167.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, I93I4.. BIJLAGE NO.71
BIJLAGE NO.71.
Aan den Gemeenteraad.
Bij de behandeling, in Uwe vergadering van 26 September
1935» van °ns voorstel betreffende de invoering van een ver
bod tot het afleveren van melk aan de huizen der ingezetenen
op Zondag -waarbij i j U andermaal in overweging gaven af
wijzend op een daartoe strekkend verzoek van melktappers te
beschikken- diende Uw medelid, de heer Hooiring, het voorstel
in ,en Uw Raad nam dat aan, om ons praeadvies niet in be
handeling te nemen, doch ons College alsnog te verzoeken
een onderzoek in te stellen naar de werking van een derge
lijk verbod in eenige andere gemeenten, zooals Amsterdam,
'sGravenhage, Nijmegen, Tilburg, Rotterdam e.a., en tevens
de meening te dezer zake te vragen van den Directeur van
den Provincialen Keuringsdienst voor Waren voor Friesland,
alsmede aan de directeuren der N.V.Leeuwarder Ij's- en
Melkproductenfabriek (Lijempf) en der Coöperatieve Zuivel
fabriek, alhier, zulks mede met het oog op eventueele
medewerking hunnerzijds bij invoering van een verbod, als
hier bedoeld.
Aan dit verzoek gevolg gevende, hebben wij ons op de
hoogte gesteld van den op dit punt bestaanden toestand in
een dertiental gomeonten, te weten: Amersfoort, Amsterdam,
Apeldoorn, Arnhem, Dordrecht, Eindhoven, 'sGravenhage,
sHertogenbosch, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en
Zwolle. Daarbij is ons gebleken, dat bijzondere bepalingen
betreffende den verkoop van melk op Zondag niet bestaan in
Dordrecht, Eindhoven, Nijmegen, Tilburg en Zwolle, in de
andere gemeenten wel. Wij leggen de in laatstbedoelde
plaatsen geldende verordeningen, met de daarop betrokking
hebbende brieven der gemeentebesturen, hierbij te Uwer
kennisneming over.
Eveneens voegen wij hierbij de brieven, welke wij over
deze quaestie hebben ontvangen van den Directeur van den
Keuringsdienst voor Waren voor het keuringsgebied Friesland,
en van de directies der N.V.Lijempf en der Coöperatieve
Zuivelfabriek Leeuwarden.
Uit het plaats gohad hebbende onderzoek blijkt, dat het
invoeren van een verbod, als waarvan hier sprake is, om
redenen van hygiënischen aard ontraden wordt door de des
tijds te dezer stede bestaande Gezondheidscommissie, door
den geneeskundigen inspecteur van de volksgezondheid Dr.
J.H.Tuntler te Groningen, door den inspecteur van de volks
gezondheid Dr.J.W.de Waal, alhier, door den directeur van
den Provincialen Keuringsdienst voor Waren voor Friesland,
alsook door de directie van de N.V.Lijempf, alhier, terwijl
de ingekomen berichten doen zien, dat ook in andere gemeen
ten de Gezondheidscommissien, de Keuringsdiensten van Waren
en de inspecties van de volksgezondheid afwijzend geadvi
seerd hebben.
Wij kunnen na kennisneming van het oordeel van al deze
op dit gebied deskundige personen en instellingen ook nu
geen vrijheid vinden om een voorstel tot invoering van een
verbod, als door de adresseerende melktappers gewonsebt, in
overweging te nemen; naar ons gevoelen zou ook de Raad niet
verantwoord zijn, wanneer hij niettemin oen zoodanig ver
bod uitvaardigde. Ons College wenscht althans mot het 00J5
op de hygiënische gevaren, welke dit verbod zou kunnen