O
o
Bijlage tot het verslag der hande" ingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1939-BIJLAGE NO.2.
onder instemming van den Commissa is der Koningin en de
justitieele autoriteiten in deze provincie met medewerking
der Burgemeesters getracht zal worden dezen dienst te maken
tot een centrale voor Friesland,hetgeen dan het eerste
voorbeeld zal zijn van een dergelijken dienst die naast
den plaatselijken, ook provinciaal gecentraliseerd is.
De politie hier ter stede zal voorts meer betrokken
worden in het Brandweerwezen, terwijl de mogelijkheid om
bij telefonische melding van allerlei ongelukken onder
technische leiding met allerlei materieel zeer snel ter
plaatse te kunnen zijn, door de burgerij zeker zal worden
geapprecieerd.
Het salaris van dezen inspecteur behoort gelijk te zijn
aan dat van de in dienst zijnde (f.3200.- tot f.3700.-).
Het is bovendien gewenscht dat in de verordening de be
paling wordt opgenomen.dat 3 adjunct-inspecteurs kunnen
worden aangesteld,die belast worden met het geven van
leiding aan den dienst en het houden van controle ,werk dat
nu voor een gedeelte door de politiedienaren der 1ste klasse
moot worden verrichtdoch dat uit den aard der zaak beter
door deze ambtenaren kan worden gedaan. De bezoldiging
zouden wij bepaald willen zien op f„2700.- per Jaar,te ver-
hoogen met 3 Jaarlijkscho verhoogingen tot f.3100.-.
Als vergoeding voor uniformkleeding kan bovendien voor
ieder van de hierbedoelde titularissen f.175»- per jaar
worden gesteld.
Verder dient eene herziening tot stand te komen van
de afdeeling administratie. Hier zijn thans werkzaam 2
controleurs, 2 politiedienaren en 1 typiste, Waar de con
troleurs uitsluitend administratief werk verrichten en
nimmer controle uitoefenen kan in de toekomst deze titel
vervallen en vervangen worden door dien van klerk, De beide
politiedienaren,die thans in hoofdzaak ook administratief
werk doen, zullen weder tot den actieven dienst terug-
keeren en speciaal belast worden met het toezicht op de
muziek- en dansuitvoeringen en op de naleving van de bepa
lingen der Drankwet ,BoterwetVuurwapenwet Wapenwet en der
gelijke. In hun plaats kunnen dan zuiver administratieve
ambtenaren (klerken) komen. De bezoldiging van de klerken
kan gelijk zijn aan die van de klerken bij de gemeentelijke
bedrijven, t.w. eerste klerk f,2100.- tot f.2900.-, tweede
klerk f.1800.- tot f.2100.-, derde klerk f.1200.- tot
f.1700.- per Jaar. Machineschrijver f.700.- tot f.1000.-
per Jaar.
Eindelijk is het gewenscht de politiedienaren,die met
recherchedienst zijn belast, den titel te geven van re
chercheur en hunne bezoldiging te bepalen op f.44.- tot
f.46.- per week. Zij worden thans gesalarieerd als agenten
2de klasse (f.41.- tot f.43.- per week), doch ontvangen,
aangezien zij volgens de verordening recht op vrije boven-
kleeding hebben en zij geen uniform dragen.daarom de som
van f.3.- per week.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden ,193^. BIJLAGE NO.2.
Eén hunner,thans politiedienaar le klasse zijnde,
dient den titel te voeren van hoofdrechercheurterwijl diens
belooning in verband met het hierboven omtrent kleedinggeld
vermelde, op f.46.- tot f.48.- per week kan worden vastge
steld. Boven hun salaris genieten de rechercheurs het in
artikel 15 tweede lid der Salarisverordening genoemde
bedrag van f.100.- per Jaar,als belooning voor z.g. oncontro
leerbare overuren.
De thans in dienst zijnde controleurs behouden hunnen
titel en verdere aanspraken volgens de thans geldende ver
ordeningen; de politiedienaren 1ste en 2de klasse ontvangen
den titel van Hoofdagent met behoud van het salaris,verbonk-
den aan de klasse waar zij thans bij ingedeeld zijn.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij naar het bij
de stukken liggende rapport van den Commissaris van Politie.
Wij hebben omtrent de salarieering van de nieuw in te
stellen rangen het gevoelen ingewonnen van de Commissie
van Georganiseerd Overleg,terwijl ook de Politiebonden in
een vergadering dier Commissie in de gelegenheid zijn gesteld
van hun gevoelen te doen blijken. Het schrijven der commis
sie dd. 13 December 1933,^0.15 leggen wij hierbij over.
Waar de Commissie zich op het Juiste,voor deze gemeente
geldende,standpunt heeft geplaatst dat zij niet ov^r do
personeelformatie der verschillende diensten en bedrijven
heeft te oordeel en,doch uitsluitend over d„ arbeidsvoor
waarden verbonden aan de rangen,die de Raad wenscht in te
stellen,kan hetgeen door de Politiepersoneelbonden over de
z.g. formatieverordening is gezegd,buiten beschouwing blij
ven.
Omtrent de salarieering dur adjunct-inspecteurs bestaat
dus overeenstemming.
Door de Bonden wordt een grootere marge bepleit tusschen
het salaris van Agent en dat van Hoofdagent (zie het even
eens overgelegde schrijven van 22 November 1933)»
Hoewel het niet te ontkennen is,dat er gemeenten zijn,
waar de marge tusschen de beide salarissen grooter dan bij
ons voorstel zal zijn, is dit nog geen bewijs dat het door
ons voorgestelde salaris voor een Hoofdagent te laag zou
zijn. Wij meenen,dat een salaris verbonden aan e«n rang
bij de gemeente zoowel op zich zelf moet beschouwd worden
als in verband met de salarieering van het overige gemeente-
personeel.
Wij meenen,dat van beide standpunten bezien het door ons
voorgestelde salaris voldoende en behoorlijk is,zoodat wij
niet met den wensch der Politiebonden kunnen medegaan.
Het bezwaar,dat het maximum-salaris van Agent aan het
minimum-salaris van Hoofdagent gelijk is en dus bij bevorde
ring geen verhooging van salaris wordt verkregen,wordt
ondervangen door art.32 van de Salarisverordening,hetwelk
bepaalt dat bevordering steeds vorhooging van bezoldiging
tengevolge heeft.
Voorzooverre de opmerking betreft over de voorgestelde
salarieering van het administratieve personeel verwijzen wij
U naar het hierbij overgelegde schrijven van den Commissaris
van Politie alhier van 18 December 1933waarmede wij ons
kunnen vereenigen.
De Bond van Hoogere Politieambtenaren in Nederland
heeft ons schriftelijk bericht,dat het bestuur geen opmer
kingen te maken heeft over de voorgestelde wijziging van
de inrichting der politie.
Wat betreft de financieele gevolgen van ons voorstel,