85. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193^-* BIJLAGE HO.25. Ar t39 Het aantal leerlingen per klasse voor zwakzinnige kinde ren bedraagt ten hoogste 18. Het aantal leerlingen per klasse voor imbecille kinderen bedraagt, wanneer er slechts één klasse gevormd is, ten hoogste lip en, zoo er meer klassen zijn, ten hoogste 18 leerlingen per klasse. Art. ipO, 1e lid. De kinderen, die voor plaatsing op de school zijn aangegeven, hetwelk moet ge schieden ter secretarie op de dagen en uren door Burgemees ter en Wethouders in een of meer plaatselijke dagbladen bekend te maken, worden onder worpen aan een onderzoek, in te stellen door het hoofd der school, daarin bijgestaan door den schoolarts. Na dit onder zoek wordt door Burgemeester en Wethouders beslist of de kinderen al dan niet worden toegelaten en bij toelating tevens welk onderwijs ,n.l. dat voor zwakzinnigen dan wel dat voor imbecillen, zal worden genoten. Art.ipl ,1 e lid. Voorzoover onder de leer lingen als bedoeld in artikel 36 zwakzinnigen of imbecillen zijn kunnen deze, als daar voor termen bestaan, na inge wonnen advies van den school arts en het hoofd der school voor buitengewoon onderwijs op deze school worden geplaatst Art.53, 1e lid. Boven de ingevolge de wet bepaalde verhoogingen van jaarwedden voor het bezit van de daar genoemde bevoegdheden wordt eene belooning toegekend; a. van f 100.- sjaars voor het bezit van het gtuigschrift voor zang, afgegeven door de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst of door andere, door Burgemeester en Wethou ders aan te wijzen, vereeni- gingen" Art.VII. Artikel 39 wordt gelezen als volgt "Het aantal leerlingen per klasse voor zwakzinnige en voor imbecille kinderen be draagt ten hoogste 18." Art.VIII. Het eerste lid van artikel IpO wordt gelezen als volgt "Door de hoofden van scholen voor gewoon lager onderwijs worden aan het hoofd der school voor buitengewoon lager onderwijs de namen der kinde ren medegedeeld die naar hunne meening voor plaatsing op deze school in aanmerking komen. Deze kinderen worden onderwor pen aan een onderzoek, in te stellen door het hoofd der laatstgenoemde school, daarin bijgestaan door den schoolarts, van welk onderzoek een gemeen schappelijk rapport wordt op gesteld, dat aan Burgemeester en Wethouders wordt gezonden. Hierna wordt door dit College beslist of de kinderen al dan niet worden toegelaten en bij toelating tevens welk onder wijs, n.l. dat voor zwakzinni gen dan wel dat voor imbecil len, zal worden genoten." Art.IX. Het eerste lid van artikel I4.I wordt gelezen als volgt: "Voorzoover onder de leerlingen als bedoeld in artikel 36 zwak zinnigen of imbecillen zijn kunnen deze, als daarvoor krachtens het in artikel lj.0 bedoelde gemeenschappelijke rapport termen bestaan, op deze school worden geplaatst." Art.X. Het eerste lid van artikel 53 wordt gelezen als volgt "Boven de ingevolge de wet be paalde verhoogingen van jaar wedden voor het bezit van de daar genoemde bevoegdheden wordt eene belooning toegekend: a. van f 100.- sjaars voor het bezit van het getuigschrift voor zang, afgegeven door de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst of door andere, "door"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 231