Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Art. 4. De belasting bedraagt 0.10 per dag voor eiken woonwagen. Een gedeelte van een dag wordt voor een dag gerekend. Art. 5. De belasting is verschuldigd voor eiken dag, waar mede het verblijf in deze gemeente den tijd van veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat. Art. 6. De belastingplichtige, die een plaats met een woon wagen op de in artikel 2 van deze verordening bedoelde standplaatsen inneemt of die van een dier plaatsen ver trekt, is gehouden daarvan onverwijld kennis te geven aan den Commissaris van Politie te Leeuwarden. Art. 7. Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 der Gemeentewet treedt de Controleur der Gemeentebelas tingen in de plaats van den Raad, van Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester. Art. 8. Het bewijs van betaalde belasting, bedoeld in artikel 3 van de verordening, regelende de invordering van deze belasting, moet steeds in den woonwagen aan wezig zijn. De belastingplichtige is gedurende zijn verblijf bin nen de gemeente gehouden zorg te dragen, dat dit be wijs op de eerste vordering aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 1 dier verordening, wordt getoond en hun, desgevraagd, in handen wordt gegeven. Art. 9. Deze verordening treedt in werking op den eersten dag der maand volgende op die, waarin de Koninklijke goedkeuring is verkregen. ONTWERP B. VERORDENING, regelende de invordering van de belasting onder den naam van „Staangeld voor woonwagens" in de gemeente Leeuwarden. Artikel 1 De invordering van deze belasting geschiedt door de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren. Art. 2. De belasting is bij den dag invorderbaar. Art. 3. Van iedere betaling wordt een gedagteekend ont vangbewijs afgegeven. De datum van dit ontvangbewijs wordt aangemerkt als het tijdstip, waarop het bedrag der belasting ter kennis van den belastingplichtige is gebracht, tenzij dit bedrag reeds op een ander tijdstip aan den belastingplichtige werd medegedeeld. 372 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. HO, 4. Art. 4. Kan het bewijs, bedoeld in het vorig artikel, niet op de eerste vordering aan de in artikel 1 genoemde amb tenaren worden getoond, dan is, onverminderd het be paalde bij artikel 5, de belasting alsnog verschuldigd. Art. 5. Onverminderd het bepaalde bij artikel 306 der Ge meentewet, wordt het niet of niet behoorlijk vervullen van de formaliteiten, welke tot richtige heffing der be lasting in de heffingsverordening worden gevorderd, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 6. Deze verordening treedt in werking tegelijk met de verordening, regelende de heffing van een belasting onder den naam van „Staangeld voor woonwagens" in de gemeente Leeuwarden. 373

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 187