Bijlage no. 11. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1933. belasting 1914, hebben van minder dan 2000. of, bij 2 minderjarige kinderen, van minder dan 2400. bij 3 minderjarige kinderen, van minder dan 2800. bij 4 minderjarige kinderen, van minder dan 3200. bij 5 minderjarige kinderen, van minder dan 3600.- en bij 6 of meer minderjarige kinderen van minder dan 4000.en wier gemiddelde rapportcijfers gedurende het laatstverloopen schooljaar, gerekend naar een beoordeelingsschaal van 1 10, 6 of meer hebben be dragen, of voor zooveel zij op grond van een admissie- examen worden toegelaten, wier cijfers bij dit examen, gerekend naar een beoordeelingsschaal van 1 10, ge middeld 6 of meer hebben bedragen, ontvangen des- gewenscht van gemeentewege in bruikleen de benoo- digde boeken, echter niet de leermiddelen (woorden boeken, atlassen, teekenbehoeften, cahiers). In bijzondere gevallen kunnen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, de hierboven bedoelde leerlingen ook indien het gemiddelde der bovenbedoelde rapport- of examencijfers beneden 6 ligt, in het genot worden gesteld van boeken en leermiddelen of boeken. Als regel geldt, dat een boek driemaal aan een leerling wordt verstrekt. Leerlingen, die de boeken en leermiddelen niet met de noodige zorg behandelen, moeten ze terugggeven. Hun wordt voor het vervolg het genot daarvan ontnomen." Artikel II. Deze verordening treedt in werking op 1 1933. Verzonden 6 Juli 1933. 378 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1933. BijltigS HO. 11. WIJZIGING Algemeene Politieverordening. Aan den Gemeenteraad. De toeneming van het verkeer, met name van motor rijtuigen van allerlei soort, over den openbaren weg maakt het noodig, dat bij verordening nieuwe regelen dienaangaande worden gesteld, omdat de op dat punt bestaande bepalingen niet meer voldoende zijn om een zoo goed mogelijke regeling van het verkeer in deze ge meente te verzekeren. Dit geldt in het bijzonder het parkeervraagstuk alsook de regeling van het gebruik van automobielen voor ongeregeld personenvervoer (taxi's). Ook in andere plaatsen doet zich dit ver schijnsel voor, terwijl zich bovendien meer en meer de behoefte doet gevoelen aan eenheid ten aanzien van verschillende verkeersvoorschriften, welke thans in de onderscheidene gemeenten nog zeer uiteenloopen. De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft dan ook voor het parkeeren reeds eene meer uniforme rege ling ontworpen, welke nog bij Burgemeester en Wet houders in studie is. Intusschen heeft het instellen van taxi-diensten door enkele ondernemingen hier ter stede het wenschelijk gemaakt, dat te dien aanzien reeds nu van gemeentewege leiding worde gegeven ten einde verwarring, ten nadeele van het publiek en van het verkeer, te voorkomen. Daartoe is het noodig, dat verboden wordt om zonder daarvoor vergunning van Burgemeester en Wethouders te hebben verkregen, op straat het taxibedrijf uit te oefenen, m. a. w. dat een zoogenaamd snordersverbod in het leven wordt geroepen. Anders toch ontstaat te dezen een toestand, welk niet alleen uit een oogpunt van gemeentebelang ongewenscht is, maar die zich ook met het door hen voorgestane stelsel van standplaats verpachting kwalijk verdraagt. Burgemeester en Wethouders hebben namelijk be sloten, aan gegadigden de gelegenheid te geven tot het inschrijven naar de pacht van een aantal vaste taxi standplaatsen nabij het station der Nederlandsche Spoorwegen, bij de Oude Waag, het Leeuwrikplein en den Groningerstraatweg. Bij die verpachting zullen dan door middel van de bedoelde vergunning eenige voor waarden worden gesteld betreffende de uitoefening van den taxidienst, de tarieven, de wagens, de bestuurders, enz. Op deze wijze komt er op dit gebied toezicht, zekerheid en de noodige orde, welke ook naar ons oor deel in het algemeen belang niet kunnen worden gemist. Op grond van deze overwegingen hebben Burge meester en Wethouders ons uitgenoodigd een daartoe- strekkende verordening tot wijziging van de Algemeene Politieverordening te ontwerpen. Aan dat verzoek vol doende, bieden wij U hieronder een ontwerp-verorde- ning ter vaststelling aan. Bijzondere toelichting behoeven de voorgestelde arti kelen na het bovenstaande naar het ons voorkomt niet. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging om, in afwachting van een verder strekkende herziening der verkeersvoorschriften, tot vaststelling van de in ontwerp hieronder afgedrukte verordening tot wijziging der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden over te gaan. Leeuwarden, 14 Augustus 1933. De Commissie voor de Strafverordeningen, J. M. VAN BEYMA, Voorzitter. ONTWERP Artikel I. Na artikel 88 van bovengenoemde verordening wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt „Art. 89. Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders, met een motorrijtuig op meer dan twee wielen, voor het vervoer van personen bestemd, op de straat te rijden, post te vatten of stand plaats in te nemen met het kennelijke doel om het geheel of gedeeltelijk voor het vervoer van personen te ver buren of ten gebruike aan te bieden aan het publiek. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd aan eene vergunning, als bedoeld in het eerste lid, voorwaarden te verbinden. De verbodsbepaling van het eerste lid geldt niet ten aanzien van autobussen, rijdende in intercommunaal verkeer." Artikel II. In het eerste lid van artikel 104 wordt na „82," in gevoegd „89,". VERORDENING, houdende wijziging van de Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden gemeenteblad 1919 no. 7; 1920 no. 18; 1924 no. 5; 1925 nos. 19 en 49; 1927 no. 5; 1928 no. 6). Verzonden 15 Augustus 1933. 379

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1933 | | pagina 190