1 >5 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 195^-» BIJLAGE NO., Niet ter zake dienende zijn de bezwaren, in het adres vermeld onder 2e en Je, omdat zij betreffen punten, liggende buiten dé onderwerpenjke publiekrechtelijke regeling. Het betreft hier n.l. de ook in Uwen Raad reeds eerder besproken quaestie dat adressanten op grond van de privaatrechtelijk met hen aangegane erfpachtsovereenkomsten beweren recht te hebben op het onbebouwd blijven van het onderhavige terrein, alsmede het bedrag van de door hen te betalen erfpacht. Derhalve zou het hier hoogstens kunnen gaan over de uitvoering of naleving van de erfpachtscontracten,, hetgeen op de vast stelling van de bebouwingsvoorschriften echter geen invloed kan hebben. In dezen is overigens reeds eene beslissing ge nomen, zoowel in Uwe vergadering van 22 Augustus 1937m te weten door de uitgifte aan de Haan en van der Hoek en door de verwerping van een desbetreffend voorstel van Uw medelid, den heer Terpstra,, als door de Gedeputeerde Staten, waar zij, kennis genomen hebbende van een adre3 van H. van der Roest e.-a., voornoemd, en van ons daarover uitgebracht bericht, niettemin de erfpachtsuitgifte hebben goedgekeurd. Ongegrond zijn de bezwaren, in het adres vermeld onder le, Iqe en 5 e Onder le zeggen adressanten, dat de Woningwet een verorde ning, als hier ontworpen, voor dit terrein niet kent, zonder dat aan art. jó dier wet is voldaan en er een op wettige wijze vastgesteld plan van uitbreiding is. Dat deze meening volsla gen onjuist is, zal U blijken uit het hierboven aangehaalde art. I4.3 der Woningwet, waarop ons voorstel is gebaseerd, en dat, als betreffende de bebouwde kom, staat naast het uit breidingsplan van art. 36, en daarmede, zooals gezegd, slechts de formaliteiten gedeeltelijk gemeen heeft. Als vierde bezwaar voeren de adressanten aan, dat door eene bebouwing, zooals wordt voorgesteld, niet alleen aan de aesthetische waarde van dit stadsdeel, doch ook aan het be lang van de volkshuisvesting een belangrijk nadeel wordt toe gebracht. Vermits wij te dezen met hen van meening verschillen en een dergelijk nadeel naar ons oordeel in geen enkel opzicht uit de ontworpen bebouvingsvoorschriften zal voortvloeien, daarentegen die voorschriften aan de bebouwing van deze stadswijk ten goede zullen komen, achten wij dit bezwaar eveneens ongegrond. Dit geldt ook voor de vijfde en laatste bedenking, n.l, dat de perceelen van adressanten door de voorgenomen bebouwing aan waarde verliezen zullen en de gemeente hun billijkheids- halvéÜe door die bebouwing veroorzaakte schade moet vergoeden. In de eerste plaats zullen bij een open bebouwing van het plein overeenkomstig de ontworpen voorschriften de huizen aan de omliggende straten stellig geen waardevermindering onder gaan en ten tweede zou, zelfs gesteld dat men een waardedaling aannam, en bewijzen kon, van eenig recht op een vergoeding in dezen geen sprake zijn. De gemeente toch geeft overeenkomstig de wet eene nieuwe bestemming aan open liggenden grond, waar over zij de volle beschikking heeft en zij tast daarbij niemands recht aan. Bovendien zijn, gelijk wij hierboven reeds aanvoerden, de omwonenden niet te beschouwen als be langhebbenden bij den grond, waarvan de bebouwing en de be stemming thans geregeld worden. De gemeente kan dus de aan spraken van adressanten op vergoeding van de beweerde schade in geen geval erkennen, gelijk zij aan het slot van hun request vragen. Op grond van het een en ander is ons College van gevoelen, dat de ingediende bezwaren niet tot wijziging van de ontworpen bebouwingsvoorschriften, zooals deze ter inzage hebben gelegen en U hieronder ter vaststelling worden aangeboden, leiden kunnen. 136 Biilage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193^-* BIJLAGE NO. Onder mededeeling, dat de betrokken erfpachters zich met de navermelde wijziging van de overeenkomst kunnen ver eenigen, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten: a. onder intrekking van het besluit van 22 Augustus 1955» no. 301+r7i57, goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland d.d. 27 September 1933 no. 80, aan K. DE HAaN en T. VAN DER HOEK, beiden alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een bouwterrein aan de Soenda-, Deli- en Sumatrastraten, ter diepte van 61.25 Meter uit de eerstgenoemde straat gemeten, gelijk op de bij dit besluit behoorende situatieteekening met een dubbele roode omlijning is aangeduid, ter grootte van ongeveer 255O M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grond waarde van f. 1|.- per M2. en een rentevoet van 6% per jaar; 2. de belanghebbenden storten ten kantore van het Gemeen telijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voor waarden een bedrag van f. 51^.welk bedrag aan de gemeente vervalt indien niet aan de voorwaarden wsrdt voldaan, tenzij Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke terug gave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de waarborgsom teruggegeven; 3. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burge meester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; I4.. de acte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen ter- ^5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van'toepas sing - voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd - de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden b- tot "vaststelling van de in ontwerp hierachter af gedrukte verordening over te gaan. Leeuwarden, 19 April 193^« Burgemeester en Uethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. S. SCHOTMAN Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 271