Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1933,
BESTAAANDE REDACTIE.
Art. 46.
Het is verboden aan of op de straat eenig door den
rechthebbende daartoe niet bestemd eigendom te be
schrijven, bekrassen, besmeeren, bekladden of bevuilen,
of daaraan eenige aanplakking of aanhechting te doen.
,,Art. 46.
Het is verboden op of aan de straat, alsmede aan of
boven openbaar water, eenig aanplakbiljet of ander
drukwerk of geschrift hoegenaamd aan te plakken of
aan te hechten.
Dit verbod is niet van toepassing
a. voor zoover Burgemeester en Wethouders schrif
telijk vergunning tot aanplakken of aanhechten hebben
verleend of, ten aanzien van eigendommen, niet be
stemd tot den openbaren dienst der gemeente en niet
bij de gemeente in gebruik, voor zoover de rechtheb
bende toestemming tot aanplakken of aanhechten heeft
verleend;
b. met betrekking tot gerechtelijke akten en andere
stukken, waarvan de aanplakking door openbare amb
tenaren krachtens wettelijk voorschrift geschiedt.
Art. 46bis.
Het is verboden, tenzij daartoe bevoegd, op of aan
de straat, alsmede aan of boven openbaar water, niet
in strijd met wet of verordening aangeplakte of aan
gehechte stukken af te scheuren, onleesbaar te maken
of te beschadigen.
Art. 46£er.
Het is verboden met teer, krijt, kalk of eenige andere
kleur- of verfstof of met eenig voorwerp afbeeldingen,
letters, cijfers of teekens aan te brengen
a. op de straat;
b. op boomen, palen, muren, deuren, leuningen,
hekken, schuttingen of andere voorwerpen aan of op
de straat of aan of boven openbaar water.
Het onder a van het eerste lid vermelde verbod is
niet van toepassing, voor zoover gehandeld wordt
krachtens door Burgemeester en Wethouders verleende
algemeene of bijzondere schriftelijke vergunning.
Het onder b van het eerste lid vermelde verbod is
niet van toepassing, voor zoover tot het aanbrengen
van afbeeldingen, letters, cijfers of teekens Burge
meester en Wethouders schriftelijk vergunning hebben
verleend of, ten aanzien van eigendommen, niet bestemd
tot den openbaren dienst der gemeente en niet bij de
gemeente in gebruik, voor zoover daartoe de rechtheb
bende toestemming heeft verleend.
Art. 46quater.
Het is verboden tusschen 10 uur des namiddags en
6 uur des voormiddags op de straat te vervoeren of bij
zich te hebben eenig aanplakbiljet, eenig plakmiddel,
eenig plakgereedschap, teer, krijt, kalk of eenige andere
kleur- of verfstof.
Dit verbod is niet van toepassing, voor zoover kan
worden aangetoond, dat de in het eerste lid bedoelde
voorwerpen of stoffen niet zijn gebruikt, noch zijn be
stemd om gebruikt te worden voor handelingen, welke
ingevolge de artikelen 46 of 46fer zijn verboden."
Artikel II.
In het eerste lid van artikel 104 wordt in plaats van
46 gelezen ,,46, 46bis, 46ter, 46quater"
In het vijfde lid van artikel 104 wordt na ,,36",
ingevoegd,,46, 46ter, 46quater en".
Verzonden 11 Maart 1933.
372
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1933. Bijlage ÏIO. 8.
Bijlage no. 8.
WIJZIGING der verordening op de levering
van electriciteit.
Aan den Gemeenteraad.
In Uwe vergadering van 31 Januari j.l. is om prae-
advies in onze handen gesteld een adres van het bestuur
der Vereeniging tot Bestrijding van Radiostoringen,
alhier, waarin er bij Uwen Raad op aangedrongen
wordt zoodanige maatregelen te treffen, dat een onge
stoorde radio-ontvangst ook in deze gemeente mogelijk
wordt gemaakt. Adressant wijst er in zijn verzoekschrift
op, dat de door hem bedoelde storingen veroorzaakt
worden door electrische apparaten, die hoogfrequente
of andere energie uitstralen.
Wij hebben naar aanleiding hiervan een onderzoek
ingesteld, waarbij ons is gebleken, dat het meerendeel
der klachten in zake radiostoringen inderdaad berust
op hinder, ondervonden van toestellen, veelal genees
kundige, die met stroomen van hooge frequentie werken.
