opgelegd, wordt door het betrokken hoofd van den tak van dienst aanteekening gehouden op door Burge meester en Wethouders vast te stellen wijze. 2. Indien sinds de tenuitvoerlegging der straf drie jaren zijn verstreken zonder dat eenige straf is opge legd, wordt met de vroegere straffen niet meer ten nadeele van den ambtenaar rekening gehouden en ver vallen alle deswege geschiede aanteekeningen. HOOFDSTUK XII. Scheidsgerecht. Art. 69. 1. De ambtenaar als zoodanig, zijn nagelaten be trekkingen of rechtverkrijgenden zijn bevoegd beroep in te stellen bij het Scheidsgerecht tegen besluiten, handelingen en weigeringen (om te besluiten of te han delen) te hunnen aanzien door eenig bestuursorgaan der gemeente of eenig ander bestuursbevoegdheid be zittend college of eenigen in dienst der gemeente boven hem geplaatste genomen, verricht of uitgesproken, waardoor zij rechtstreeks in hun belang zijn getroffen. 2. Een weigering tot het nemen van een besluit of het verrichten van een handeling wordt geacht te zijn uitgesproken, indien binnen een daarvoor bepaalden tijd of, waar een tijdsbepaling ontbreekt, binnen redelijken tijd een verplicht besluit niet genomen of een verplichte handeling niet verricht is. 3. Het beroep kan worden ingesteld terzake, dat de in het eerste lid bedoelde besluiten, handelingen of wei geringen feitelijk of rechtens met de toepasselijke alge meen verbindende voorschriften strijden, of dat bij het nemen, verrichten of uitspreken daarvan kennelijk van eenige bevoegdheid een ander gebruik is gemaakt dan tot de doeleinden, waarvoor deze was gegeven. 4. Indien het beroep een disciplinaire strafoplegging betreft, kan het in elk geval ook worden ingesteld ter zake dat er tusschen de opgelegde straf en de gepleegde overtreding onevenredigheid bestaat. 5. Voor de toepassing van de beide voorafgaande leden worden de besluiten, handelingen of weigeringen, namens of in opdracht van een bestuursorgaan der ge meente bevoegdelijk genomen, verricht of uitgesproken, geacht genomen, verricht of uitgesproken te zijn door het orgaan, in welks opdracht of namens hetwelk ge handeld is. 6. Niet ontvankelijk is het beroep, in zooverre het gericht is tegen algemeen verbindende voorschriften. 7. Voor zoover een handeling strekt ter uitvoering van een besluit, is het tegen de handeling gericht beroep niet ontvankelijk, indien niet tijdig tegen het besluit beroep is ingesteld. 8. Een tegen een deel van een besluit, handeling of weigering ingesteld beroep wordt geacht tegen het ge- heele besluit, de geheele handeling of weigering gericht te zijn. Art. 70. 1. Beroep op het Scheidsgerecht wordt ingesteld bij schriftelijke verklaring, welke binnen acht dagen, nadat de betrokken ambtenaar, zijn nagelaten betrek kingen of rechtverkrijgenden van de beslissing, waar van men in beroep wenscht te komen, heeft kennis ge kregen, moet worden ingediend bij den secretaris van het Scheidsgerecht. 2. Deze geeft binnen tweemaal 24 uur van het be roep kennis aan dengene, die de straf of schadever goeding heeft opgelegd. 3. De secretaris schrijft in overleg met den voor zitter een vergadering uit. 4. De klager kan zich ter vergadering door een raadsman doen bijstaan. 5. Het beroep kan worden ingetrokken, zoolang de eerste zitting van het Scheidsgerecht ter behandeling van het beroep niet is aangevangen. Art. 71. Overschrijding van den termijn, gesteld voor het in stellen van beroep, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid, indien de overschrijding is te wijten aan omstandig heden, tengevolge waarvan het niet in acht nemen van den termijn den klager redelijkerwijs niet kan worden toegerekend, mits de klacht is ingediend binnen 8 dagen nadat die omstandigheden hebben opgehouden te bestaan. Art. 72. De klager, alsmede diens raadsman, heeft het recht ten minste drie dagen voor den aanvang der zitting kennis te nemen van de bescheiden op de zaak betrek king hebbende. Art. 73. 1. Het Scheidsgerecht is samengesteld uit zeven leden en zeven plaatsvervangende leden; een secretaris en een plaatsvervangende secretaris worden aan het Scheidsgerecht toegevoegd. 2. Hunne benoeming geschiedt als volgt a. van den voorzitter, tevens lid, en den plaatsver- vangenden voorzitter, tevens plaatsvervangend lid, door den Gemeenteraad op eene aanbeveling van twee per sonen voor iedere plaats, in te dienen door Burgemeester en Wethouders; b. van twee leden en twee plaatsvervangende leden door Burgemeester en Wethouders; c. van twee leden en twee plaatsvervangende leden door de ambtenaren, op wie dit reglement van toepas sing is en niet behoorende tot de ambtenaren op week loon, na voorafgaande candidaatstelling, bij directe en geheime stemming op een wijze door Burgemeester en Wethouders te bepalen; deze leden treden uitsluitend op bij de behandeling van zaken betreffende ambtenaren, niet behoorende tot de ambtenaren op weekloon; d. van twee leden en twee plaatsvervangende leden op dezelfde wijze door de ambtenaren op weekloon, op wie dit reglement van toepassing is; deze leden treden uitsluitend op bij de behandeling van zaken betreffende ambtenaren op weekloon e. van den secretaris en den plaatsvervangenden secretaris door Burgemeester en Wethouders. 3. De leden en plaatsvervangende leden moeten ingezetenen der gemeente zijn; zij moeten den leeftijd van 30 jaren, de secretaris moet dien van 25 jaren hebben bereikt. 4. Tot leden en plaatsvervangende leden kunnen niet worden gekozen of benoemd de Burgemeester, de leden van den Gemeenteraad en de ambtenaren in dienst der gemeente of van een harer instellingen, noch leden van vakvereenigingen, die personeel der gemeente als lid aannemen. Art. 74. 1. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor den tijd van twee jaar. 2. Zij treden tegelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar. 3. Een tusschentijds benoemd lid of plaatsvervan gend lid treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden. 4. De leden, plaatsvervangende leden, de secretaris en diens plaatsvervanger genieten een presentiegeld van 5.— per zitting. Art. 75. 1. Het Scheidsgerecht stelt zijn eigen reglement vast, dat aan Burgemeester en Wethouders wordt medegedeeld, die het ter kennis van de belangheb benden brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 303