. Volgnummer 128. Binnenkort zal een voorstel tot het in 't leven roepen van een z.g. stratenfonds den Raad bereiken. Komt dit tot, stand, dan kan worden nagegaan, wat er op het gebied van straatverbetering in de naaste toekomst te doen staat. De plannen tot verbetering van een gedeelte van den h'arlingerstraatweg zijn in bewerking en zullen binnen kort opnieuw een punt van bespreking in ons College uitmaken. Verwijdering van de boomen in de Wijbrand de Geeststraat achten wij voorshands uit een verkeersoog- punt niet noodzakelijk; intusschen heeft dit punt onze aandacht. Vermindering van het voor onderhoud van straten en pleinen uitgetrokken bedrag en een langzamer tempo in het verstraten, brengen mede een mindere zorg voor den toestand van de straten. In hoeverre met die min dere zorg genoegen kan worden genomen, is een quaestie van appreciatie. Een behoorlijk onderhouden degelijk wegdek, evenals de aanwezigheid van, zoo mogelijk, ruime trottoirs, komt ons voor, in het alge meen belang te zijn. Verbetering van het Schoppershof zal, bij de gelei delijke uitbreiding van de bebouwde kom der gemeente, mettertijd aan de orde komen. Ten aanzien van het Noordvliet-Slot besloot de Raad, dat ons College met plannen tot verbetering van den toestand ter plaatse zou komen. Dit zal te zijner tijd geschieden. Volgnummer 130. Tot recht begrip van de opmer king, dat, naar de meening van een lid, de trottoirs in de Claes Bockes Balckstraat, de Eebuurt en de Maria I.ouisastraat achterwege konden blijven, zij er op ge wezen, dat in al deze straten trottoirs aanwezig zijn. Dat deze trottoirs van tegels worden voorzien, geschiedt om oeconomische redenen. Voor het verstraten toch van de oppervlakten, bevloerd met Friesche klinkers, is het noodig, over oude bakklinkers te beschikken. Nieuwe bakklinkers kosten n.l. per M2. ongeveer 4.50, terwijl tegels bij inkoop nog geen 40 van dezen prijs kosten. Worden de genoemde trottoirs dus niet met tegels be straat, dan zou men gedeeltelijk dure bakklinkers moeten koopen. Volgnummer 133. Het maken van een oeververdedi ging aan de Greuns komt ons niet direct noodzakelijk voor. Op het dempen van slooten wordt o. i. voldoende toegezien. Volgnummer 143. Voor de waardeering, uitgespro ken over de wijze, waarop de plantsoenen worden on derhouden, zijn wij erkentelijk. Waar uit het hier door Rapporteurs medegedeelde blijkt, dat de meeningen in zake vermindering van de uitgaven voor de parken en plantsoenen verdeeld zijn, mogen wij volstaan met er op te wijzen, dat wij op de desbetreffende posten van de begrooting voor het jaar 1928 rond 5500.minder hebben uitgetrokken dan in die voor 1927 was opgenomen. Ons streven om, zonder de voor deze gemeente van veel beteekenis zijnde plantsoenen te schaden, ook op dit punt te be zuinigen, moge daaruit blijken. Het plaatsen van banken in kleine plantsoenen is over het algemeen minder gewenscht; veelal toch dienen zij als speelplaats voor kinderen. Het is dan ook reeds enkele malen voorgekomen, dat door de omwonenden werd verzocht die banken weg te nemen. Tegen het plaatsen van eenvoudige banken langs de Emmakade, tusschen de boomen, hebben wij. nu zulks weinig kosten medebrengt, geen bezwaar. Volgnummer 148. Omtrent verbreeding van de Rijks- brug is door ons met den Minister van Waterstaat correspondentie gevoerd; verdere onderhandelingen hierover zijn nog gaande. Betreffende verplaatsing van de Wittebrug kunnen wij, in verband met andere plannen, nog geen defini tieve mededeelingen doen. De brug, genaamd het Hooghout, bij Schilkampen, is in den loop van dit jaar nagenoeg geheel vernieuwd. Wij brengen hierbij in herinnering, dat in Uwe verga dering van 15 November j.l. een adres van belangheb benden ter zake om praeadvies in onze handen is gesteld. Voor het onderhoud van de Oosterbrug is 800. uitgetrokken, waaruit bestreden moeten worden de kosten van herstelling van den Zuidelijken hoofdligger; die van versterking der hekken (welke door het vaak onnoodig ruw opengooien door het publiek veel te lijden hebben); die