Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1933. SECTIEVERSLAG. MEMORIE VAN ANTWOORD. achteringang, welke ingang zal blijken de kortste ver binding met een groot gedeelte van de stad te zijn. De betrekkelijk smalle toegang naast het perceel zal dus in dezen geen bezwaar opleveren. Het in- en uitrijden van het brandweermateriëel zal geen moeilijkheden ondervinden. Het behoeft toch bij het uitrijden geen kleiner cirkel te beschrijven dan een met een straal van 24 Meter, wat een zeer loome bocht Andere leden konden zich met de gekozen plaats ge heel vereenigen. 7. Enkele leden vroegen of, nu tot verplaatsing van het politiebureau zou worden overgegaan, ook aan andere terreinen of gebouwen aandacht was geschon ken; genoemd werden o. a. het terrein aan de Peper straat en het Oldehoofsterkerkhof. 8. Ten aanzien van het gebouw, voor politiebureau bestemd, waren sommigen van meening, dat dit niet in alle opzichten geschikt was. Zoo oordeelden eenige leden, dat de ruimten in het gebouw voor de bestemming eigenlijk te groot waren, waardoor ook de kosten van verwarming en onderhoud vermoedelijk hoog zullen worden. Een ander lid vreesde, dat het tengevolge van het karakter van het gebouw moeilijk zou vallen daarin een gemoderniseerd politie bureau onder te brengen en vroeg, of de stichting van een geheel nieuw bureau niet de voorkeur verdiende en wat hiervan de kosten zouden zijn. 9. Gevraagd werd of het uiterlijk aanzien van de panden onveranderd zou blijven. 10. Een lid vroeg, of het niet mogelijk was, indien de Raad tot aankoop van de panden aan de Nieuwe- stad besloot, de brandweerplannen afzonderlijk te be- oordeelen. 11. Verschillende leden betreurden, dat omtrent de reorganisatie van de brandweer vooraf geen overleg Wij deelen de meening der leden, die zich met de gekozen plaats geheel kunnen vereenigen. 7. Ook aan de mogelijkheid om het politiebureau op een andere plaats in de gemeente te vestigen dan aan de Nieuwestad of het Gouverneursplein is aandacht ge schonken. Evenwel kwam geen andere plaats naar ons oordeel daarvoor meer in aanmerking dan eerstge noemde. Wat de in het sectieverslag genoemde ter reinen aan de Peperstraat en van het Oldehoofsterkerk hof aangaat, doen wij opmerken, dat het eerste, ter oppervlakte van ongeveer 775 M2. en een groote waarde vertegenwoordigende, èn door den stand èn met het oog op zijn grootte wel voor den bouw van winkels, doch niet van een politiebureau in aanmerking komt, terwijl de ligging en de toegangswegen van het Oldehoofsterkerkhof het voor een politiebureau en een centrale brandweergarage ten eenenmale ongeschikt maken, nog afgedacht van andere plannen, die, gelijk II bekend is, ten opzichte van dit terrein bestaan. 8. Naar aanleiding van nevenstaande opmerkingen zij er op gewezen, dat het huis aan de Nieuwestad no. 49 naar ons gevoelen voor de inrichting tot politie bureau zeer geschikt is Dat de kamers te ruim zouden zijn. kan niet worden toegegeven; de ervaring heeft ge leerd dat speciaal in dienstgebouwen waar veel publiek komt (en dit laatste is ook wat de hoofdambtenaren van politie betreft het geval) de vertrekken niet spoedig te groot zijn. Ook met het oog op mogelijke latere uit breiding van den dienst en van de gemeente zijn de ruime afmetingen der localiteiten van belang. Wat de vraag betreft, of in het pand een .gemoder niseerd" politiebureau kan worden ondergebracht, worde opgemerkt, dat de dienst der politie daarin kan worden ingericht naar de eischen, die thans en in een reeks van volgende jaren in redelijkheid aan een goe den politiedienst in een stad als Leeuwarden gesteld mogen worden. In zooverre kan de voorgenomen in richting, ook al geschiedt zij in een reeds bestaand pand, inderdaad modern worden genoemd. Over den bouw van een nieuw politiebureau spraken wij hierboven reeds. De kosten daarvan kunnen globaal op 175.000.worden geschat. 9. Het uiterlijk aanzien van het pand Nieuwestad no. 49 zal onveranderd blijven. De gevel van het per ceel Nieuwestad no. 47 dient wegens de bestemming tot brandweergarage eenige wijziging te ondergaan, met name zullen er in plaats van de benedenramen inrijdeuren in moeten worden gemaakt, hetgeen echter de omgeving ter plaatse uit een oogpunt van welstand niet zal schaden. 10. Waar wel vaststaat ook volgens deskundi gen in dezen dat het uit brandweertechnisch oog punt bezien het beste is dat het materieel door de politie naar de plaats van den brand wordt gebracht, zijn de brandweerplannen niet geheel afzonderlijk te beoor- deelen. De verdere uitwerking is een kwestie, die nader in bespreking zal komen. 