1 52
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1954» BIJLAGE NO.66
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat de Pensioenraad te sGravenhage be
reid is het restant ad f 355.6)4.5.57 der> bij Raadsbesluit
van 5 Juni 1 928,no.1 83R/I06, goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten bij hun besluit van 6 Juni 1928,no.1 39, met het Al
gemeen Burgerlijk Pensioenfonds te 'sGravenhage gesloten
geldleening ad f [451'6145.57» rentende [4-3- 'sjaars, op
2 Juli 19^5 be converteeren in eene [4-5 leening tegen
parikoers;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
Gelet op artikel 170 der Gemeentewet
BESLUIT:
I. met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te 'sGraven
hage op 2 Juli 1934 een onderhandsche geldleening aan te
gaan tot een bedrag van: drie honderd vijfenvijftig duigend,
zeshonderd vijfenveertig gulden en zeven en vijftig cent
7 f 355.6145.57) te'gen~den "koers van 1 UUfi en op de vol-'
gende voorwaarden en bepalingen
1. Het bedrag der leening wordt geacht op 2 Juli 1934 door
den geldgever, na ontvangst van eene volgens het ontwerp
van den geldgever opgemaakte schuldbekentenis der leening,
ter beschikking van de geldneemster te zijn gesteld door
teruggave van de schuldbekentenis der bij overeenkomst van
25/26 Juni 1928 gesloten l/g- leening ad f 1451.6145.57 Pro
resto groot f 355*645'57'
2. Geldneemster zal van het onafgeloste gedeelte van het
bedrag der leening betalen een tegen [4^- procent per jaar
te berekenen rente, te voldoen op 2 Januari en 1 Juli van
elk jaar.
Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig
dagen en elk jaar op driehonderd zestig dagen worden ge
steld.
3. Het bedrag der leening zal worden afgelost in 26 jaren,
telkens op 2 Juli, voor het eerst op 2 Juli 1935 en
in de jaren 1935 bot en met 1938 per jaar f 16.000.-,
in de jaren 1939 bot en met '§43 Per jaar f 1I4.5OO.-,
in de jaren 1§44 bot en met 194° pe*1 jaar f l4«000.-,
in de jaren 1§4§ bot en met 1955 Per jaar f i3.5OO.-j
in de jaren 195° bot en met 195° Per jaar f I3.OOO.-,
in het jaar 1959 f 10.000,-,
in het jaar 1960 f 5.645.57,
Geldneemster zal uitsluitend op de aflossingsverschijn
dagen extra mogen aflossen. Zij zal van haar voornemen
daartoe ten minste drie maanden tevoren aan geldgever
schriftelijk kennisgeven.
Aflossing overeenkomstig deze alinea zal geschieden
tegen den koers van 101 procent, indien deze plaats heeft
voor 2 Juli 19-39"« Oe bedragen, overeenkomstig deze alinea
afgelost, z,u.lj,en gerekend worden allereerst te zijn betaald
in mindering van den laatste 1 aflossingstermijn, daarna
van den voorlaatsten en zoo vervolgens.
4. Alle aan geldgever verschuldigde betalingen zullen ge
schieden door storting of overschrijving op zijn postreke
ning No.74500 of op zijn rekening N0.725O bij de Hoofdbank
van de Nederlandsche Bank,
De betalingen zullen geschieden in Nederlandsch geld,
zonder korting of schuldvergelijking en zonder kosten
"voor"
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1934» BIJLAGE NO.66.
voor geldgever.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn
geschied ter voldoening van de kosten, vervolgens van de
boeten, daarna van de vergoedingen, vervolgens van de
rente en het laatst van de hoofdsom.
5. Indien geldneemster het aan aflossing of rente verschul
digde niet'op tijd en overeenkomstig het bepaalde in artikel
3 zal hebben voldaan, zal zij aan geldgever betalen, als
boete, een bedrag gelijk aan 6i procent per jaar van het
achterstallige bedrag over den tijd der nalatigheid..
6. Het onafgeloste deel van het bedrag der leening is, met
de rente en de kosten, onmiddellijk opeischbaar: a. bij
niet-nakoming van een of meer der in deze akte vermelde
bepalingen of aangegane verbintenissen; b. bij beslaglegging
op eigendom van geldneemster;^c.bij door haar gedaan ver
zoek tot het bekomen van surseance van betaling; d.,bij
aangifte of aanvraag tot faillietverklaring van geldneem
ster.
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit
van het voorvallen van een der vermelde gevallen van on
middellijke opeischbaarheid, als of zij bij bevel of andere
soort gelijke akte ware in gebreke gesteld.
7. De belastingen, die van aflossing of rente der leening
teheven mochten worden, komen ten laste van geldneemster.
8. Alle kosten en rechten van deze akte en van de maat
regelen, die geldgever mocht nemen tot behoud of ter uit
oefening zijner uit deze overeenkomst voortvloeiende rech
ten, zijn voor rekening van geldneemster,.
II. te bepalen, dat het bedrag der jaarlijksche rente en
aflossing uit de gewone inkomsten der gemeente zal worden
bestreden,
Leeuwarden
De Raad voornoemd,
Verzonden, 5 ^ei 1 934