2. Het onderzoek kan alleen geschieden in voltallige
vergadering.
3. De zittingen zijn niet openbaar; de leden en de
secretaris zijn verplicht tot stipte geheimhouding van
mededeelingen, wanneer dit door hem, die de mede-
deeling doet, verzocht wordt; zij bewaren het geheim
omtrent de bij de behandeling van een beroep in raad
kamer geuite gevoelens.
4. Een lid of plaatsvervangend lid mag aan de be
handeling eener zaak niet deelnemen, wanneer er tus-
schen hem en de betrokken ambtenaar bloedverwant
schap of zwagerschap in den eersten, tweeden of derden
graad bestaat.
Art. 76.
1. Het Scheidsgerecht neemt, na kennis genomen te
hebben van de bescheiden en na den klager en, voor
zoover noodig, andere personen gehoord te hebben, een
beslissing.
2. De beslissing geschiedt bij meerderheid van mon
deling uitgebrachte stemmen; geen der leden of plaats
vervangende leden mag zich van stemming onthouden.
3. De beslissing mag zoowel gunstiger als minder
gunstig voor den klager zijn, dan die waarvan hij in
beroep is gekomen.
4. Het Scheidsgerecht beslist in raadkamer naar
vrije overtuiging; het kan geen beslissing nemen, tenzij
alle leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn.
5. De uitspraak is met redenen omkleed en wordt
binnen tien dagen medegedeeld aan Burgemeester en
Wethouders, aan het hoofd van den betrokken tak van
dienst en aan hem, die het beroep instelde.
6. De voorzitter zorgt, dat de zaken op een doel
matige wijze tot een beslissing worden gebracht.
Art. 77.
1. Indien de beslissing, waarvan beroep is ingesteld,
het einde van de dienstbetrekking ten gevolge heeft,
treedt de uitspraak van het Scheidsgerecht niet in de
plaats van die beslissing, doch kan door het Scheids
gerecht aan den klager een schadevergoeding worden
toegekend.
2. Bij de bepaling van deze schadevergoeding komt
in aanmerking de bezoldiging, die de ambtenaar ten tijde
van het ontslag genoot.
Art. 78.
De plaatsvervangers nemen zitting bij ontstentenis
van de leden, die zij moeten vervangen, volgens een
door Burgemeester en Wethouders op te maken rooster.
Zooveel mogelijk moet een zaak door dezelfde leden en
plaatsvervangers worden berecht.
Art. 79.
Allen, die in dienst der gemeente zijn, zijn verplicht
gehoor te geven aan een oproeping van of namens het
Scheidsgerecht, om als getuigen of deskundigen te ver
schijnen of inlichtingen te geven omtrent de aanhangige
zaak.
Art. 80.
Wanneer zich eenige omstandigheid voordoet, die bij
de behandeling eener zaak aan den Gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders of het Scheidsgerecht niet
bekend was en die op zich zelve of in verband met de
vroeger geleverde bewijzen, ernstigen twijfel doet ont
staan aan de juistheid der beslissing, en, ware zij be
kend geweest, had kunnen leiden tot een andere beslis
sing, kan het Scheidsgerecht zijn uitspraak herzien.
HOOFDSTUK XIII.
Slot- en overgangsbepalingen.
Art. 81.
Wijzigingen in deze verordening worden niet aange
bracht. dan nadat de Commissie voor Georganiseerd
Overleg daarover is gehoord.
Art. 82.
1. Deze verordening kan worden aangehaald onder
den titel Ambtenarenreglement" en treedt in werking
op 1 Juli 1934.
2. Alsdan vervalt
a. het Ambtenarenreglement (gemeenteblad 1926no.
32), zooals dit nader is gewijzigd;
b. het Werkliedenreglement (gemeenteblad 1919 no.
24), zooals dit nader is gewijzigd, met uitzondering van
de artikelen 28, 1ste lid en 30;
c. de verordening tot regeling van het doen van
aanbevelingen, de benoeming en het ontslag van ge
meente-ambtenaren en bedienden (gemeenteblad 1911
no. 41
d. de verordening voor de ambtenaren der gemeente
Leeuwarden (gemeenteblad 1911 no. 39).
Art. 83.
1. Alle op het tijdstip van het in werking treden
van deze verordening bestaande regelingen, vastgesteld
ter uitvoering van de in artikel 82, 2de lid genoemde
verordeningen, blijven van kracht totdat zij overeen
komstig deze verordening zijn gewijzigd of door nieuwe
zijn vervangen.
2. De bestaande Scheidsgerechten blijven in stand
totdat de samenstelling van het in artikel 73 dezer ver
ordening genoemde Scheidsgerecht heeft plaats ge
vonden; het Scheidsgerecht voor de ambtenaren treedt
op voor de behandeling van zaken betreffende ambte
naren, niet behoorende tot de ambtenaren op weekloon,
dat voor de werklieden voor de behandeling van zaken
betreffende ambtenaren op weekloon.