<v d) <v <U <D m t \n l# Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. Wij merken hierbij op, dat de aangeslagenen in de vermogensbelasting bovendien hun aanslag met 50 op centen, voor het Rijk te heffen en bestemd voor het ge meentefonds, zullen zien verhoogd. Houdt men in het oog dat in de personeele belasting ook bijgedragen wordt door naamlooze vennootschap pen en andere niet natuurlijke personen, welke niet in eene belasting naar het inkomen kunnen worden betrok ken, dan pleit dit alles voor handhaving van alle op centen. Krachtens art. 247 der Gemeentewet is het geoor loofd, indien het getal opcenten hooger is dan 50, het tarief dier opcenten op zoodanigen voet in te richten, dat een geleidelijk stijgend aantal opcenten wordt ge heven bij toeneming van de belastbare huurwaarde, met dien verstande, dat het maximum der opcenten uiterlijk wordt bereikt bij de aanslagen van hen voor wie de belastbare huurwaarde bedraagt het tienvoudige van de som in art. 12 der Wet op de Personeele Belasting 1896 bepaald. In verband daarmede is bij gemeenteverorde ning van 10 October 1922 no. 41 die regeling aldus vastgesteld op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde niet te boven gaat de som van 200. 50 opcenten; op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer dan 200.—, doch niet meer dan 260.bedraagt 55; op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer dan 260.doch niet meer dan 320.bedraagt60; op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer dan 320.doch niet meer dan 380.bedraagt: 65; op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer dan 380doch niet meer dan 440.bedraagt70; op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer dan 440.bedraagt, alsmede op de aanslagen van hen, die niet in den zin der wet van 16 April 1896, Staatsblad no. 72, gebruiker van een per ceel zijn 75 opcenten. Ook de opcenten ten behoeve van het Rijksleenings- fonds 1914 zijn niet voor alle aanslagen gelijk. Zij be dragen 10 opcenten op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde meer bedraagt dan het tweevoud der som in art. 12 bepaald, doch niet meer dan het viervoud dier som (voor Leeuwarden dus respectievelijk 300 en 600) 20 opcenten op de aanslagen van hen, voor wie de belastbare opbrengst meer bedraagt dan het viervoud van de genoemde som, alsmede op de aanslagen van hen, die niet in den zin der wet gebruiker van een per ceel zijn. De provincie Friesland heeft over 1930 28 opcenten geheven. Teneinde nu de aanslagen voor de personeele belas ting gelijk te laten, zullen al deze opcenten moeten worden verwerkt in de gemeentelijke opcenten, in voege als hieronder is aangegeven Tegenwoordige R e g e 1 i 11 g Nieuwe Regelin g Belastbare huurwaarde Gem. opc. Rijks leenings- fonds opc. Prov. opc. Totaal Belastbare huurwaarde Opc. 200.of minder 200.260.— 261.300.— 301.320.- 321.380.— 381. 440.— 441.600.— 601.en meer 50 55 60 60 65 70 75 75 0 0 0 10 10 10 10 20 28 28 28 28 28 28 28 28 78 83 88 98 103 108 113 123 200.of minder 200. s 260.— 1 j„ 260. - 320.- 5 320. - 380. E 380.— 440.— 440.— i 600. meer dan 600.— 75 83 91 99 107 115 123 Ten behoeve van het Rijksleeningsfonds 1914 worden bovendien nog 80 opcenten geheven naar de grondsla gen paarden en motorrijtuigen. Art. 240, litt. der Gemeentewet kent alleen opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. Het is dus gewenscht om in dit geval tot wijziging van het tarief voor die grondslagen over te gaan, omdat het geen redelijken zin heeft juist voor die aanslagen de opbrengst met ruim 8000.- te doen dalen. Wij stellen U derhalve voor gemeente-opcenten te heffen als in de hierbijgaande ontwerp-verordening is aangegeven. Tevens dient de classificatie van de gemeente onder het oog te worden gezien. De huurwaarden van woningen, bewoond door per sonen van eenzelfde draagkracht, loopen in verschil lende plaatsen zeer uiteen. Hief men nu overal bij gelijke huur eenzelfde percentage, dan zouden dus personen met dezelfde draagkracht verschillend belast worden. Bovendien zijn er woningen met zoo geringe huur waarde, dat de gebruiker niet geacht kan worden tot belasting betalen in staat te zijn. Ten einde die bezwa ren te vermijden, werden de gemeenten in klassen inge deeld volgens een tabel, aan de personeele belastingwet 1896 gehecht. Krachtens die tabel is Leeuwarden in de 5e klasse ingedeeld en het is Uwen Raad bekend, dat reeds verschillende malen pogingen