60 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928. Den 28sten April 1924 zijn opgeheven de scholen der Roomsch-Katholieke Schoolvereeniging, Speelmans straat 1 (1), Tweebaksmarkt 44 (1) en Tweebaksmarkt 44 (u), zoodat ten behoeve van deze scholen tot en met bovengenoemd tijdstip de vergoeding ex art. 101 moet worden verleend. Behalve de gewone exploitatievergoeding, moet ook de gemeente, die ten behoeve van haar openbare scholen vakonderwijzers heeft aangesteld, jaarlijks aan de bij zondere schoolbesturen, die vakonderwijzers hebben aangesteld, eenzelfde bedrag per lesuur vergoeden, als de gemeente voor haar vakonderwijzers heeft uitgege ven, terwijl verder wordt bepaald, dat deze vergoeding wordt toegekend voor ten hoogste het gemiddeld aantal lesuren, dat in het onmiddellijk voorafgaand kalender jaar aan de overeenkomstige openbare scholen door vakonderwijzers werd les gegeven. Bij besluit van ons College d.d. 3 October 1924 no. 1252 is het bedrag, hetwelk over 1923, dus het onmid dellijk voorafgaande kalenderjaar, per lesuur werd uit gegeven voor de door de gemeente aangestelde vak onderwijzers, bepaald a. voor het gewoon lager onderwijs op 1.68, met een maximum aantal lesuren per school van 348 b. voor het uitgebreid lager onderwijs op 2.15, met een maximum aantal lesuren per school van 2404. Met bovenstaande gegevens is samengesteld het aan ommezijde vermelde staatje. Aan de in vorenstaand overzicht vermelde scholen is vanaf 1922 een vergoeding ex art. 101, le lid, toege kend, zoodat thans uitvoering moet worden gegeven aan art. 101, 8e lid, hetwelk bepaalt, dat om de drie jaren de vergoeding moet worden verminderd tot het bedrag, hetwelk noodig is tot goedmaking van de over dat tijd vak ten behoeve van de bijzondere school werkelijk ge maakte kosten, bedoeld in het 5e lid van dat artikel, na aftrek van de volgens de gemeentelijke verordening verschuldigde schoolgelden. Gevolg gevende aan de in art. 103 der wet opgenomen bepaling, dat na afloop van het tijdvak, bedoeld in het 8e lid van art. 101, de bescheiden tot staving van de over dat tijdvak gedane uitgaven moeten worden over gelegd, heeft het Bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolvereeniging voor haar scholen Speelmansstraat 1 (1), Tweebakmarkt 44 (1) en Tweebaksmarkt 44 (u) ingezonden de kwitanties, betrekking hebbende op het gewoon en het vakonderwijs over het tijdvak 1 Januari 192229 April 1924 en de overige schoolbesturen voor hun scholen de kwitanties over het tijdvak 1 Januari 1922 t/m 31 December 1924. Het 9e lid van art. 101 der wet is op 1 Januari 1923 in werking getreden, zoodat over 1923 voor de eerste maal een vergoeding voor vakonderwijs is verleend. Blijkens de overgelegde bescheiden is in totaal uit gegeven a. voor de school Speelmansstraat no. 1 een bedrag van 8569.37 ten behoeve van het gewoon onderwijs; b. voor de school Tweebaksmarkt no. 44 een bedrag van 10.899.625 ten behoeve van het gewoon onder wijs en van 336.60 ten behoeve van het vakonderwijs; c. voor de school Groote Kerkstraat no. 89 een bedrag van 11.406.675 ten behoeve van het gewoon onderwijs en van 1930.65 ten behoeve van het vak onderwijs; d. voor de school Groote Kerkstraat no. 11a (thans no. 81) een bedrag van 16.891.37 ten behoeve van het gewoon onderwijs en van 2049.60 ten behoeve van het vakonderwijs; e. voor de school Pieter Feddesstraat no. 2 een bedrag van 20.196.32 ten behoeve van het gewoon onderwijs en van 3800.04 ten behoeve van het vak onderwijs; voor de school Leeuwrikstraat no. 10 een bedrag van 13.112.23 ten behoeve van het gewoon onderwijs en van 2007.60 ten behoeve van het vakonderwijs; g. voor de school Margaretha de Heerstraat no. 2 een bedrag van 20.942.54 ten behoeve van het gewoon onderwijs en van 2838.66 ten behoeve van het vak onderwijs; h. voor de school Jacobijner Kerkhof no. 1 een be drag van 2716.22 ten behoeve van het gewoon onder wijs. Van de in rekening gebrachte sommen behooren niet voor vergoeding van gemeentewege in aanmerking te komen de bedragen, vermeld in kolom 3 van den hierna afgedrukten staat "D Z' OMSCHRIJVING. BEDRAG. TOELICHTING. 