Bijl. no. 6. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. In deze verordening wordt verstaan 1°. enz. 4°. onder „motorrijtuig" ieder voertuig dat door de motor- en rijwielwet onder dat begrip wordt ge rangschikt; 5°. onder „trekdieren" paarden, hitten, muildieren, ezels; 6°. onder „vee" runderen, schapen, varkens; 7°. onder „bestuurder van voertuigen, trekdieren, motorrijtuigen of rijwielen" hij die deze bestuurt of onder zijn onmiddellijk toezicht doet besturen; 8°. onder „eene bebouwde kom der gemeente" elke verzameling van drie of meer woonhuizen, die aan elkander, of op een afstand van minder dan 50 meter van elkander zijn gelegen; 9°. onder „de bebouwde gemeentekom" dat ge deelte der gemeente, dat ingesloten wordt door het Stationsplein, den Zuidersingel, de Sneekerkade, de Verlaatsbrug, de Elisabethstraat, de Fonteinstraat, de Bildtsche straat tot aan den Harlingerstraatweg, de straat van het punt waarbij laatstgenoemde straten samenkomen in Noordoostelijke richting tot den Stien- serweg, de Leeuwrikstraat, het Spanjaardsplein, de Spanjaardslaan tot aan de Oostgrens van het Rengers- park, de Oostgrens van dat park tot aan de Ijsbaan, de Zuidgrens van de Ijsbaan, de Oostgrens van de Ijs baan tot aan de 3de Korte Houtstraat, de 3de Korte Houtstraat, het verlengde van deze tot den Oostelijken oever van de Dokkumer Ee, de Dokkumer Ee van dit snijpunt af tot aan de Kloostersteeg, deze steeg, de Oldegalilëen van deze steeg af tot de Leliestraat, de Leliestraat, de Willem Sprengerstraat, den Rijksweg van deze straat af tot de straat ontworpen op de kadas trale perceelen sectie F nos. 3303, 3752, 3330, 3450 en 1573, in zuidelijke richting tot het Kalverdijkje, deze straat in zuidelijke richting tot den Weg naar Cambuur, deze straat, het Gedempte Oranjewaltje, het Noordvliet Oostwaarts van deze straat tot aan de Poppebrug, de Poppebrug, den Poppeweg Zuidwaarts van die brug, den Kanaalweg Noordzijde tusschen den Poppeweg en de tweede Kanaaldrug, de tweede Kanaaldrug, de Julianastraat, de Spoorstraat van den spoorovergang bij de Julianastraat tot den Weg Achter de Hoven, den Weg Achter de Hoven tot aan den spoorovergang bij de Maria Louisastraat en den Staatsspoorweg van dien overgang af tot aan het Spoorstation, genoemde straten, singels, pleinen, wegen, kaden en bruggen inbegrepen. Art. 37bis. Het is verboden in het openbaar hoedepennen te dragen met onbeschermde punt. VERORDENING, houdende wijziging van de Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden, laatstelijk ge wijzigd bij verordening van 11 Januari 1927 (gemeenteblad no. 5). Artikel 1. Het bepaalde onder 4° van artikel 1 van bovenge noemde verordening wordt gelezen als volgt „onder „motorrijtuig" hetzelfde als daaronder wordt verstaan volgens het bepaalde in artikel 1 der Motor- en Rijwielwet;" Het woord motorrijtuigen", voorkomende onder 7° van artikel 1, vervalt. Na het bepaalde onder 7° van artikel 1 wordt inge voegd eene nieuwe alinea, luidende als volgt „8°. onder „bestuurder van een motorrijtuig" het zelfde als daaronder wordt verstaan volgens het be paalde in artikel 1 der Motor- en Rijwielwet;" Het bepaalde onder 9° van artikel 1 wordt gelezen als volgt „onder „de bebouwde gemeentekom" dat gedeelte der gemeente, dat ingesloten wordt door het Stations plein, den Zuidersingel, de Sneekerkade, de Verlaats- brug, de Elisabethstraat, de Fonteinstraat, de Bildtsche- straat tot aan den Harlingerstraatweg, de straat van I het punt waarbij laatstgenoemde straten samenkomen in Noordoostelijke richting tot de Leeuwrikstraat, de Leeuwrikstraat, het Spanjaardsplein, de Spanjaardslaan I O.Z. tot aan de Oostgrens van het Rengerspark, de Oostgrens van dat park tot aan de Ijsbaan, de Zuid grens van de Ijsbaan, de Oostgrens van de Ijsbaan tot aan de 3de Korte Houtstraat, de 3de Korte Houtstraat, het verlengde van deze tot den Oostelijken oever van de Dokkumer Ee, de Dokkumer Ee van dit snijpunt af tot aan de Kloostersteeg, deze steeg, de Oldegalilëen van deze steeg af tot de Leliestraat, de Leliestraat, de Willem Sprengerstraat, den Rijksweg van deze straat af tot den Weg naar Cambuur, deze straat tot de Insu- lindestraat, deze straat tot den Poppeweg, den Poppe weg in Zuidelijke richting tot het Nieuwe Kanaal, den Kanaalweg N.Z. in Westelijke richting tot de tweede Kanaalbrug, de tweede