Ook naar onze meening bestaat er voldoende reden
om, voor zoover de gebruikers van die toestellen niet
bereid mochten zijn in der minne tot opheffing der
storingen mede te werken, hen daartoe door middel van
eene gemeentelijke verordening te nopen, dan wel het
gebruik dier toestellen aan beperkende bepalingen te
onderwerpen. Evenwel moet in het oog worden ge
houden, dat, hoe aangenaam een ongestoorde radio
ontvangst moge wezen, het belang van den gebruiker
van een hoogfrequentie-apparaat gewichtiger kan zijn
dan dat van den radioluisteraar. Wanneer dus bijvoor
beeld zulk een apparaat voor een geneeskundig of ander
noodzakelijk doeleinde gebezigd wordt en niet of be
zwaarlijk geheel storingsvrij kan worden gemaakt, dan
zal dat gebruik naar ons gevoelen niet mogen worden
verboden of al te zeer belemmerd, alleen om de radio
liefhebbers niet te hinderen. Derhalve zal eene gemeen
telijke verordening onzes inziens niet uit een imperatief
voorschrift mogen bestaan, maar het mogelijk moeten
maken, dat met bijzondere gevallen rekening wordt ge
houden. Dit doel bereikt men, wanneer in de verorde
ning op de levering van electrischen stroom door het
Gemeentelijk Electriciteitbedrijf de bepaling wordt
opgenomen, dat de directie de aansluiting van z.g.
hoogfrequent-toestellen onder beperkende voorwaarden
kan toestaan en het recht heeft om, indien aan de ge
stelde voorwaarden niet wordt voldaan, de aansluiting
te weigeren of de levering van stroom voor zulk een
toestel te staken. De bedoelde beperkende voorwaarden
zullen dan de constructie of de werking van de hoog-
frequentie-apparaten kunnen betreffen en, indien dat
noodig mocht blijken, ook op de uren van gebruik be
trekking kunnen hebben.
Wij geven aan deze regeling de voorkeur boven het
denkbeeld in zake de interpretatie van art. 12 van ge
noemde verordening, door het adresseerende bestuur
in de toelichting tot zijn request aan de hand gedaan.
Verder gaande maatregelen, met name tegen de be
zitters van andere sterkstroomtoestellen, moeten wij
ontraden, vermits dezen daardoor ongetwijfeld schade
zal worden toegebracht en wij dit in casu niet als billijk
beschouwen. In dit verband zij er nog op gewezen, dat
tegen radiostoringen als gevolg van het gebruik van
motoren, waarop de Hinderwet van toepassing is, op
getreden kan worden door het stellen van de noodige
voorwaarden krachtens die wet, nu de Kroon bij besluit
van 28 Maart 1929 heeft beslist, dat zoodanige storing
is aan te merken als hinder van ernstigen aard in den
zin van artikel 11 dier wet.
Ten slotte worde nog opgemerkt, dat op 30 April
1931 in opdracht van den Minister van Waterstaat eene
commissie is ingesteld voor het overwegen van maat
regelen tegen storingen in de radio-omroepontvangst,
in welke commissie o. a. de Vereeniging van Direc
teuren van Electriciteitsbedrijven in Nederland verte
genwoordigd is. Met het oog hierop hebben wij in dezen
het oordeel dier vereeniging ingewonnen en, aangezien
wij ons daarmede konden vereenigen, ons bij het onder
havige voorstel daarnaar gericht. Met het verschijnen
van het rapport der genoemde commissie zal vermoe
delijk nog wel eenige tijd gemoeid zijn.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in
overweging tot vaststelling van de in ontwerp hier
achter afgedrukte verordening over te gaan.
Leeuwarden, 20 April 1933.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA. Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
ONTWERP. VERORDENING tot wijziging der verordening,
houdende voorwaarden voor de levering
van electrischen stroom door het gemeen
telijk electriciteitbedrijf te Leeuwarden
(gemeenteblad 1911 no. 32; 1926 no. 17;
1928 no. 12; 1932 no. 26).
Artikel I.
Na artikel 3 van bovengenoemde verordening wordt
ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt
„Art. 3bis.
De Directie kan de aansluiting van zoogenaamde
hoogfrequentie-toestellen onder beperkende voorwaar
den toestaan. Zij heeft het recht om, indien niet aan de
gestelde voorwaarden is voldaan, de aansluiting te
weigeren."
Artikel II.
Aan het eerste lid van artikel 12 wordt toegevoegd
een nieuwe zinsnede, luidende als volgt
,,9e. indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden,
ingevolge artikel 3bis met betrekking tot het gebruik
van zoogenaamde hoogfrequentie-toestellen gesteld.
Verzonden 22 April 1933.
373