Bijl. no. 16. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. hebben wij opnieuw in overweging genomen. Waar deze aangelegenheid echter nauw samenhangt met de vraag of in de huisvesting van den politiedienst niet veran dering moet worden gebracht en met de organisatie van de brandweer en zij tevens bezien moet worden in ver band met de bestemming, te geven aan de vrijkomende gebouwen van Gemeentewerken en Stedelijke Muziek school, vereischt zij een zeer nauwkeurig overleg, te meer daar met de oplossing van deze quaestie ook financieel groote belangen gemoeid zijn. Met betrekking tot het z.g. kanalenplan, waarover ten vorigen jare reeds met een enkel woord werd gerept, kunnen wij slechts mededeelen dat wij daaromtrent met de betrokken autoriteiten voeling houden, ten einde ons een oordeel te kunnen vormen over de vraag of, en in hoeverre de belangen, welke Leeuwarden daarbij heeft, aanleiding geven om U dienaangaande het een of andere voorstel te doen. Zijn er in den loop van dit jaar op ons advies reeds verscheidene woningen onbewoonbaar verklaard, ook in 1931 zullen U voorstellen bereiken om wederom min derwaardige woningen voor de bewoning ongeschikt te verklaren. Ook stellen wij ons voor om in het volgende jaar plannen tot verbetering van enkele daarvoor in aanmer king komende stadswijken te laten ontwerpen en even tueel met voorstellen dienaangaande bij Uwen Raad te komen. Over eenigen tijd denken wij voorts een plan bij U aanhangig te maken tot het bouwen van eene een voudige ontsmettingsinrichting, om daardoor het onge- diertegevaar afdoende te kunnen bestrijden. De kosten hiervan kunnen te zijner tijd gevoegelijk ten laste van het onderhoudsfonds van het Woningbedrijf worden gebracht. Vervolgens zullen wij in 1931 ook onder oogen zien de mogelijkheid van het van gemeentewege in gereed heid brengen van een sportterrein aan den Oostkant der stad. Evenals vorige jaren wordt voorgesteld de winst, welke de Gasfabriek in 1931 eventueel zal maken, aan de gemeentekas ten goede te laten komen. Ook is, gelijk ten vorigen jare, in de ontwerp-begroo- tingen gerekend met de verhooging van de werklieden- loonen, door U bij besluit van 3 December 1929 vast gesteld. De Koninklijke beslissing in zake het beroep van Uwen Raad tegen de niet-goedkeuring van de gemeentebegrooting voor 1930 is intusschen nog niet afgekomen. Omtrent de onderscheidene begrootingen zij thans nog het volgende opgemerkt GEMEENTEWERKEN. De totale kosten van onderhoud, inclusief bedienings- kosten, loonen, enz., zijn geraamd op 592.684.98 tegen 569.681.86 in 1930. Deze verhooging vindt haar oor zaak eensdeels in de omstandigheid, dat een aantal posten noodzakelijk hooger dan in het vorige jaar moest worden geraamd, anderdeels in het feit dat in 1931 enkele bijzondere onderhoudswerken en uitgaven zullen moeten plaats vinden. Wat deze meerdere onderhouds werken betreft, noemen wij in het bijzonder het Stads- verzorgingshuis (zie volgno. 105), de bestratingen (zie volgnos. 30/128, 31/129 en 33/131), brugwachters woningen (zie volgnos. 53/151), begraafplaatsen (zie volgnos. 56/154) en scholen. Ook moest dit jaar een bedrag van 1250.voor verkiezingen in de begrooting worden opgenomen. Stelt men tegenover de meerdere uitgaven de posten, welke lager dan het vorig jaar zijn geraamd, dan levert het verschil ongeveer de totale vermeerdering der boven bedoelde onderhoudskosten op. Onder volgnummer 234 van den kapitaaldienst is een bedrag van 2000.uitgetrokken ten behoeve van de aanschaffing van een inrichting voor mechanische los sing van grind en zand. GRONDBEDRIJF. Zoowel de exploitatie van de cultuurgronden als die van de erfpachtsgronden levert winst op en wel, naar raming, onderscheidenlijk 9342.01 en 31.433.97. Op de exploitatie van de voor bouwterrein bestemde gronden wordt, evenals het vorige jaar, een verlies ge raamd, te weten 24.759.25; voor 1930 was de raming hiervan 28.217.30. WONINGBEDRIJF. Het verlies kon ook voor het komende, jaar weder lager worden geraamd, o. awegens vermindering van lasten met betrekking tot de panden aan de Peperstraat. Naast dit verlies keert de gemeente telken jare een belangrijk bedrag uit aan de woningbouwvereenigingen in den vorm van bijdragen in de exploitatie-tekorten het daarin bij te dragen aandeel der gemeente wordt voor 1931 begroot op 14.807.40. GASFABRIEK. De winst wordt geraamd op 23.424.66 tegen het vorig jaar op 23.094.59. ELECTRICITEITBEDRIJF. Bij de behandeling van de bedrijfsbegrooting voor 1930 zijn uitvoerige beschouwingen gewijd aan de wenschelijkheid om wijziging te brengen in het per centage, dat op de bezittingen van dit bedrijf jaarlijks moet worden afgeschreven. Wij hebben daarbij toege zegd dienaangaande een nader onderzoek te zullen in stellen. Als