11. Wat betreft het plegen van overleg wordt ver wezen naar het door den Burgemeester gesprokeneinde 360 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1933. Bijlage no. 4. SECTIEVERSLAG. MEMORIE VAN ANTWOORD. was gepleegd met het College van Brandmeesters en vroegen of dit alsnog mogelijk was. 12. Sommigen wezen er op, dat de bijdrage van de Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij was aange boden onder voorwaarde, dat het totstandbrengen der verbeteringen geschiedt in overleg met het College van Brandmeesters en vroegen, of hierdoor geen moeilijk heden konden ontstaan. 13. Omtrent het nieuwe brandweersysteem werden verschillende vragen gesteld. Een lid vroeg, of het de bedoeling was naast de politie een vrijwillige organi satie te laten bestaan, bestemd om zoo nauw mogelijk met de politie samen te werken. 14. Bestaat het gevaar niet, zoo werd gevraagd, dat de nieuwe opzet uitloopt op een beroepsbrandweer. 15. Anderen vroegen, of de leiding van de brand weer naar de politie zal worden overgebracht. 16. Ook werd gevraagd, of in andere gemeenten Raadsvergadering van 20 December 1932. Intusschen heeft reeds een bespreking van ons College met ver tegenwoordigers van Brandmeesters plaats gehad. Voorts heeft de Burgemeester ons medegedeeld, dat ook hij gaarne bereid is overleg te plegen met een klein aantal menschen. die zich geheel op een objectief stand punt kunnen en willen plaatsen, over de vraag op welke wijze de inrichting van de Brandweer moet worden opgezet, zóó, dat voor de gemeente de best mogelijke brandweerdienst wordt verkregen. 12. Gelijk in ons voorstel (bijlage no. 23 van 1932) is medegedeeld, heeft de Onderlinge Brandwaarborg maatschappij 25.000.— aangeboden als bijdrage in de kosten tot stichting van een centrale brandweergarage en van verbetering van de alarmeerinrichting en de brandweermiddelen. Dat dit in overleg zou gaan met het College van Brandmeesters, of hoe op het oogenblik van het nemen van maatregelen tot uitvoering der ge noemde zaken het bestuur van de Brandweer ook zou mogen heeten, staat naar ons oordeel wel vast. Wij begrijpen, dat de Onderlinge, waar deze voor een zeer hoog totaal bedrag in de gemeente Leeuwarden ver zekerd heeft, groot belang heeft bij het bestaan van een uitstekende brandweer. Wij willen ook daarom dus gaarne medewerken om deze zoo goed mogelijk in orde te krijgen en vertrouwen dan ook, dat indien dit ge schied is, de gemeente op de royale gift dier verzeke ringsmaatschappij zal kunnen rekenen. 13. Gelijk uit de Nota van den Burgemeester blijkt, is de bedoeling dat er een burgerorganisatie bij de Brandweer zal blijven bestaan. Dat er een zoo intens mogelijke samenwerking tusschen deze organisatie en de politie besta, is in het gemeentebelang dringend noodig, niet alleen bij het blusschen van brand, het onderhoud en het naar den brand vervoeren van het materiëel, maar ook bijvoorbeeld voor het toezicht op de uitvoering en de naleving van de voorschriften door Burgemeester en Wethouders gegeven ter verze kering van de brandveiligheid van gebouwen en der gelijke. 14. Dat de nieuwe opzet zou kunnen uitloopen op een beroepsbrandweer is, naar wij meenen, geenszins uit de Nota op te maken en is ook allerminst de bedoeling; Leeuwarden is daarvoor ten eenenmale te klein. Mis schien wordt hier bedoeld politiebrandweer. Indien men over gevaar in dezen spreekt, had men zeker alleen voor oogen het gevaar voor hooge kosten. Wij mogen toch niet veronderstellen dat men een politiebrandweer als een gevaar beschouwt in dien zin, dat deze brand weer niet zoo goed zou zijn als een vrijwillige. Wij ver moeden dat het omgekeerde eerder het geval zal zijn, waar zooal niet uitgebreider materiëel. dan toch zeker grootere routine zal aanwezig zijn. Uit de Nota van den Burgemeester is niet op te maken en het is ook niet de bedoeling, dat alhier een politiebrandweer zal worden ingevoerd, maar indien te eeniger tijd zou blijken dat dit mogelijk zou zijn (wat voor het oogenblik ontkend wordt) en dat de kosten niet hooger zouden zijn dan van een vrijwillige brand weer, wat zou er dan, zoo vragen wij, uit een oogpunt van gemeentebelang tegen te zeggen zijn 15. Volgens de Nota van den Burgemeester zal de leiding van de brandweer naar de politie worden over gebracht. Deze heeft ons intusschen medegedeeld, dat het bij de uitwerking van dit vraagstuk zou kunnen blijken, dat het mogelijk kon zijn in dezen ook een anderen weg te volgen. 16. In vele gemeenten is er een meer of minder 361

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1933 | | pagina 181