f r
Ir
Bijl. no. 4.
Bijlage no. 4.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928.
WIJZIGING van de verordening, regelende den
rang, het getal, de benoeming, enz. der
ambtenaren van de Gemeentewerken
(gemeenteblad 1920 no. 29, 1921 no. 38
en 1925 no. 47) en van de Salarisver
ordening 1919 (gemeenteblad 1927 no. 1).
Aan den Gemeenteraad.
Tengevolge van de benoeming van den heer M. H.
Maas Jr., c i., te voren Adjunct-directeur van Ge
meentewerken, tot Directeur van dien diensttak, is
eerstgenoemde betrekking vacant geworden. Alvorens
echter de voorziening in die vacature te bevorderen,
hebben wij overwogen of het geen aanbeveling verdient
de functie van adjunct-directeur te vervangen door die
van hoofdopzichter (technisch hoofdambtenaar), welke
laatste betrekking vroeger bij Gemeentewerken bestond,
doch die opgeheven werd, toen tot instelling van het
adjunct-directeurschap werd overgegaan.
Met den Directeur van het bedrijf, wiens desbetreffend
rapport wij te Uwer kennisneming bij de stukken hebben
gevoegd, zijn wij van oordeel, dat de betrekking van
adjunct-directeur inderdaad kan worden gemist en dat
in een goede personeelsformatie een hoofdopzichter
beter past dan een adjunct-directeur. Ook de Commissie
voor de Openbare Werken is dit gevoelen toegedaan.
De aan de betrekking van hoofdopzichter (tevens
aangewezen om den Directeur, zoo noodig, te ver
vangen) verbonden bezoldiging behoort naar onze
meening te worden gesteld op 3500.tot 4000.
hetzelfde bedrag, dat ook vroeger aan den hoofd
opzichter was toegekend. Blijkens haar mede te Uwer
inzage gelegd schrijven kan ook de Commissie voor
Georganiseerd Overleg zich met deze jaarwedderegeling
vereenigen. Tegen het voorstel van deze commissie,
om in plaats van den titel „hoofdopzichter" dien van
„technisch hoofdambtenaar" te bezigen, nu bij Ge
meentewerken slechts technische ambtenaren en geen
opzichters werkzaam zijn, hebben wij geenerlei bezwaar.
In zijn overgelegd rapport bespreekt de Directeur o. a.
ook de wenschelijkheid van het aanstellen van een chef
ONTWERP 4.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 3.
Voor den dienst der Gemeentewerken worden aan
gesteld
a. een directeur;
b. een adjunct-directeur;
c. een gemeentelijk inspecteur voor het woning
toezicht;
d. ten hoogste negen technische ambtenaren;
e. een boekhouder;
een adjunct-commies-kassier;
g. een adjunct-commies;
h. een door Burgemeester en Wethouders te bepalen
getal klerken, onderscheiden in le, 2e en 3e klerken;
i. het vereischte getal werklieden, waaronder be-
hooren de concierges en schoonmaaksters.
Het personeel onder letter d vermeld, kan door Bur
gemeester en Wethouders tijdelijk worden uitgebreid.
der teekenkamer. In beginsel kunnen wij met dat denk
beeld wel medegaan, doch wij zouden ons te dier zake
van een definitief voorstel aan Uwe Vergadering willen
onthouden, totdat de behandeling van de aanhangige
salarisherziening, welke thans bij de Commissie voor
Georganiseerd Overleg in overweging is, toelaat zich
een juist oordeel te vormen omtrent de aan laatst
genoemde betrekking te verbinden jaarwedde.
Ten aanzien van de overige in het meergemelde rap
port van den Directeur vervatte voorstellen betreffende
de formatie van het personeel bij Gemeentewerken, zij
medegedeeld, dat die aangelegenheid nog een punt van
overweging bij ons College uitmaakt.
De U hieronder ter vaststelling aangeboden ontwerp
verordeningen behoeven, naar het ons voorkomt, geen
bijzondere toelichting. Slechts merken wij op, dat de
tweede zinsnede van art. 6 der verordening sub A kan
vervallen in verband met art. 4 van het Ambtenaren
reglement, waarin de benoeming van de ambtenaren in
handen van ons College is gelegd, tenzij de wet of de
verordening die aan anderen heeft opgedragen of Uw
Raad zich, waar mogelijk, de benoeming uitdrukkelijk
heeft voorbehouden.
Op grond van het bovenstaande en onder mede-
deeling, dat een voorstel tot wijziging van nog enkele
andere verordeningen, hiermede verband houdende, U
eerlang zal bereiken, geven wij U thans in overweging:
a. over te gaan tot vaststelling van de beide in
ontwerp hierachter afgedrukte verordeningen;
b. in te trekken Uw besluit van 28 Juli 1925 tot
vaststelling eener instructie voor den adjunct-directeur
der Gemeentewerken.
Leeuwarden, 5 Januari 1928.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
M. VAN BEYMA, Burgemeester.
'E. SCHOTMAN. Secretaris.
VERORDENING, houdende wijziging van de
verordening, regelende den rang, het
getal, de benoeming enz., der ambte
naren van de Gemeentewerken (ge
meenteblad 1920 no. 29, 1921 no. 38
en 1925 no. 47).
Artikel I.
Het bepaalde in artikel 3, eerste lid, onder b en c
van bovengenoemde verordening, wordt gelezen als
volgt
„b. een gemeentelijk inspecteur voor het woning
toezicht;
c. een technisch hoofdambtenaar;"
343