Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, I93I+. BIJLAGE NO.29
Ontwerp B.
Bestaande redactie.
Art.2.
De jaarwedden van de direc
trice, de leeraressen, den
amanuensis en den concierge
worden, met uitzondering van
die der docenten in de handwer
ken en den zang, geregeld over
eenkomstig de bepalingen, ver
vat in het Koninklijk Besluit
van 22 October 192l|- (Staats
blad no.ip76) tot vaststelling
van regelen ten aanzien van de
bezoldiging van bur^gerlijke
Rijksambtenaren en in het Ko
ninklijk besluit van 23 Decem
ber 192i| ,no.21, zooals die be
sluiten eventueel nader zijn
of zullen worden gewijzigd.
Tijdelijke leeraressen worden
op gelijke wijze bezoldigd als
leeraressen in vasten dienst.
Art.3.
De jaarwedde van de leerares
in de handwerken bedraagt, in
dien zij van 10 tot en met 18
uren per week les geeft f 3^0.-,
benevens f J2.- per wekelijksch
lesuur, na 2, lp, -6, 8, 10, 12,
II4. en 16 dienstjaren telkens
te verhoogen met f 6.75 P0r we~
kelijksch lesuur; indien zij
meer of minder uren per week
les geeft, wordt de jaaftwedde
bij afzonderlijk Raadsbesluit
vastgesteld
Art.5.
De leerares, die door Burge
meester en Wethouders is aan
gewezen om de directrice bij ont
stentenis, afwezigheid of ver
hindering te vervangen, geniet,
als zoodanig, eene belooning
van f 200.- sjaars boven hare
bezoldiging.
Ar t6
De jaarwedde der leeraressen,
die tevens aan een of meer ande
re inrichtingen van middelbaar-
of hooger onderwijs ijn ver
bonden, mag niet stijgen boven
het bedrag, dat zij zouden ge
nieten, indien zij alle lessen
aan dezelfde school gaven.
"Art.
VERORDENING tot wijziging van
de verordening regelende de
jaarwedden der docenten,enz.,
aan de school van middelbaar
onderwijs voor meisjes (ge
meentebladen 1926 no.30 en
1927 no. 10)
Artikel I,
De aanhef van het eerste
lid van artikel 2 van boven
genoemde verordening wordt
gelezen als volgt
"De jaarwedden van de direc
trice, de leeraressen, den
amanuensis en den concierge
worden, met uitzondering van
die van de docent in den
zang,.enz.
Art.II.
De artikelen 3> 5
vervallen.
en