Bijl. no. 22. Bijlage no. 22. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928. Indien de belastingplichtige in het bezit is van een wetttigen, volgens het aangehaalde Koninklijk besluit afgegeven meetbrief en hij dezen aan den gaarder of pachter vertoont, wordt het recht berekend overeen komstig dien meetbrief. Bij gebreke van een meetbrief of bij weigering om dezen te vertoonen, wordt de inhoud van het vaartuig of het laadvermogen door den gaarder of pachter ge schat en is de belastingplichtige gehouden volgens die schatting het recht te betalen. wordt bij den ingevolge genoemden meetbrief grootst toegelaten diepgang." In het derde lid van artikel 3 wordt in plaats van de woorden „inhoud van het vaartuig of het laadvermogen" gelezen: „waterverplaatsing". Aan artikel 3 wordt toegevoegd een nieuw lid, lui dende als volgt „Onverminderd het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, kan tot 1 October 1932 ook als grondslag voor de heffing gelden de nog geldige meetbrief, afgegeven krachtens het Koninklijk besluit van 20 Juli 1899 (Staatsblad no. 164), zooals dit nader is gewijzigd." Art. IV. Deze verordening treedt in werking op den dag na dien, waarop de Koninklijke goedkeuring is verkregen. ONTWERP B. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. De inning van het bruggeld geschiedt bij de Harlin- gervaartsbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Prins Hen- drikbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noorderbrug, de Verlaatsbrug, de bruggen over het Nieuwe Kanaal en de Oosterbrug door middel van gaardering, tenzij de Raad besluit de inning door middel van openbare ver pachting te doen plaats hebben. De inning van het bruggeld geschiedt bij de Vlietster- brug, de Boomsbrug, de Blauwe Brug, de Witte Brug en de Poppebrug door middel van openbare verpachting tenzij de Raad besluit de inning door middel van gaar dering te doen plaats hebben. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening op de invordering der be lasting onder den naam van bruggeld, geheven wordende voor het afdraaien of ophalen van de Harlingervaartsbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Prins Hen- drikbrug, de Vrouwenpoortsbrug, de Noorderbrug, de Verversbrug, de brug gen over het Nieuwe Kanaal, de Ooster brug, de Vlietsterbrug, de Boomsbrug, de Blauwe Brug, de Witte Brug en de Poppebrug (gemeenteblad 1919 no. 35), gewijzigd bij verordening van 14 Fe bruari 1922 (gemeenteblad no. 20). Eenig artikel. In het opschrift en in het tweede lid van artikel I van bovengenoemde verordening vervallen de woorden „de Blauwe Brug, de Witte Brug" met de daarvoor geplaatste komma. 426 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1928. WIJZIGING verordeningen tot verdeeling van de gemeente in stemdistricten en tot aanwijzing van stemlokalen (gemeen teblad 1924 no. 21). Aan den Gemeenteraad. Tengevolge van de vrij sterke toeneming van de be woning in het gedeelte der gemeente, dat het 14e stern- district voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer en van de Provinciale Staten en het 6e stern- district in kieskring II voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad omvat, is het aantal kiezers in dat district allengs te groot geworden. Bedroeg dit aantal 1033 in 1927, thans beloopt het reeds meer dan 1500, terwijl valt te verwachten dat dit district het volgende jaar ongeveer 2000 kiezers zal bevatten. Hiertegenover staat, dat de stemdistricten nos. 16 en 17 voor de Tweede Kamer- en Statenverkiezingen, zijnde de stemdistricten nos. 8 en 9 in kieskring II voor de Gemeenteraadsverkiezingen, abnormaal klein zijn (respectievelijk 566 en 580 kiezers). Het aantal kiezers in district no. 16 zal bovendien, in tegenstelling met het eerst vermelde district no. 14, in de toekomst vermoe delijk nog dalen, o. a. tengevolge van de vestiging van industrieën, het verbouwen van woonhuizen tot winkels en de vestiging van kantoren in die stadswijk. Het is daarom mede met het oog op artikel 31 der Kieswet, hetwelk voorschrijft dat elk stemdistrict in den regel niet meer dan 1000 kiezers mag bevatten wenschelijk vóór de Kamerverkiezingen in 1929 de volgende wijzigingen in de indeeling der stemdistricten aan te brengen. De meergenoemde stemdistricten nos. 16 en 17, om vattende ieder een gedeelte van wijk W, worden samen gevoegd tot één district (wijk W), dat wordt genum merd voor de Tweede Kamer- en Statenverkiezingen als stemdistrict no. 16 en voor de Gemeenteraadsver kiezingen als stemdistrict no. 8 in kieskring II. Dit nieuwe district zal voorloopig ongeveer 1150 kiezers bevatten, welk aantal evenwel, zooals hierboven reeds werd opgemerkt, vermoedelijk gaat dalen. Het eerstgenoemde stemdistrict no. 14 ware zoodanig te splitsen, dat een nieuw district gevormd wordt door dat gedeelte van wijk X, dat begrensd wordt door de Westzijde van de Westerparkstraat, de Noordzijde van het gedeelte der Fonteinstraat tusschen Westerpark straat en Engelscheplein, de Oost- en Noordzijde van het Engelscheplein, de