Kanaaldrug, de Julianastraat, de Spoorstraat van den spoorwegovergang bij de Julianastraat tot den Weg Achter de Hoven, den Weg Achter de Hoven tot aan den spoorwegovergang bij de Maria Louisastraat en den spoorweg van dien overgang in Westelijke richting tot het Station, genoemde straten, singels, pleinen, wegen, kaden en bruggen inbegrepen." I De voor de tegenwoordige achtste en negende alinea's geplaatste aanduidingen „8°" en „9°" worden i vervangen door onderscheidenlijk ,,9°" en ,,10°". Artikel II. Na artikel 31 wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt „Art. 31 bis. Onverminderd het bepaalde bij artikel 95, is het ver boden de hekken, slagboomen, kettingen of andere afsluitinrichtingen van een brug, die geopend en weder vastgezet is, open te doen, op te heffen, op zijde te leggen of weg te schuiven, voordat de op die brug dienst doende beambte daartoe, blijkens een door hem gegeven teeken, toestemming heeft verleend." Artikel III. De artikelen 37bis, 65bis89, 90, 91, 91 bis en 96 vervallen. 348 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928. Art. 65bis. Het is verboden op of in kramen, disschen, karren, kruiwagens of dergelijke voor het verkoopen of ten verkoop uitstallen bestemde of gebruikte voorwerpen of op den grond eetwaren zoodanig uitgestald te hebben, dat zij aan verontreiniging blootgesteld zijn. Art. 89. 1. Het is verboden binnen de bebouwde gemeente kom met een motorrijtuig of een rijwiel in een straat, geen Rijks- of provinciale weg zijnde, te rijden in strijd met de bepalingen van eenig besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij die straat is gesloten verklaard, hetzij voor alle motorrijtuigen, hetzij voor alle motor rijtuigen en voor rijwielen, hetzij voor motorrijtuigen op twee wielen en voor rijwielen, hetzij voor alle motor rijtuigen op meer dan twee wielen, hetzij voor die motor rijtuigen op meer dan twee wielen, welke bij dat besluit te bepalen afmetingen te boven gaan, hetzij voor die motorrijtuigen op meer dan twee wielen motorrijtui gen met minder dan negen zitplaatsen uitsluitend voor het vervoer van personen bestemd uitgezonderd welke een bij dat besluit in verband met samenstelling en inrichting te bepalen gewicht te boven gaan 2. Het verbod, vervat in het vorige lid, is niet van toepassing voor zooverre door Burgemeester en Wet houders van dat verbod, ontheffing is verleend en het daarvan afgegeven bewijs op de eerste vordering van een der ambtenaren van politie aan dezen wordt ver toond. Art. 90. Het gesloten zijn van straten, bedoeld in het vorige artikel, wordt, voor zooverre deze straten „wegen" zijn in den zin van de Motor- en Rijwielwet, aangeduid door waarschuwingsborden van het krachtens artikel 8 dier wet aangewezen model, de juiste plaats en de wijze der plaatsing door Burgemeester en Wethouders te bepalen. Art. 91. De in artikel 89 bedoelde sluiting van straten, behalve die voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen, die een bepaald gewicht te boven gaan, kan niet geschieden ten aanzien van de volgende straten, dienende voor het doorgaand verkeer van a. het Station der Staatsspoorwegen en den Over- ijsselschen straatweg en naar den Groningerstraatweg en omgekeerd Stationsweg, Zuiderplein, Wirdunrer- poortsbrug, Wirdumerdijk, St. Jacobsstraat, Eewal, Wortelhaven, Voorstreek (Westzijde), Amelandspijp, Voorstreek (Oostzijde), Hoeksterend, Rijksbrug; b. het Station der Staatsspoorwegen en den Over- ijsselschen straatweg naar den LIarlinger- of den Stien- serstraatweg en omgekeerd Stationsweg, Sophialaan, Willemskade (Zuidzijde), Verlaatsbrug, Westersingel, Harlingersingel en Spanjaardslaan; c. den Groningerstraatweg naar den Stienserstraat- weg of den Harlingerstraatweg en omgekeerd Rijks- brug, Hoeksterend, brug bij de Gasfabriek (Hoekster- brug), Noorderweg, Noorderbrug, Spanjaardslaan en Harlingersingel. Art. 91 bis. De bestuurder van een motorrijtuig, dat ingericht is voor het vervoeren van meer dan acht personen en zich bevindt op een weg als bedoeld in artikel 1, 2°, der Motor- en Rijwielwet, is verplicht op eerste vordering van een der ambtenaren van politie een geldig bewijs te toonen dat het motorrijtuig voor het gebruik op die wegen door Burgemeester en Wethouders is goedge keurd. 349

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1928 | | pagina 174