25
H
2h
i
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1934» BIJLAGE NO. 3-
toestellen en gereedschappen ten dienste van het openbaar
slachthuis, het verbouwen of uitbreiden van dienstgebouwen,
het instellen, afschaffen of verplaatsen van markten, de
verpachting, heffing en invordering van markt- en haven
rechten, met inbegrip van staangelden, en omtrent invoering,
Ytrijziging of intrekking van alle verordeningen op bovenver
melde diensten betrekking hebbende.
Zij is bevoegd te allen tijde uit eigen beweging mede-
deelingen, adviezen en voorstellen,die diensten betreffende,
tot Burgemeester en Wethouders te richten.
Art. 7.
De commissie kan zich, dit noodig achtende, door de
hoofden van de in deze verordening genoemde takken van
dienst doen voorlichten. Deze ambtenaren wonen, indien en
voorzoover daartoe uitgenoodigdde vergaderingen der
commissie bij
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, I95J+. BIJLAGE NO. 4-
BIJLAGE NO. 1]..
Aan den Gemeenteraad.
Bij de wet van 29 December 1933 (Staatsblad no.
780) is ingevoerd de heffing van een couponbelasting, welke
wet op een nog nader te bepalen tijdstip in werking zal
treden. Verwacht mag worden, dat dit nog in den loop van het
eerste kwartaal van 1934 zal geschieden.
Onder den naam van "couponbelasting" wordt dan een
belasting geheven o.m. van de opbrengst van binnenlandsche
effecten, voor zoover zij niet bestaat in uitdeeling uit de
winst van binnen het Rijk gevestigde naamlooze vennootschap
pen, commanditaire vennootschappen op aandeelen, coöperatieve
en andere vereenigingen en onderlinge waarborgmaatschappijen.
Voorts worden volgens artikel 2 der wet onder binnen
landsche effecten o.m. ook verstaan de effecten ten laste van
de gemeenten.
De belasting bedraagt 2% van de opbrengst der effecten
en is verschuldigd door dengene te wiens laste de effecten
zijn uitgegeven, i.e. de gemeente.
Uit een daartoe opgemaakte berekening blijkt, dat in
het jaar 1934 door deze gemeente een bedrag van f. 78.075.-
wegens rente van obligatieleeningen zal moeten worden betaald,
van welke som dan 2of f. 1561.50 aan couponbelasting door
de gemeente verschuldigd zal zijn,
In artikel 5 der wet, dat regelt wie belastingplichtig
zijn, wordt tevens bepaald, dat de schuldenaar van deze rente,
hier dus de gemeente, bevoegd is bij de uitbetaling van de
opbrengst der coupons aan de daarop rechthebbenden de be
lasting af te houden.
Er is naar onze meening geen enkele reden, waarom deze
belasting voor rekening van de gemeentekas zou moeten worden
genomen en dezerzijds geen gebruik zou worden gemaakt van de
bovenbedoelde bevo^dheid.
Wij stellen Uwe Vergadering dan ook voor, te besluiten
tot gebruikmaking van de in de slotbepaling van artikel 5 der
wet van 29 December 1933 (Staatsblad 780) tot heffing van
een couponbelasting gegeven bevoegdheid om bij de uitbetaling
van de coupons van de ten laste der gemeente uitgegeven
obligaties de couponbelasting van de opbrengst af te houden.
Leeuwarden, 18 Januari 1934«
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.