Bijl. no. 17. Bijlage no. 17. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. AANBIEDING van de gemeente- en bedrijfs- begrootingen voor 1932 (bijlagen 1932 nos. 1 en 2). Aan den Gemeenteraad. Ingevolge artikel 238 der Gemeentewet hebben wij de eer U de ontwerp-gemeentebegrooting voor 1932, benevens de ontwerp-bedrijfsbegrootingen voor dat jaar aan te bieden, met bijvoeging van de daarop betrekking hebbende bescheiden, zoomede van de adviezen der commissiën, welke in dezen zijn gehoord. Ten aanzien van het meerendee! der posten gaan de ontwerp-begrootingen van eene toelichting vergezeld intusschen mogen hier met betrekking tot sommige onderwerpen enkele opmerkingen van algemeener aard plaats vinden. Het is ons aangenaam te kunnen constateeren, dat de gemeentebegrooting voor 1932, zooals die U hierbij in ontwerp wordt aangeboden, sluitend gemaakt is kunnen worden zonder dat daartoe een verhooging van lasten noodig bleek te zijn en zonder dat van de uit voering van die werken, waarvan de totstandkoming voor onze gemeente van groot belang is te achten, be hoefde te worden afgezien. Een en ander kan worden beschouwd als een kenteeken, dat de financiëeie toe stand van Leeuwarden ondanks de in het algemeen minder voorspoedige tijdsomstandigheden nog gunstig is. Niettemin zijn het juist de bedoelde omstandigheden die een voorzichtig geldelijk beleid niet het minst met het oog op mogelijk ongunstige volgende jaren meer dan ooit tot een gebiedenden eisch maken. Het is op dezen grond dat wij gemeend hebben aan eenige zaken, waarvan wel de wenschelijkheid wordt erkend doch welker terhandneming niet ais direct noodzakelijk kan worden aangemerkt, op deze ontwerp-begrooting nog geen plaats te moeten geven. Het aantal opcenten op de hoofdsom der gemeente fondsbelasting, thans ingevolge Uw besluit van 24 De cember 1930 zestig bedragende, kan derhalve op dit aan tal bepaald blijven. De desbetreffende verordening zal daartoe opnieuw moeten worden vastgesteld, aangezien de Koninklijke goedkeuring in dit geval niet voor on- beperkten tijd, doch van jaar tot jaar wordt verleend. Wat de verdere gemeentelijke belastingregeling be treft, met name de classificatie en de opcentenheffing voor de personeele belasting, waaromtrent wij U in ons voorstel van 30 Juni 1930 (zie bijlage no. 14 van dat jaar) een uitvoerig overzicht hebben gegeven, zijn wij van oordeel, dat er in de gegeven omstandigheden geen aanleiding is gelegen om daarin thans verandering te brengen, zoodat wij U te dier zake geen nadere voor stellen behoeven te doen. Tengevolge van de wijzigingen, welke het gemeentelijk belastingstelsel heeft ondergaan en waardoor o. a. de heffing der gemeentelijke inkomstenbelasting is komen te vervallen, is het overbodig de thans bestaande secretarieafdeeling Controle der gemeentebelastingen te laten voortbestaan. Wij zijn dan ook voornemens haar samen te voegen met de afdeeling Financiën. Een over plaatsing van het thans bij de controle werkzame per soneel zal hiervan het gevolg zijn. Tevens wordt hier door op den duur eene besparing op de personeels uitgaven verkregen, aangezien aanstelling van nieuw personeel in eenige vacatures, welke in de eerstkomende jaren zullen ontstaan, naar alle waarschijnlijkheid niet noodig zal blijken. Wij bieden U hieronder een tweetal verordeningen op dit punt ter vaststelling aan. De functie van controleur der gemeentebelastingen, thans tijdelijk aan den gemeente-ontvanger opgedragen, moet als zoodanig blijven bestaan. Het ligt in onze bedoeling den chef der nieuw te vormen afdeeling Financiën en Belastingen daarvoor aan te wijzen. De vermelding van deze betrekking in de Salarisverordening