17'!-
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1934-» BIJLAGE NO.75»
BIJLAGE NO.75-
Aan den Gemeenteraad.
Om praeadvies is in onze handen gesteld een adres van den
Leeuwarder Bestuurdersbond,waarbij wordt verzocht een rege
ling in het leven te roepen "tot het verstrekken van een
bescheiden vergoeding in de extra onkosten welke voor de
verschillende organisaties voortvloeien uit hare bemoeiin
gen met de steunverleening aan georganiseerde werkloozen".
Een soortgelijk verzoek was eenigen tijd geleden van de
zijde eener organisatie ook reeds tot ons College gericht.
Na herhaalde overweging hebben wij evenwe1 gemeend,daarop
afwijzend te moeten beschikkenDe redenen,welke ons daar
toe hebben geleid,gelden evenzeer bij het thans uit te
brengen praeadvies,zocdat wij U ook nu geen voorstel tot
inwilliging van het verzoek van den Leeuwarder Bestuurders-
bond kunnen doen. Het zal Uwen Raad bekend zijn,dat de
hierbedoelde ondersteuningsgelden aan de betrokkenen worden
uitbetaald door de penningmeesters der vakorganisaties,
onder controle van Voogden der Stads Armenkamer.
De penningmeesters ontvangen daartoe van ons College eene
aanstelling als buurtbezoeker.
Wanneer nu het gemeentebestuur aan de onderscheidene
organisaties had verzocht om een deel van het werk,dat
te dezen door de gemeentelijke diensten verricht moet
v/orden,over te nemen,en dus eigener beweging om redenen
van dienstbelang,als anderszins,een regeling had getroffen
dat de uitkeeringen via de penningmeesters zouden geschieden
dan zou er,zoo al niet op gronden van recht dan toch uit
overwegingen van billijkheid,wellicht voldoende aanleiding
bestaan om een vergoeding,als wordt gevraagd,aan de orga
nisaties toe te kennel.tiaar dit is geenszins het geval.
Het mag toch als bekend worden verondersteld,en ware
ten overvloede aan de hand van de stukken aan te toonen,
dat de thans toegepaste wijze van uitbetalen tot stand is
gekomen,ten einde aan den uitdrukkelijken wensch der orga
nisaties zeiven op dit punt tegemoet te komen,n.l.om haren
leden zoodoende den gang naar het gebouw der Stads Armen
kamer te besparen. Wij hebben dezen wensch kunnen begrij
pen en ook geenerlei bezwaar gehad om daar aan tegemoet
te komen,hetgeen uit de bovenvermelde aanstelling van een
aantal buurtbezoekers-penningmeesters blijkt.
Het ligt voor de hand,dat deze laatsten daardoor extra
werkzaamheden te verrichten hebben gekregen,die al naar
den omvang der organisatie veel of minder tijd en arbeid
zullen vorderen. Is er nu echter reden om voor het aan de
uitbetaling verbonden werk,hetwelk de organisaties vrij
willig en ten behoeve van de belangen der eigen leden op
zich hebben genomen,haar eene vergoeding uit de gemeentekas
toe te kennen? Haar ons oordeel niet.
Hier komt bij,dar de controle,ondanks de voor de uitbetaling
der steungelden getroffen regeling,volledig bij de Armen
kamer is gebleven en dat,bestond deze speciale regeling niet
die uitbetaling zonder bezwaar en zonder noemenswaardige
vermeerdering van kosten ten kantore der Armenkamer zou
kunnen geschieden.Van gemeentelijk standpunt gezien is
derhalve de arbeid,door de penningmeesters der vakorga
nisaties te dezen verrichtniet noodzakelijk,noch onmis
baar. Ook uit dezen hoofde zijn er dus geen termen tot het
geven van een vergoeding,als door den Leeuwarder Bestuur-
dersbond gevraagd.