gevolg van dat onderzoek geven wij U in overweging het afschrijvingspercentage voor het kabel net te verhoogen van 2(4 tot 3(4 behalve ten opzichte van de huisaansluitingen, waarop in den ver volge 5 ware af te schrijven. Een verordening tot wijziging van de bestaande regeling gelieve U in ontwerp hierachter aan te treffen. De Commissie voor de Gemeentelijke Lichtfabrieken kan zich met dit voorstel vereenigen. BANK VAN LEENING. De ontwerp-begrooting geeft ons geen aanleiding tot het maken van bijzondere opmerkingen. GEMEENTEREINIG1NG. Het verlies wordt geraamd op 238.063.23, tegen 235.107.81 voor 1930. In 1929 heeft het werkelijk geleden verlies bedragen 249.985.50. Aan loonen van werklieden kon 3100.minder worden uitgetrokken dan in 1930; het aantal werklieden is met twee vermin derd. Daartegenover staat echter, dat de opbrengst van compost, die in 1930 op 13.500.was geraamd, slechts op 9750.— kon worden begroot in verband met de daling van den prijs (zie volgno. 1). Verder konden sommige posten iets lager, doch moesten enkele andere hooger dan ten vorige jare wor den uitgetrokken. Een en ander geeft in eindcijfer een nadeelig verschil van rond 3000.-bij de raming van verleden jaar ver geleken. Onder volgno. 68 van den kapitaaldienst is een be drag van 11.000.opgenomen ten behoeve van de aanschaffing van een autosproeiwagen met asfalt- wasscher. 504 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. OPENBAAR SLACHTHUIS. De winst voor 1931 wordt geraamd op 1725.07 tegen een raming van 9512.23 in het vorig jaar. De vermindering van de winst is in hoofdzaak te wijten aan de geringere ontvangsten wegens slacht-, keur- en koelrechten van den export. GEMEENTEBEGROOTING. Het bedrag der schulden van onze gemeente (uitge zonderd die, bij wijze van annuïteit aangegaan) be draagt op 1 Januari 1931 8.913.545.57. Aan rente en aflossing moet daarvan worden betaald 400.681.97 en 351.400.totaal 752.081.97. De leeningen, oor spronkelijk groot 650.000.en 75.000.—, in 1921 ten behoeve van de Waterleiding aangegaan en waar van deze de rente en aflossing betaalt, zijn hier niet onder begrepen. Hetgeen verleden jaar in onzen aanbiedingsbrief ten opzichte van de telefoonkosten werd opgemerkt (zie bijlage no. 14 van 1929, blz. 477), geldt ook thans nog; de raming is dus op den bestaanden toestand geba seerd. Onder overlegging van de diverse stukken geven wij U in overweging, bij de vaststelling van de begrootingen tevens a. te besluiten de over het exploitatiejaar 1931 door de Gemeentelijke Gasfabriek eventueel te maken winst in de gemeentekas te storten; b. aan de onderscheidene adressanten, voor zoover zij zich tot U hebben gewend, te doen weten, dat op hunne adressen is gelet; c. door vaststelling van het hierbij overgelegde ontwerp-besluit aan ons College machtiging te ver- leenen tot het aangaan van een tijdelijke geldleening ad 2.000.000.ter voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld; d. over te gaan tot vaststelling van de in ontwerp hierachter afgedrukte verordening tot het heffen van opcenten op de gemeentefondsbelasting; e. over te gaan tot vaststelling van de mede in ontwerp hierachter afgedrukte verordening tot wijziging van de verordening op het beheer van het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf. Leeuwarden, 17 November 1930. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN, Secretaris. ONTWERP 4. VERORDENING op de heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting. Eenig artikel. Ten behoeve dezer gemeente worden, te beginnen met 1 Mei 1931, op de hoofdsom der gemeentefonds belasting op alle aanslagen zestig opcenten geheven. De in het eerste lid bedoelde opcenten worden niet geheven op de aanslagen van hen, die binnen het Rijk geen vaste woonplaats hebben. ONTWERP B. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening op het beheer van het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf te Leeuwarden (gemeenteblad 1925 no. BESTAANDE REDACTIE. 35). Artikel 25, lid 1. Op de bezittingen van het bedrijf zal jaarlijks van de aanschafwaarde worden afgeschreven a. 2 van de bouwkosten der onroerende goede ren, behoudens het bepaalde sub b b. 5 van machinerieën en toestellen (met uitzon dering van hetgeen sub d is genoemd) c. 2/2 van het kabelnet; d. 10 van electriciteitmeters en diversen. Artikel I. In het eerste lid van artikel 25 van bovengenoemde verordening wordt onder litt. b gelezen ,,5 van machinerieën, toestellen (met uitzondering van hetgeen sub d is genoemd) en huisaansluitingen;" en wordt onder litt. c gelezen „3(4 var> het kabelnet (met uitzondering van huisaansluitingen) Artikel II. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1931. 505

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1930 | | pagina 251