13 34 35 School Speelmansstraat no. 1. 1922. H. J. Louwhoff, leermiddelen R. Th. A. Bisschop, subsidie school reisjes R. Th. A. Bisschop, subsidie school reisjes Transporteeeren 50 113 25 25 In de specificatie van deze nota zijn de navol gende bedragen onjuist uitgetrokken 4.25 moet zijn 3.40. 5.76 3.36. Bij Koninklijk besluit d.d. 2 September 1927, nos. 34, 39 en 44, is o. a. beslist, dat uitgaven terzake van schoolreisjes, met uitzondering van kosten van tractatie, gerekend mogen worden te behooren tot die bedoeld bij art. 101, 8e lid, der behooren tot die bedoeld bij art. 101, 5e lid, der Lager Onderwijswet. Voor welke kosten het on derhavige bedrag heeft gediend, kan evenwel niet worden nagegaan. Deze kwitantie heeft betrekking op uitgaven, verband houdende met kinderfeesten, welke niet vallen onder de uitgaven bedoeld bij art. 101, 5e lid, der wet. 364 OMSCHRIJVING. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928. Bijl no. 10. BEDRAG. O E L 1 C H T I N G. Transport 36 N. V. Vroom en Dreesmann, levering kinderspeelgoed R. Th. A. Bisschop, verschotten St. Ni- colaasfeest 38 P. Geestman, levering versnaperingen 41 Unie-bank, rentenota kasgeld 113 30 6 34 1923. 11 H. J. Louwhoff, leermiddelen 29 Wed. H. de Vries, belooning als werk vrouw 44 R. Th. A. Bisschop, subsidie school reisjes 49 Dezelfde, voor uitgaven ten behoeve van schoolreisjes 50 i G. J. Kienstra, reiskosten 51 P. Geestman, levering versnaperingen 52 R. Th. A. Bisschop, levering sigaren 54 R. Th. A. Bisschop, levering pet en klompen 56 Dezelfde, St. Nicolaascadeautjes 58 Dezelfde, levering pet 1924. 12 G. L. van Weeren Transporteeeren 25 325 30 0 50 7 50 56 68"' 991 5535 30:50 2 50 3 50 42 2 10 50 Deze uitgaven zijn gedaan ter gelegenheid van het St. Nicolaasfeest, dat met de kinderen is ge vierd en komen niet voor verevening langs den weg van art. 101 in aanmerking. Alsvoren. Alsvoren. Blijkens de door de Uniebank Overgelegde ver klaring komt ten laste van deze school aan rente 483.14. De credit-posten ad 102.535 in totaal zijn niet in mindering gebracht op deze verreke ning, wijl die bedragen betrekking hebben op de school Tweebaksmarkt no. 44 en dus op de ver goeding voor die school in mindering komen. Al hoewel principieel afwijzend tegenover vergoeding van dergelijke uitgaven staande, omdat niet kan worden nagegaan waarvoor de bedragen hebben gediend, meenen wij, aan de hand van het Konink lijk besluit d.d. 2 December 1927, no. 17, deze uitgaaf niet van de verrekening te moeten afvoe ren. Zie het bedrag ad 102.535 aan het slot der verrekening school Tweebaksmarkt no. 44. In de specificatie is een bedrag ad 22.50 op genomen wat moet zijn 22. Onder het bedrag dezer nota ad 630.50 is begrepen 7.50 voor schoolvoeding, welke uit gaven uitdrukkelijk in de wet zijn uitgezonderd als behoorende tot die bedoeld bij art. 101, 5e lid, der L. O. wet (v.g. art. 55 lett. k). Als is opgemerkt bij kwitantie no. 34 van 1922. Alsvoren. Deze uitgaven hebben gediend voor een confe rentie van 2 hoofden van scholen met het Roomsch-Katholieke Centraal Bureau voor Onder wijs en Opvoeding te den Haag en komen niet voor vergoeding van gemeentewege in aanmerking. Als is opgemerkt bij kwitantie no. 36 van 1922. Uitgaven voor sigaren ter gelegenheid van het St. Nicolaasfeest komen niet voor vergoeding in aanmerking. Deze uitgaven behooren niet tot die bedoeld bij art. 101, 5e lid, der Lager Onderwijswet. Als is opgemerkt bij kwitantie no. 36 van 1922. Alsvoren kwitantie no. 54. Van deze uitgaaf ontbreken zoowel nota als kwitantie. 404 82 365

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1928 | | pagina 182