Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 19 3^-BIJLAGE NO. iqlp Artikel 3- De bepaling, dat voor een waakhond slechts de helft van de voor een luxe-hond verschuldigde belasting moet worden betaald, is oorzaak, dat vele houders van honden hunne dieren aangeven als waakhond, ook al wijzen de omstandigheden er op, dat zij alleen voor genoegen worden gehouden. Zoodoen de poogt men dan de belasting voor een deel te ontgaan. Eenerzijds wordt hierin verandering gebracht door te bepalen, dat waakhonden het gebouw of erf, ter bewaking waarvan zij worden gehouden, niet mogen verlaten, waarmede dan het criterium van het komen op den openbaren weg niet anders dan geleid aan een ketting, touw of riem, vervalt. Anderzijds zal een geringer verschil in het tarief tusschen waakhonden en luxehonden misbruik in dezen tegengaan; tevens wordt hierdoor aan het streven van de Nederlandsche Vereeni- ging tot bescherming van dieren tegemoet gekomen. Artikel lp, 3e. Teneinde misbruik van deze bepaling te voor komen is het gewenscht een duidelijker omschrijving te geven van de door kooplieden gehouden en aan hen toebehoorende honden, bestemd tot koopwaar, en deze handelaren voorts niet geheel vrij te stellen van de belasting. Een dergelijke bepaling wordt in verordeningen van andere gemeenten veel vuldig aangetroffen. Om voorts eiken twijfel uit te sluiten achten wij het gewenscht ook de fokkers van honden onder deze bepaling op te nemen. De nieuwe vrijstelling onder ipewelke ook elders meer malen voorkomt, achten wij ft billijkheidsoogpunt wel gewe ttigd Artikel 5. Het nieuwe 2e lid hebben wij uit overweging van billijkheid voorgesteld, omdat het thans kan voorkomen, dat voor eenzelfden hond in éen belastingjaar anderhalf maal (tweemaal is zelfs mogelijk) belasting verschuldigd is. Met medewerking van de belastingschuldigen kan dit thans worden voorkomen. Artikel 8. Deze wijziging is een gevolg van de gewijzigde in deeling der secretarie-afdeelingen. Artikel 9_^ Deze wijziging is een gevolg van de vernummering der artikelen van de Gemeentewet. Invorderingsverordening. Artikel 1. De beschrijving voor de hondenbelasting geschiedt niet meer door daartoe aan te wijzen ambtenaren, doch de aangifteformulieren worden per post verzonden. Het artikel wordt met den thans bestaanden toestand In overeenstemming gebracht Het nieuwe Ipe lid bestendigt de thans reeds door de be volkingsagenten verrichte controle. Artikel 7« Door wijziging van artikel 195 der Gemeentewet kan het strafmaximum in dit artikel worden gewijzigd. Wij stellen U thans voor over te gaan tot vaststelling van hieronder volgende ortwerp-verordeningen tot wijziging van de verordeningen tot heffing en op de invordering eener belasting op het houden van honden. Leeuwarden, 29 Maart 19 3lq Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. 120 Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 193k- BIJLAGE NO. Iqlp. ONTWERP A. Bestaande redactie. Ar t2 De belasting is verschuldigd door ieder, die tijdens het belastingjaar in de gemeente zijn hoofdverblijf heeft en oen of meer honden houdt. Als houder wordt aangemerkt hij, die, onder welken titel ook, een of meer honden bezit of onder zijn opzicht heeft, of, wanneer in zijn gezin een hond gehouden wordt, onver schillig of deze meer bijzon der aan een der leden van het gezin mocht toebehooren, het hoofd van het gezin- Art. 3. De belasting bedraagt s jaars voor eiken honds le. f. 2.5O, voor zoover de hond uitsluitend wordt ge houden a. ten dienste van den land bouw of eenig bedrijf van nijverheidj b. ter bewaking van gebouwen of erven; 2q, niet onder een der cate gorieën sub le begrepen f.5--. Als honden ten dienste van eenig bedrijf -"an nijver heid worden uitsluitend be schouwd die honden, dieniet an ders op den openbaren weg komen, dan vastgehouden aan eene ketting, touw of riem of als trekhond ingespannen in een tuig. Als honden ter bewaking van gebouwen of erven worden uitsluitend die honden aange merkt, die niet anders op den openbaren weg komen, dan geleid aan een ketting,touw of riem» Ar tlp De belasting is niet ver schuldigd le. voor honden, die nog geen twee maanden oud zijn; 2e. voor honden, gehouden cp vaartuigen, door daarin wonen de schippers, die geen woon plaats aan den vasten wal heb ben, mits de honden aan boord van het vaartuig worden gehou den. VERORDENING tot wijziging van die tot heffing eener belasting op het houden van honden (Gemeenteblad 1926 no. o) Artikel I. Aan artikel 2 van bovenge noemde: verordening worden toegevoegd een nieuw derde en vierde lid, luidende als volgt "Zoo noodig beoordeelt de controleur der gemeentebe lastingen naar de omstandig heden wie als hoofd van het gezin wordt aangemerkt. De houder, die bij anderen inwoont zonder te behooren tot een gezin, is persoonlijk belastingschuldig, Art. II. Het eerste lid van artikel 3 wordt gelezen als volgt: ';De belasting bedraagt s jaars voor eiken hond: le. f, 2,50» voor zoover de hond uitsluitend wordt ge houden ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf van nijverheid; 2e» f. 6,-,voor zoover de hond uitsluitend wordt ge houden ter bewaking van ge bouwen of erven; 3e. niet onder een der cate gorieën sub le en 2e begre pen, f. 7,50)' Het derde lid van artikel 3 wordt gelezen als volgt: "Als honden ter bewaking van gebouwen of erven worden uitsluitend die honden aan gemerkt, welke het gebouw of erf niet verlaten. Een Rond, die op den openbaren weg wordt aangetroffen, wordt geacht niet uitsluitend tot bewaking van gebouwen of erven te dienen". Art. III. artikel lp wordt van 3e af gelezen als volgt; "3e. voor honden boven het getal van twee, toebehoorend aan en gehouden door kooplie den in of fokkers van honden, bestemd tot koopwaar, mits cp den openbaren weg aan een ketting, touw of riem vastge- houdf"f

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 259