van den benoodigden electrischen stroom, zoomede van onvoorzien onderhoud. Opruiming van de Lijkvaartsbrug is niet mogelijk, zoolang de lijkvaart bestaat. De demping van deze laatste hangt samen met het plan voor wegverbetering ter plaatse. In dit verband zij er aan herinnerd, dat een hiertoestrekkend voorstel in Uwe vergadering van 18 Augustus 1925 werd behandeld. Ons College vond toen in de daaromtrent gehouden besprekingen aanleiding zijn voorstel in te trekken, met de toezegging, dat zoo mogelijk (hierop werd de nadruk gelegd) het z.g. groote plan op de begrooting voor 1926 zou worden gebracht. Na hernieuwde overweging van deze aangelegenheid kwamen wij tot de overtuiging, welke wij ook thans nog zijn toegedaan, dat uitvoering van bedoeld plan, hoewel verbetering ter plaatse wenschelijk zou zijn, voorloopig niet noodzakelijk was te achten. Volgnummer 150. Voorstellen tot vervanging van het tegenwoordige stelsel door verpachting van de op brengst der bruggelden zijn van ons College niet te verwachten. Volgnummer 154. De hierbij gemaakte opmerking is ons niet recht duidelijk; voor de beide begraafplaatsen 380 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1927. Bijl. no. 11. tezamen is één tuinman aangesteld, wiens belooning voor de helft op de kosten van de Noorderbegraafplaats en voor de andere helft op die aan de Spanjaardslaan drukt. Of „een jongmaatje" het hier gevraagde werk zou kunnen verrichten, betwijfelen wij sterk. Volgnummer 158. In tegenstelling met de hier uit gesproken meening, komt aanbesteding van het schoon maken der scholen ons niet wenschelijk voor. De toestand van het gymnastieklokaal van school 7 is o. i. niet zoo slecht, dat daarin nog in dit begroo- tingsjaar verbetering moet worden gebracht. De vraag, of de speelplaats van school 13 niet voor de jeugd uit die wijk beschikbaar kan worden gesteld, zal door ons tegelijk met de quaestie der speelterreinen onder oogen worden gezien. Volgnummer 161. Uit het door ons op dezen post uit getrokken bedrag voor het onderhoud van schooltuintjes 500.blijkt, dat wij dit niet te hoog achten. De aangevraagde gelden zijn noodig voor het aanschaffen van zaden, eenige planten, e. d. en is voor 10 tuintjes zuinig geraamd. Uit dezen post worden tevens bestre den de kosten van het onderhoud van plantsoengedeelten bij de schoolgebouwen. Volgnummer 163. Een belangrijk deel van het voor de hierbedoelde rijwielbergplaats benoodigde bedrag wordt gevorderd voor de betegeling. Niettemin is het aanbrengen daarvan raadzaam, omdat bij het ontbreken van tegels het aanwezige grindvek! spoedig onbruikbaar zal zijn en tegels, in tegenstelling met grind, praktisch geen onderhoud vragen. Volgnummer 189. Het aantal administratieve krach ten bij het bedrijf der Gemeentewerken is in evenredig heid met den omvang van de administratie bij dien diensttak en naar ons oordeel niet te groot. Volgnummer 217. Ons College vindt geen aanleiding dezen post voorloopig terug te nemen. Volgens den zin der hier gemaakte opmerking zou verbetering van het plein eerst na afschaffing van de kermis tot stand kunnen komen; de kermis toch zal wel steeds op het Wilhel- minaplein gehouden moeten worden. Op de vraag naar een plan van de voorgenomen verbetering zij geant woord, dat van de herstrating van een bestaande straat of plein bezwaarlijk een plan kan worden overgelegd; het werk bestaat uit het vervangen van de oude steenen door nieuwe. Volgnummer 218. Wil het sportterrein in de eerst komende jaren aan zijn doel kunnen beantwoorden, dan is draineering noodzakelijk. GRONDBEDRIJF. De vraag, of het aanbeveling verdient om nu reeds een reserve te gaan vormen, ten einde daaruit te kunnen putten, indien bij de eerstvolgende schatting de taxatie een lagere waarde aanwijst dan de totale boekwaarde van de voor bouwterrein bestemde gronden, zal door ons onder oogen worden gezien. WONINGBEDRIJF. Mogelijkheid om het verlies op dit bedrijf te vermin deren, zien wij voorshands niet. Een overzicht van de woningmarkt te dezer stede, zoomede van het aantal