HOOFDSTUK II. Georganiseerd Overleg. Art. 5. 1. Ten einde een geregeld overleg te doen plaats I vinden aangaande de vaststelling, aanvulling, wijziging en intrekking van de den ambtenaren betreffende alge meen verbindende voorschriften, bestaat een Commissie van Overleg. 2. De samenstelling en de werkwijze dezer com missie worden bij afzonderlijke verordening geregeld. HOOFDSTUK III. Aanstelling en bevordering. Art. 6. De ambtenaren worden aangesteld in vasten of in tijdelijken dienst. Art. 7. Burgemeester en Wethouders benoemen, zooveel mogelijk op voorstel van of na overleg met het hoofd van den tak van dienst, waarbij zij werkzaam worden gesteld, de ambtenaren, tenzij de wet of de verordening dit aan anderen heeft opgedragen of de Raad met inachtneming van de bepalingen der Gemeentewet zich dit uitdrukkelijk heeft voorbehouden. Art. 8. 1. Aan den tijdelijken ambtenaar, die een jaar in dienst der gemeente is geweest en wiens dienstverband wordt bestendigd, wordt een vaste aanstelling verleend. 2. In bijzondere omstandigheden kunnen Burge meester en Wethouders dezen termijn verlengen. Art. 9. 1Om tot vast ambtenaar te kunnen worden aan gesteld moet men a. zijn van zedelijk gedrag b. voldoen aan een onderzoek naar bekwaamheid, wanneer dit gevorderd wordt, en in het bezit zijn van diploma's, welke Burgemeester en Wethouders of de Raad noodig achten c. lichamelijk geschikt zijn in den zin der verorde ning, regelende het geneeskundig onderzoek van per sonen, die in aanmerking komen voor aanstelling in den dienst der gemeente en van hare instellingen d. den leeftijd van 21 jaar hebben bereikt en dien van 40 jaar niet hebben overschreden e. Nederlander zijn. 2. Om tot tijdelijk ambtenaar te worden aangesteld moet men, onverminderd de in het eerste lid onder a. b, c en e gestelde vereischten, den leeftijd van 20 jaar hebben bereikt en dien van 39 jaar niet hebben over schreden. 3. Indien aan de vaste aanstelling een tijdelijk dienstverband, als bedoeld in het tweede lid, vooraf gegaan is, zal in den regel geen hernieuwd geneeskun dig onderzoek plaats vinden. 4. Van de leeftijdsgrenzen, in dit artikel vermeld en van het bepaalde sub e kan in bijzondere gevallen worden afgeweken. Art. 10. 1. Bij zijne aanstelling ontvangt de ambtenaar kos teloos a. een dienstboekje of andere schriftelijke aanstel ling, waarin vermeld worden naam, voornamen, ge boorteplaats en geboortedatum, alsmede de datum der indiensttreding. Tevens wordt daarin vermeld: de be trekking, waarin hij wordt aangesteld, met aanwijzing van den tak van dienst waartoe hij zal behooren en met vermelding, of de aanstelling is in vasten of in tijdelijken dienst, de bij de aanstelling toe te kennen wedde en de daaraan verbonden emolumenten, alsmede het bedrag, dat den ambtenaar tot pensioensgrondslag strekt b. een exemplaar van deze verordening en de naar aanleiding daarvan vastgestelde voorschriften c. een verordening, regelende de bezoldiging en de uitbetaling daarvan d. de voor hem vastgestelde instructie. 2. Telkens wanneer dit door het hoofd van den tak van dienst wordt gevorderd, moet het dienstboekje te diens beschikking worden gesteld, opdat daarin nadere aanteekening zal geschieden van a. elke latere wijziging of aanvulling b. het tijdstip, waarop de dienstbetrekking eindigt. 3. Een verloren of in het ongereede geraakt dienst boekje of ander bewijs van aanstelling wordt door een ander vervangen tegen betaling onderscheidenlijk van 50 cent en een gulden. Art. 11. 1.Voor de vervuiling van eene vacature of bij instel ling van een nieuwen rang aan een bepaalden dienst, genieten ambtenaren, aan dien dienst werkzaam, de voorkeur. 2. Bij gelijke geschiktheid gaat de oudste in dienst - tijd voor; is ook de diensttijd gelijk, dan gaat de oudste in leeftijd voor. 3. Indien vervulling van een vacature niet kan plaats vinden uit de ambtenaren van den betrokken dienst, geschiedt dit zoo mogelijk uit ambtenaren van de overige gemeentediensten. Te dien einde wordt van het bestaan der vacature mededeeling gedaan aan de hoofden der andere takken van dienst. Art. 12. Burgemeester en Wethouders stellen, gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg, bij algemeen besluit bepalingen vast betreffende de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder indienstneming op ar beidsovereenkomst naar burgerlijk recht kan plaats hebben. HOOFDSTUK IV. Verplichtingen van den ambtenaar. Art. 13. 1De ambtenaar is verplicht a. alle voor hem geldende verordeningen en instruc ties na te leven b. de werkzaamheden, welke hem overeenkomstig zijn aanstelling bij zijn tak van dienst worden opgedra gen, met ijver en nauwgezetheid te volbrengen, stiptelijk de bevelen op te volgen van hem, aan wien hij onmid dellijk of middellijk ondergeschikt is en voorts zoo tijdig ter plaatse, waar hij zijn dienst heeft te verrichten, aan wezig te zijn, dat hij op het in den werkrooster aan gegeven tijdstip zijn werkzaamheden kan beginnen. 2. De ambtenaar is niet verplicht, een werknemer, die zijn werk niet verricht wegens een door een rechts persoonlijkheid bezittende vakorganisatie of door het bestuur daarvan geproclameerde werkstaking, te ver vangen, tenzij door de staking het algemeen belang, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, ernstig wordt geschaad of kan worden geschaad. In dat geval geven Burgemeester en Wethouders daarvan onverwijld kennis aan de organisaties der gemeente ambtenaren en aan den Gemeenteraad. 3. De ambtenaar is verantwoordelijk voor het hem in bruikleen verstrekte gereedschap, de hem ter verwerking verstrekte grondstoffen, toevertrouwde werkmiddelen of materiaal en ter bezorging gegeven

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 295