dient in ver band hiermede te vervallen. Ten behoeve van de belastinginvordering zullen in ieder geval de diensten van het thans in functie zijnde deurwaarderspersoneel nog gedurende het eerste halfjaar van 1932 noodig zijn daarna zal voor dit doel met minder personeel kunnen worden volstaan. Dit laatste geldt ook voor het kantoor van den gemeenteontvanger. Binnen afzienbaren tijd hopen wij Uwe Vergadering met ons gevoelen in zake de invoering van een centralen incassodienst in kennis te stellen. Overeenkomstig Uw bij de begrooting voor 1931 ge nomen besluit is het op die begrooting onder volg nummer 677a uitgetrokken en gereserveerde bedrag ad 58.000.naar den dienst van 1932 overgebracht, zulks met de; bedoeling die som voor den dienst van 1933 te bestemmen en haar dus voorloopig nog als reservefonds te blijven beschouwen. Het is n.l. thans nog niet noodig er over te beschikken, zoodat de be slissing omtrent de definitieve bestemming van deze gelden gevoegelijk tot later kan worden uitgesteld. Het eenige jaren geleden door Uwen Raad aanvaarde werkplan brengt mede, dat in 1932 de verbetering van de Nieuwestad en den Wirdumerdijk ter hand wordt genomen. In verband daarmede zijn op den kapitaal- dienst (volgnummers 858 en 862) bedragen van respec tievelijk 99.000.en 30.000.— gebracht. Ook voor de zeer noodige verbetering van den Westersingel hebben wij op den kapitaaldienst onder volgno. 860 gelden uitgetrokken. Daarnaast is wederom gerekend op eene bijdrage van den gewonen dienst aan den kapitaaldienst ten beloope van 65.000.(zie volgno. 330). Een bij de te Uwer inzage liggende stukken ge voegd staatje geeft een overzicht van het hierop be trekking hebbende z.g. stratenfonds. Totstandkoming van de vernieuwing van de Vrouwen- poortsbrug in 1932 achten wij mede van groot belang uit een oogpunt van verkeers- en stadsverbetering. Aangezien echter de plannen daarvoor nog niet zoo ver zijn uitgewerkt, dat thans reeds een bepaald kosten- bedrag voor dit werk kan worden genoemd, is de des betreffende post voorloopig als memoriepost in de begrooting opgenomen. Hetzelfde is het geval met den post van volgno. 865 betreffende de verandering van het Oldehoofsterkerkhof, met name de inrichting daar van tot parkeerterrein voor autobussen, vrachtauto mobielen, enz., welk werk wij tegelijk met de ver nieuwing van de Vrouwenpoortsbrug en de verande ringen van de naaste omgeving daar ter plaatse uit gevoerd zouden willen zien. Wij vertrouwen bij het aanhangig maken van de hiertoestrekkende voorstellen tevens een definitieve oplossing in zake de verplaatsing van de pluimveemarkt aan de hand te kunnen doen. Op den kapitaaldienst is voorts een volgnummer (859) bestemd voor de verbetering van den Mr. P. J. Troelstraweg. Is deze verbetering op zichzelf reeds zeer gewenscht te achten, met het oog op het verkrijgen van een provinciaal subsidie in de kosten is het noodzakelijk dat zij vóór 1 Januari 1933 tot stand komt, weshalve voor 1932 op de uitvoering van dit werk moet worden gerekend. Verder is het noodig, dat de school voor uitgebreid lager onderwijs aan den Wissesdwinger in het volgend jaar wordt uitgebreid, waarom de kapitaaldienst der begrootingen (Gemeentewerken volgno. 239 en ge meentebegrooting volgno. 883) ook op dit punt een post bevat, die eveneens voor memorie moest worden uitgetrokken omdat het juiste bedrag thans nog niet bekend is. Ten aanzien van al de hier met name genoemde werken zullen te zijner tijd de uitgewerkte voorstellen met kostenramingen bij Uwe Vergadering worden ingediend. Wij voegen hier nog aan toe, dat het tevens in ons 495

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1931 | | pagina 252