Noord-Oostzijde van de Bildt- schestraat en de Zuidzijde van het gedeelte van den Harlingerstraatweg tusschen Bildtschestraat en Wester parkstraat. Dit district, te nummeren als stemdistrict no. 17 voor de Tweede Kamer- en Statenverkiezingen en als no. 9 van kieskring II voor de Gemeenteraads verkiezingen (oude nummering van het te vervallen district), zal ruim 900 kiezers bevatten, welk aantal in de toekomst waarschijnlijk een kleine stijging zal ver toonen en verder vrijwel stabiel zal blijven, omdat dit stadsgedeelte zoo goed als geheel is volgebouwd en bijna uitsluitend woonhuizen bevat. Het overige gedeelte van wijk X. dat wordt ingesloten door den Harlingertrekweg, den Westersingel, de West zijde van den Harlingersingel, de Zuidzijde van het ge deelte van den Harlingerstraatweg tusschen Harlinger singel en Westerparkstraat, de Oostzijde van de Wes terparkstraat, de Zuidzijde van het gedeelte van de Fonteinstraat tusschen Westerparkstraat en Engel scheplein, de Westzijde van het Engelscheplein, de Zuid-Westzijde van de Bildtschestraat, de Zuidzijde van het gedeelte van den Harlingerstraatweg dat Westelijk ligt van de Bildtschestraat, en het gedeelte van de grens tusschen Menaldumadeel en Leeuwarden dat ligt tus schen den Harlingerstraatweg en den Harlingertrekweg, blijft dan het 14e stemdistrict voor de Tweede Kamer- en Statenverkiezingen en stemdistrict no. 6 in kieskring II voor de Gemeenteraadsverkiezingen. Dit bevat thans ongeveer 600 kiezers, welk aantal vermoedelijk spoedig zal stijgen tengevoige van den aldaar voortgaanden huizenbouw. Wij leggen hierbij over een kaart, waarop de grenzen van de nieuwe, hier bedoelde, stemdistricten in blauw zijn aangegeven. Uit vorenaangehaald artikel 31 der Kieswet blijkt verder nog, dat de verdeeling van de gemeente in stem districten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de leden van de Provinciale Staten geschiedt onderscheidenlijk door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, na ingewonnen advies van Gedeputeerde Staten, en door laatstgenoemd College, terwijl voor de ver kiezing van de leden van den Gemeenteraad eene gemeente (of hare kieskringen) in stemdistricten kan worden verdeeld bij eene plaatselijke verordening, welke aan Gedeputeerde Staten moet worden medegedeeld. Deze laatste verdeeling wordt dus door den Gemeente raad zelf geregeld. In verband met het bovenstaande hebben wij Gedepu teerde Staten dan ook verzocht den Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw in overweging te geven in de indeeling der gemeente in stemdistricten voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, de hierboven vermelde wijzigingen aan te brengen en zelf in de indeeling der gemeente in stemdistricten voor de verkiezing van de leden der Provinciale Staten die wijzigingen eveneens aan te brengen. Wij deelden daarbij mede, daarna te zullen bevorderen dat dezelfde wijzigingen voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad door Uwe Vergade ring worden aangebracht, als gevolg waarvan, evenals tot dusverre steeds het geval was, de kiezers voor alle verkiezingen tot hetzelfde stemdistrict zouden behooren. Uit het hierbij overgelegde besluit van de Gedepu teerde Staten, d.d. 10 November j.l. no. 38, le afd. B, en de beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw van 27 October j.l., afd. B. B. no. 9812, blijkt, dat de wijziging in de verdeeling der ge meente in stemdistricten voor de verkiezing van leden voor Staten en Kamer inderdaad overeenkomstig ons voorstel heeft plaats gehad. Derhalve kan thans worden overgegaan tot het aanbrengen van diezelfde wijzi gingen voor de verkiezing van de leden van den Ge meenteraad. Krachtens artikel 63 der Kieswet moet eveneens bij plaatselijke verordening voor elk stemdistrict een ge schikt stemlokaal worden aangewezen. Wij meenen deze gelegenheid te moeten aangrijpen om U voor te stellen ook in de vestiging der stemlokalen eene kleine verandering aan te brengen. De nieuw gebouwde gemeenteschool no. 15 aan de Leeuwrikstraat is n.l. zeer gunstig gelegen voor het onderbrengen van de twee stembureaux voor de districten nos. 13 en 17 (voor de Gemeenteraadsverkiezingen de districten nos. 5 en 9 in kieskring II). In het daardoor vrijkomende stemlokaal voor het 13e district (bewaarschool no. 1 aan het Tournooiveld) zou dan kunnen worden ondergebracht het stemlokaal voor het 5e district (voor de Gemeente raadsverkiezingen district no. 5 in kieskring I), thans gevestigd in de voormalige gymnastiekschool no. 3 Bij de Put, aangezien dit laatste lokaal te weinig ruimte bevat. Daar het lokaal voor het oude 17e district in het Beursgebouw vervalt, kan dit worden gebezigd voor het nieuwe 16e district (voor de Gemeenteraadsverkiezingen district no. 8 in kieskring II) en waar tengevolge hiervan het lokaal van het oude 16e district in gemeenteschool no. 5 aan de Schoolstraat vrijkomt, kan dit worden be stemd voor het nieuwe 14e district. Tengevolge hiervan 427

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1928 | | pagina 214