werden aangewend om de gemeente in eene hoogere, de 4e klasse, te doen plaatsen. In 1928 is van Regeeringswege een onderzoek ingesteld en er bestond dan ook het voornemen om een herziening der tabel bij de Staten-Generaal aanhangig te maken, waarbij Leeuwarden in de 4e klasse zou wor den ingedeeld. Nu de personeele belasting aan de ge meente is overgegaan, kan volgens art. 5, par. 2, der wet op de personeele belasting bij gemeenteveror dening worden bepaald in welke klasse de gemeente wordt ingedeeld, behoudens goedkeuring van de Kroon. Blijkens schrijven van cle Vereenigingvan Nederlandsche Gemeenten zou tegen eene plaatsing in de 4e klasse geen bezwaar worden gemaakt. De classificatie nu openbaart haren invloed in vier derlei opzicht, te weten 1. door de stijging van de minimum-belastbare huurwaarde bij elke opvolgende klasse 5e klasse 150.4e klasse 175. 2. door stijging van de som, die voor de berekening van de belastbare huurwaarde wordt afgenomen 5e klasse 145.—, 4e klasse 170. 3. door stijging van de belastbare huurwaarde waarbij de belasting naar de waarde der stoffeering niet wordt geheven 5e klasse 180.4e klasse 205. 486 VAT'.:?,' Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. Bijl. tl O. 14. 4. door variatie in het percentage, waarmede de belasting naar den lsten en 2den grondslag ter zake van kinderen, kleinkinderen of pupillen wordt verminderd, welk percentage afhankelijk is van de huurwaarde. Het is begrijpelijk, dat vroeger meermalen op herclas sificatie werd aangedrongen, omdat eene verhooging van klasse (dus b.v. van 5 naar 4) den inwoners aan merkelijke voordeelen bracht, zonder de gemeentekas die immers alleen de gemeente-opcenten ontving te sterk te benadeelen. Zoo bracht eene verplaatsing van Leeuwarden van de 5e in de 4e klasse in totaal 70.000.minder op, aan gemeentelijke opcenten echter slechts 18.000. Thans staat men echter voor het feit, dat de gemeente een dergelijk bedrag van 70.000.zonder meer niet missen kan en dus zou men moeten nagaan op welke andere wijze dit kan worden gevonden. De eenige mo gelijkheid blijkt dan te zijn gelegen in het heffen van ongeveer 12 opcenten meer op de gemeentefondsbe lasting, hetgeen naar nader zal blijken is af te raden. De herclassificatie demonstreert zich, zooals boven is aangegeven, in vier opzichten, het krachtigst echter in den len grondslag, omdat lo. woningen met eene huurwaarde van 150. (dus 3.per week) in de 5e klasse niet in de be lasting vallen en dat in de 4e klasse het geval is met woningen van 3.50, 175.huurwaarde; 2°. de belastbare huurwaarde van elk perceel voor de berekening der belasting met 25.- meer wordt verminderd. Wij wenschen den gang van zaken eerst aan te zien, maar stellen ons voor, om vóór het belastingjaar 1932 de classificatie en cle opcentenheffing, alsmede de ver mindering van het percentage, waarnaar de belasting van de huurwaarde wordt geregeld, nader in beschou wing te nemen. Hiervoor bestaat te meer reden, nu een zeer aanmerkelijke daling van de inkomstenbelasting reeds aan de belastingplichtigen ten goede komt. Wij geven U hierbij een overzicht van het verschil in kinderaftrek bij deze nieuwe heffing en bij de vigeerende plaatselijke inkomstenbelasting, zoomede van het ver schil in aanslag, welk verschil voor velen nog sterker zal zijn, omdat bij de gemeentelijke inkomstenbelasting aftrek plaats heeft voor kinderen beneden de 16 jaar en deze bij de gemeentefondsbelasting loopt tot kinderen beneden de 21 jaar. O V-. O M— GJ O O <L> 3 3 3 o 3 3 3 3 N C O CU c v~ CU JD "O C v, O O co 3 <L> O) +2 M— J3 3 CO "O 3 O 3 <u E O 0Q O o o O nO CO 3 O CN CO I S-gS co a T CN CN 2 0 o o o o 2 co CN CN O^O O c O ai -E o CN O O o o o oc o> 1 00 O O O o O I I 8-58 Eo 73 5 o 000 000 O O vo O CN LO OO CN lO O 10 O O O O m CN lO CN CN CN O lO O 10 O O CD 00 O D— CO 10 O 10 CN LO 00 CN O LO O CO O) O 10 r-* co CN oooomoioo OOcO-rfCNCNiOt— O T^comt^^coiooo o o r- co m o o I O CN LO 00 LO r- O CN O in 00 9 v a <v ^5 -ë CD 9 c U9J9pUI>f 'JUEV O O LO CN CO O CO O O T O LO O O O CN O 10 O O co O vO O O O m co in CN LO O; 0000 CO CN LD vO 10 00 O vO O I I I. I. I O O O O CN LO CO LO CD CN CN CO VO 00 O O O O O Q CN LO CO iO O - CN CO h O) I I I O O CN CO CN CO O O lO 00 CN LO 00 I I O O O O iO o o o o CN M m Tt io s I I I I I I I I I 00000000 00000000 cNO-<tintot-ooo cNro-<tincDC— 0000 487

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1930 | | pagina 242