ll-l Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 195^» BIJLAGE NO. l6. BIJLAGE NO. l6, VERSLAG van Rapporteurs omtrent het verhandelde in de sectie-vergaderingen van den Gemeen teraad met MEMORIE VAN ANTWOORD van Burgemeester en Wethouders, betreffende de ontwerp-begrootingen voor het dienst jaar 19314.. Aan den Gemeenteraad. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Algemeene opmerkingen. 1, V. Een lid wenschte op te merken, dat van de zijde der fractie waartoe hij behoort, steeds is gewezen op de verwachting, dat slechtere tijden zouden aanbreken en daar is aangemaand tot zuinigheid en voorzichtigheid. Genoemd lid meende, dat thans degenen, die in deze verwachting een al te groot pessimisme hebben gezien, de juistheid van eerstgenoemd inzicht zullen moeten erkennen. Ben ander lid meende tegen deze opmerking te moeten op komen, omdat zij de zaak al te eenvoudig voorstelt. Dit lid meende, dat voor de tegenwoordige economische ontwrichting de oorzaken moeilijk zijn aan te wijzen en betwijfelde of door eerder toegepaste bezuinigingen in algemeenen zin de crisis zou zijn voorkomen. Een derde lid was van meening, dat de financiëele gestie van Burgemeester en Wethouders zich thans gewroken heeft, omdat nu de juistheid is gebleken van de herhaaldelijk geuite wenschen tot gedeeltelijke reserveering van batige saldi, ten einde reeds in gunstiger tijden een prikkel tot versobering te hebben. A. Ons College is met het hier bedoelde andere lid van oordeel, dat het eerst aan het woord zijnde lid de zaak te simplistisch opvat. Overigens zou diens betoog aan waarde winnen, wanneer hij had aangetoond, dat onzerzijds niet met de verwachting van slechtere tijden is gerekend, noch zuinigheid en voor zichtigheid is betracht. van onzen kant meenen wij juist herhaaldelijk de richting van een voorzichtig financieel be leid aan den Raad te hebben gewezen. Wij kunnen dan ook geens zins toegeven, dat de financiëele gestie, door den Raad gevolgd, zich thans gewroken heeft; integendeel, de zelfs in deze tij den betrekkelijk nog gunstige financiëele toestand van Leeuwar den is veeleer een gevolg van die gestie. Voorts moeten wij er naar aanleiding van deze en andere opmerkingen in het sectie- verslag nog eens op wijzen, dat de thans op Burgemeester en Wethouders geoefende critiek in wezen critiek is op den Raad. Voor critiek op Burgemeester en Wethouders is het de tijd, wanneer de voorstellen van het college in den Raad besproken worden, maar heeft eenmaal de Raad omtrent die voorstellen beslist, dat moet er niet langer van een gestie of beleid van Burgemeester en Wethouders doch van den Raad worden gesproken. Na een besluit te hebben genomen draagt de Raad de volle ver antwoordelijkheid Overigens herinneren wij ons niet, dat de "herhaaldelijk geuite wenschen tot gedeeltelijke reserveering van batige saldi" vroeger in een concreet voorstel belichaamd zijn geweest, en in ieder geval is de Raad dan niet op die wenschen ingegaan. x) De in het verslag der secties gemaakte opmerkingen zijn hier aangeduid met de letter V, de antwoorden van Burgemeester en V/ethouders met de letter A. Voorts zijn de onderscheidene onderwerpen doorloopend genummerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 204