2'/2
Bijl. no. S.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930.
Transport
Aan het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf moeten blijkens de over de jaren 1927, 1928
en 1929 vastgestelde bedrijfsrekeningen de navolgende bedragen worden uitgekeerd
uitbreiding in 1927 28.735.99
1928 42.602.37
1929 100.949.69
Samen
De uitbreidingen ten behoeve van het Gasbedrijf hebben bedragen
in 192? 17.113.41
111 1928 15.217.04
In 1929 13.862.175
Samen
Voor het Woningbedrijf is als restant van den Woningbouw der 151 woningen (Raads
besluit van 26 Mei 1925 no. 1 79r/1 06) nog te leenen
737.615.52°
172.288.05
46.192.625
24.381.99
980.478.19,
19.521.81
ino ƒ1.000.000.—
In 1927 is voor de verbouwing van het Stads-Ziekenhuis een bedrag van 17.359.20 besteed en voor
de school voor Buitengewoon Lager Onderwijs 14.041.38. De aard dezer objecten maakt het wenschelijk de
betaling op korten termijn te doen verrichten, waarvoor wij 5 jaren wilden stellen, zoodat dan tusschen den
eindtermijn van aflossing en het jaar van de verbouwing toch nog 8 jaren zijn verloopen.
Beschikbaar is 19.521.81, waarvan wij de kosten van het Ziekenhuis geheel en van de school voor
Buitengewoon Lager Onderwijs voor 2162.61 zouden willen betalen.
De aflossing stellen wij ons voor rekening houdende met den levensduur der objecten als volgt
te doen geschieden
Zoodat voor andere doeleinden nog beschikbaar blijft 1.000.000,
Totaal
980.478.19 is
g M
SfBS|
Bedrag der aflossing
Omschrijving.
Bedrag.
van afschr
berekend naar
levensduur der c
of naar looptijd
1931t m '35
19361 m '55
1956 t m '65 19661 m '70
Grondbedrijf
737.615.52'
2 Va
ƒ18.440.39
ƒ18.440.39
ƒ18.440,39
ƒ18.440.39
Electriciteitbedrijf
172.288.05
4
6.891.52
6.891.52
Gasbedrijf
yy
46.192.626
4
1.847.71
1.847.71
Woningbedrijf
yy
24.381.99
609.55
609.55
609.55
609.55
Ziekenhuis en school
B. L. O
yy
19.521.81
20
3.904.36
1.000.000.—
ƒ31.693.53
ƒ27.789.17
19.049.94
ƒ19.049.94
In ronde cijfers
van 1931 tot en met 1935
1936 1955
1956 1965
1966 1970
5 jaren 32.000-
20 28.000.-
10 19.000.-
5 18.000-
160.000,
560.000,
190.000,
90.000,
Totaal 1.000.000.—
De leenmg zal ingaan den lsten Juli 1930, zoodat de eerste aflossingstermijn den lsten luli 1931 zal
vervallen.
De rentebetaling zal geschieden telken jare op 1 Juli, voor het eerst op 1 Juli 1931.
Onder overlegging van het desbetreffend rapport der Financiëele Commissie, geven wij Uwe Vergadering
op grond van het vorenstaande in overweging te besluiten
1°. met de Pensioenfondsen voor de Koloniale Landsdienaren en Locale Ambtenaren te 's Gravenhage
een onderhandsche geldleening aan te gaan en daartoe vast te stellen het hierna afgedrukte ontwerp-besluit;
2°. overeenkomstig art. 136, 2e lid der Gemeentewet, te bepalen, dat de rente en aflossing dier leening
zal worden gevonden uit de gewone inkomsten der gemeente.
Leeuwarden, 15 April 1930. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
466
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930.
ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden;
overwegende, dat het wenschelijk is een gedeelte van
de vlottende schuld der gemeente in eene vaste leening
om te zetten;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
gelet op art. 136 der gemeentewet;
Besluit
met de Pensioenfondsen voor de Koloniale Lands
dienaren en Locale Ambtenaren te 's Gravenhage eene
onderhandsche geldleening aan te gaan tot een bedrag
van één millioen gulden 1.000.000.op de volgende
voorwaarden
1°. de Pensioenfondsen leenen de genoemde som
aan de gemeente tot den koers van 100 percent en tegen
eene jaarlijksche rente van vier en vijf achtste percent;
2°. de storting van gemeld bedrag zal moeten ge
schieden op 1 Juli 1930;
3°. jaarlijks zal op 1 Juli voor het eerst op 1 Juli
1931 op deze leening moeten worden afgelost over de
jaren 1931 tot en met 1935: 32.000.per jaar; over
de jaren 1936 tot en met 1955: 28.000.per jaar;
over de jaren 1956 tot en met 1965: 19.000.per jaar
en over de jaren 1966 tot en met 1970: 18.000.per
jaar;
4°. de gemeente is bevoegd telken jare op den ver
schijndag der aflossing een grooter bedrag dan bij voor
meld plan is bepaald af te lossen, mits van het voor
nemen daartoe ten minste drie maanden tevoren schrif
telijk aan de Pensioenfondsen worde kennis gegeven;
de sommen, welke buitengewoon worden afgelost, zullen
worden afgeschreven van de laatste termijnen der perio
dieke aflossing; de gemeente zal bij het doen van zoo
danige buitengewone aflossing van het bedrag daarvoor
1 percent vergoeding betalen;
5°. de rentebetaling zal plaats hebben telken jare
op 1 Juli, voor het eerst op 1 Juli 1931;
6°. de betalingen van rente en aflossing zullen franco
geschieden op de door deze fondsen te betalen wijze;
7°. indien de gemeente nalatig is in de betaling van
eenige der sub 3 genoemde aflossingen of der sub 5
vermelde rente, zal door haar over het bedrag daarvan
en over den tijd der nalatigheid aan de fondsen eene
vergoeding verschuldigd zijn, berekend tegen 6
's jaars, gerekend van den achtsten dag na den bepaalden
termijn; zij zal in gebreke zijn door het enkel verloop
van den bepaalden termijn, zonder dat daarvoor eene
waarschuwing of ingebrekestelling noodig is;
8°. bij niet betaling op den bepaalden termijn van
eenige rente of aflossing zal de Directie der Pensioen
fondsen vrij zijn alle zoodanige maatregelen te nemen
tot behoud van hare rechten of verhaal van hare vorde
ringen als de wet te harer beschikking stelt en haar
nuttig en noodig zullen voorkomen;
9°. het bedrag der jaarlijksche rente en aflossing
wordt telken jare op de begrooting van inkomsten en
uitgaven gebracht en uit de gewone inkomsten
bestreden;
10°. alle kosten op de tenuitvoerlegging der akte
vallende, alsmede alle betalingen, waarmede kapitaal
en rentebetalingen der gemeente mochten worden ge
troffen, zijn voor rekening van de gemeente.
Leeuwarden, 1930.
De Raad voornoemd,
467