krotwoningen en van de onbe woonbaar verklaarde woningen, zullen wij te zijner tijd overleggen. De vraag, of van gemeentewege al dan niet tot den bouw van meer woningen moet worden over gegaan, hangt met den toestand van de woningmarkt, gelijk die uit bedoeld overzicht zal blijken, nauw samen. GASFABRIEK. Inderdaad zijn er kolen goedkooper aangekocht kun nen worden, dan geraamd was, hetgeen een gevolg is van de omstandigheid, dat de markt sedert het samen stellen van de ontwerp-begrooting is gedaald. Of de cokes meer zal opbrengen dan in de begrooting is aangenomen, kan slechts gehoopt, doch niet met zekerheid gezegd worden. Het maken van een opgave, welke ingezetenen van de goedkoope aanbiedingen van cokes gebruik maken, is een omvangrijk en tijdroovend werk, hetwelk o. i. de moeite niet loont. Wel kan, in het algemeen, worden medegedeeld, dat van die aanbieding door 4300 gezinnen gebruik is gemaakt, dat de cokes in het meerendeel der gezinnen komt, die gelegenheid tot op slag hebben, en dat het onjuist zou zijn te beweren, dat de goedkoope cokes door de meergegoeden wordt afgenomen en de mingegoeden daarvan niet profiteeren. ELECTRICITEITBEDRIJF. De mogelijkheid van verlaging der electriciteits- tarieven heeft uiteraard onze aandacht. De bedoeling van het z.g. piektarief is, het verbruik van electriciteit voor huishoudelijke doeleinden te be vorderen. Winkeliers kunnen dus voor hun huishouding een piekmeter bekomen. In hoeverre het wenschelijk is een regeling te treffen, die het mogelijk maakt den piek meter ook voor winkel- en étalageverlichting toe te passen, maakt een punt van overweging in ons College uit. Het komt ons niet gewenscht voor, speciale overeen komsten af te sluiten voor electriciteitslevering beneden 5000 K.W.U., mede, omdat in een dergelijk geval vaak een piekmeter zou kunnen worden toegepast. In den brief, waarbij wij de ontwerp-begrootingen aan Uwe Vergadering aanboden, schreven wij o. a., dat het niet onmogelijk is, dat in het over 1928 en volgende jaren aan de Provincie uit te keeren bedrag (post \ld) verandering komt en dit lager wordt dan waarop het thans moest worden geraamd. Hieruit blijkt, dat de kans op vermindering door ons niet uitgesloten wordt geacht. GEMEENTERE1NIGING. De taak van de werklieden bij den ophaaldienst wil ons niet te zwaar voorkomen. Het gebruik van karren, bij dezen dienst juist afgeschaft, schijnt ons niet aan bevelenswaardig met het oog op het gewicht der tonnen is het niet noodig (gemiddeld weegt een ton 33 K.G.), terwijl het bezigen van karren op het meer of minder hygiënische van dit werk geen invloed heeft. De bij het bedrijf in gebruik zijnde automobielen vol doen uitstekend. In verband met de beslissing van den Raad tot hand having van het compostbedrijf en gelet op het feit, dat bij den bouw van de nieuwe inrichting op een belang rijke uitbreiding van de stad, en dus van dezen dienst, is gerekend, is een plan tot afschaffing van het tonnen stelsel voorloopig niet aan de orde. Dit zal eerst het geval zijn, wanneer blijkt, dat de dienst zulk een om vang gaat aannemen, dat voordeeliger op andere wijze in de vuilverwijdering kan worden voorzien. In antwoord op de vraag, waarom voor het bedienen van drie tractors zes chauffeurs noodig zijn, worde medegedeeld, dat bij het bedrijf 6 voerlieden het chauf- feeren hebben geleerd, van wie 4 voor de tractors en 2 voor den automobiel-sproeiwagen. In het geheel zijn 4 chauffeurs geregeld als zoodanig in dienst, n.l. 3 (dus niet 6) in den gewonen dienst op de tractors en 1 in den reservedienst. De andere twee doen geregeld dienst als voerlieden en vallen als chauffeurs alleen in bij ver lof, vacantie, ziekte, enz. De kosten van onderhoud der tractors zijn geenszins overmatig hoog, in aanmerking genomen, dat de repa raties buiten het bedrijf moeten geschieden en dat in die kosten ook het benzineverbruik is begrepen. In het verslag van Rapporteurs worden verder de onderhoudskosten van een paard bij de Reiniging ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1927 | | pagina 190