a a Bijl. no. 1 1.060 <E 3 a _SC "o 97 98 99 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1929. INKOMSTEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1929. UITGAVEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. 94 Schoolgelden De schoolgeldlijsten voor 1927/28 wijzen een totaal aan van f 20.637.64, waarom deze post op f 20.500.— wordt uitgetrokken. 95 I Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwijswet 1920 Vergelijk de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie. 96 i Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 Aan uitkeering zal in 1929 ontvangen kunnen worden f 3.400.—. Deze berekening is gebaseerd op de bedragen welke laatstelijk aan de besturen van bijzondere scholen ingevolge art, 101 der lager onderwijswet 1920 zijn verstrekt. V.g. de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie. Tegemoetkoming van het rijk in de jaarlijksche ver goeding voor terreinen en gebouwen van bijzondere lagere scholen ingevolge art. 205, zevende lid, der Lager-onderwijswet 1920 f 100 Uitkeering van andere gemeenten in de aan school besturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205, der Lager-onderwijswet 1920 Krachtens het bepaalde bij art. 205, 6° lid, der lager onderwijswet 1920, kunnen uitkeeringen worden ontvangen ten bedrage van. ruim f 2150.waarvan 800.— komt ten behoeve van het U. L. O. Deze post wordt derhalve geraamd op 1.350. Vergelijk de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie. Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen Van 1922 tot 1 Sept. 1928 is ontvangen aan waar borgsommen f 92.228.53, waarvan ten behoeve van het lager onderwijs f 84.442.88. Gerekend wordt op eene rente van 4,/a °/0 's jaars, makende f 3.799.93. In verband met eventueel in 1929 nog te ontvangen waarborgsommen wordt deze post geraamd op f 3.850Zie volgno. 448. Terugontvangst van pensioensbijdragen verschuldigd door besturen van bijz. scholen voor personeel, wier jaarwedden ingevolge art. 100 der l.o. wet 1920 dooi de gemeente zijn vergoed In verband met de ontvangsten over 1927 geraamd op f 700.—. Zie volgno. 447. Teruggaaf door besturen van bijz. lagere scholen van te veel ontvangen bijdragen ingevolge art. 101 der l.o. wet 1920 Niet bekend is of teruggaaf zal plaats hebben. Transporteeren f 68 Werkelijke inkomsten volgens de laatst vastgestelde rekening. GERAAMD BEDRAG in het vorig jaar. thans voorgedragen. 21.790 55 2.627 80 823 35 1.258 8.072 45 14 700 15 5.613 40 35.885 85 19.000 1.286 40 3.450 1.200 8.150 28.086 20.500 135 2.001 3.400 - 1.350 - 3.850 - 700 memo rie 40 31.801 61 OMSCHRIJVING DER UITGAVEN. Werkelijke uitgaven volgens de laatst vastgestelde rekening. GERAAMD BEDRAG in het vorig jaar. thans voorgedragen. 437 438 440 441 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. Belooning als bedoeld in art. 33, tweede lid, der Lager-onderwijswet 1920, toe te kennen aan onder wijzers, verbonden aan in de gemeente gevestigde bij zondere scholen, welke voor rijksvergoeding in aan merking komen Ingevolge artikel 33, 2e lid, der lager onderwijswet, is de raad gehouden tot toekenning van gelijke beloo- ningen aan de onderwijzers verbonden aan de in de gemeente gevestigde bijzondere scholen, als die ver leend worden aan de onderwijzers van openbare scholen voor het bezit of' het gebruik maken van bevoegd heden waarvoor geen wettelijke akten van bekwaam heid verkrijgbaar zijn, alsmede op grond van hunne aanwijzing tot plaatsvervangend hoofd. Voor 1929 wordt geraamd f 1050. Kosten van instandhouding van schoolgebouwen, welke in bruikleen zijn gegeven aan besturen van bijzondere scholen als bedoeld in art. 101, zesde lid, der Lager-onderwijswet 1920 Er zijn geen scholen in bruikleen gegeven. Vergoeding aan schoolbesturen wegens erfpacht van het schoolterrein als bedoeld in art. 101, zesde lid, der Lager-onderwijswet 1920 Vergoeding aan schoolbesturen wegens huur van gebouwen en terreinen als bedoeld in art. 205bis der Lager-onderwijswet 1920 Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen voor de kosten van schoollokalen, bedoeld in art. 84 der Lager-onderwijswet 1920 Deze vergoeding is niet verschuldigd, zoodat de post voor memorie wordt geraamd. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwijswet 1920 Vergoeding ingevolge art. 100 der Lager-onderwijs wet 1920, aan besturen van bijzondere scholen, welke voor rijksvergoeding in aanmerking komen, voor aan die scholen verbonden boventallige onderwijzers Ingevolge artikel 100 der lager onderwijswet is de gemeente, indien zij aan eenige school boventallige onderwijzers heeft verbonden, gehouden aan de be sturen van bijzondere scholen de jaarwedden te ver goeden van een met betrekking tot het aantal leer lingen aan elk dier scholen, evenredig aantal onder wijzers boven het aantal, waarvan de jaarwedden ingevolge artikel 97 dier wet door het Rijk aan die besturen worden vergoed. Over het jaar 1926 is in 1928 uitgekeerd in totaal f 19.550.—. Voor 1929 in welk jaar de vergoeding over 1927 moet worden uit gekeerd, worden deze uitgaven geraamd op ƒ20 000. in verband met het 2e lid van gemeld wetsartikel, waarbij is bepaald dat de vergoeding uit de gemeentekas i aan het bestuur der bijzondere school wordt uitgekeerd over het tijdvak gedurende hetwelk aan de openbare school boventallige onderwijzers werkzaam waren en tot twee jaren daarna. Transporteeren f 69 1.050 850 62 91 7.523 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1929 | | pagina 35