Bijl. no. II.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931.
a. voor personen, niet vallende onder b, die
een jaarlijksch inkomen hebben van 1500.
en hooger2.25;
b. voor inwonend dienstpersoneel 2.25.
Voor niet-ingezetenen bedraagt het recht 0.40 per
K.M., met een minimum van 4.
Art. 3.
Het recht voor de afzondering of verpleging in het
gemeentelijke paviljoen voor besmettelijke ziekten be
draagt
voor de 1ste klasse (kamer met 1 bed) per verpleeg-
dag 8.—;
voor de 2de klasse (kamer met 2 bedden) per ver-
pleegdag 6.—;
voor de 3de klasse (kamer met meer dan 2 bedden):
a. voor personen, niet vallende onder b, die een
jaarlijksch inkomen hebben van
1500.tot beneden 2000.per verpleegdag 0.75;
2000.— 2500.— „1.50;
2500.— 3000.— 2.25;
3000.en hooger 3.—;
b. voor inwonend dienstpersoneel per verpleegdag
1.50.
Art. 4.
Onder de kosten van verpleging zijn voor alle klassen
begrepen de kosten van gewone geneeskundige behan
deling en van genees- en verbandmiddelen, voor de 3de
klasse bovendien de kosten van eventueele operatie, een
en ander voor zoover rechtstreeks van de besmettelijke
ziekte, waarvoor is opgenomen, het gevolg zijnde;
andere specialistische hulp is voor alle klassen niet
inbegrepen.
Voor de berekening van de kosten van verpleging telt
de dag van aankomst in het paviljoen mede, de dag van
vertrek daaruit niet.
Art. 5.
Indien meer dan één persoon uit hetzelfde gezin ge
lijktijdig of met een tusschenruimte van ten hoogste
twee maanden wordt opgenomen, wordt het recht voor
de 3de klasse voor den tweeden persoon met twintig,
den derden met veertig, den vierden met zestig en den
vijfden met tachtig ten honderd verminderd en is voor
de volgende personen geen recht verschuldigd.
Art. 6.
De kosten voor de reiniging en ontsmetting worden
berekend overeenkomstig de ten tijde van de ontsmetting
geldende tarieven van den ontsmettingsdienst van de
Provinciale Friesche Vereeniging „Het Groene Kruis".
Art. 7.
De kosten, in artikel 6 bedoeld, worden geheel ver
goed door personen, die een jaarlijksch inkomen van
3000.- of hooger hebben.
In deze kosten wordt bijgedragen door de belangheb
benden, die een jaarlijksch inkomen hebben van
1500.tot beneden 2000.voor 25
2000.— 2500.— 50
2500.— 3000.— 75
Art. 8.
De rechten, bedoeld in de artikelen 2 en 3, zijn ver
schuldigd
a. door de verpleegden, indien zij meerderjarig zijn
en een eigen inkomen hebben;
b. door de ouders der verpleegden, indien deze
476
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931.
laatsten minderjarig zijn, zoomede indien zij bij hunne
ouders inwonen en meerderjarig zijn en geen jaarlijksch
inkomen van 1500.en hooger hebben;
c. in andere gevallen door de voogden of verzorgers
der minderjarige verpleegden.
De rechten voor inwonend dienstpersoneel zijn ver
schuldigd door den werkgever, zoolang en voor zoover
deze op grond van artikel 1638ij van het Burgerlijk Wet
boek verplicht is voor verpleging en geneeskundige be
handeling zorg te dragen. Na afloop van dezen termijn
is een recht verschuldigd overeenkomstig het tarief,
vermeld in artikel 3, sub a.
Art. 9.
Het recht, bedoeld in artikel 7, is verschuldigd door
den eigenaar van de ontsmette voorwerpen en bij ge-
heele of gedeeltelijke ontsmetting van huizen, vaar- of
voertuigen door den bewoner van het ontsmette perceel,
perceelsgedeelte, vaar- of voertuig.
Art. 10.
Onder inkomen wordt verstaan het zuiver inkomen,
waarnaar de laatst vastgestelde aanslag in de Rijks
inkomstenbelasting is berekend, of, indien nimmer een
aanslag is opgelegd, de schatting van het inkomen door
Burgemeester en Wethouders.
De belanghebbende is verplicht op aanvraag van den
controleur der gemeentebelastingen binnen 10 dagen
over te leggen zijn aanslagbiljet (of duplicaat daarvan)
in de Rijksinkomstenbelasting, betrekking hebbende op
den hem laatstelijk opgelegden aanslag in die belasting.
Indien aan de aanvraag binnen dien tijd niet is voldaan,
wordt, behoudens het geval van schatting, als bedoeld
in het vorige lid, de aanslag naar het hoogste tarief
opgelegd.
De controleur is bevoegd dezen termijn in bijzondere
gevallen te verlengen.
Art. 11.
Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300
der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze verorde
ning in de plaats van den Raad, van Burgemeester en
Wethouders of van den Burgemeester, de controleur der
gemeentebelastingen.
Art. 12.
Deze verordening treedt in werking op den eersten
dag der maand, volgende op die, waarin de Koninklijke
goedkeuring is verkregen.
VERORDENING op de invordering van rechten
als bedoeld in artikel 21 der Besmet-
telijke-Ziektenwet (Staatsblad 1928,
no. 265).
Artikel 1.
De commissie van beheer over het Stadsziekenhuis
verstrekt bij staat, waarvan het model door Burgemees
ter en Wethouders wordt vastgesteld, en op door hen
te bepalen tijdstippen, aan den controleur der gemeente
belastingen de opgaven, noodig voor het opmaken van
de lijsten, bedoeld in artikel 2 dezer verordening.
Art. 2.
De controleur der gemeentebelastingen stelt maande
lijks de lijsten van de ingevolge de heffingsverordening
477