Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 193^-' BIJLAC-E NO. 1^2
Daarnaast worden dan in de hierachter afgedrukte ontwerp
verordeningen nog eenige veranderingen voorgesteld, welke
hierna, voor zoover noodig, zullen worden toegelicht. Op een
punt meenen wij echter in het bijzonder de aandacht te moeten
vestigen, omdat dit reeds eer enkele maal in Uwe Vergadering
ter sprake is gekomen. V/ij bedoelen de samenstelling van het
bestuur der instelling en speciaal de vraag, of in het regle
ment dienaangaande dwingende bepalingen moeten worden opgeno
men. Het wil ons voorkomen, dat dit laatste niet raadzaam is.
vóór alles toch is hst noodig, dat het bestuur bestaat uit
zooveel mogelijk onafhankelijke personen, die gezamenlijk be
schikken over een veelzijdig en grondig inzicht in sociale
toestanden en verhoudingen, ^it brengt mede, dat ook de samen
stelling van het besturend college veelzijdig moet wezen en
dat dus de Raad, die de leden er van benoemt, vrij dient te
zijn van hem in zijn keuze beperkende bepalingen. Artikel 3
van Ontwerp A is in dezen geest geredigeerd. Overigons zou
het de instelling naar ons gevoelen slechts ten goede komen,
wanneer ook na de reorganisatie gebruik kon worden gemaakt
van de kennis en ervaring, door de tegenwoordige Voogden der
Stads Armenkamer verkregen. In dit verband zij ook gewezen
op de jurisprudentie van de Kroon, laatstelijk neergelegd in
het Koninklijk besluit van 21 April Ijjk* waarbij in beroep
de goedkeuring aan het reglement voor de instelling van maat
schappelijk hulpbetoon der gemeente Leeuwarderadeel is ont
houden, o.m. uit overweging, dat, al verdient het in het al
gemeen aanbeveling dat in het burgerlijk armbestuur personen
zitting hebben, behoorende tot verschillende kringen der
bevolking, een beperking van de vrijheid tot benoemen, welke
wijst in de richting van belangenvertegenwoordiging van de
steunbahoeftigen, niet toelaatbaar is.
Tot toelichting van de ontworpen verordeningen moge thans
nog het volgende dienen.
Ontwerp A.
Lettende op de uitbreiding van de gemeentelijke bemoei
ingen op het gebied van steunverleening in allerlei vormen,
hebben wij, nu daarop van verschillende kanten prijs blijkt te
worden gesteld, den naam "Stads-Armenkamer" vervangen door
dien van "instelling voor maatschappelijk hulpbetoon".
Onderscheidene bepalingen van het bestaande reglement
zijn in de nieuwe verordening overgenomen; daarentegen konden
tal van artikelen van het oude reglement worden gemist. Zoo
is bijvoorbeeld de regeling betreffende het Stadsverzorgings
huis (artt. 30 t/m I4.5 van de bestaande verordening) vereen
voudigd door het instituut van de regenten (een speciale
commissie uit Voogden) te doen vervallen en het bestuur van
het Stadsverzorgingshuis op te dragen aan het Bestuur der
instelling voor maatschappelijk hulpbetoon, terwijl de dage-
lijksche leiding door het Bestuur zal worden opgedragen aan
de vader en moeder, onder toezicht van den secretaris der
instelling (zie de artt. 17 t/m 21 nieuw).
Alles wat voorts de interne werkwijze van het Bestuur
aangaat, kan worden neergelegd in een huishoudelijk
reglement, dat aan de goedkeuring van Burgemeester en Wet
houders ware te onder-,verpen (art. 7 nieuw).
De bepalingen betreffende de administratie kunnen, gelet
cp de veranderde positie van het bureau, waarop Ontwerp B
betrekking heeft, kort zijn. (zie de artt. 8 en 9 nieuw).
Voor het overige zullen de ontworpen artikelen TJ bij enkele
lezing duidelijk zijn.
Ontwerp B.
De positie van het bureau voor maatschappelijk hulpbe
toon is hierboven reeds medegedeeld; in aansluiting hierop is
zijn taak in deze verordening, met name in artikel 2 nader
omschreven.
288
van"LLeeuward^nt Tqz'31*6 der handelinSen van den gemeenteraad
IÜLbijlage no. 152.
zoektHze -nr®löftn5la^lmrnin.«^nvrasen om stGUn> ket onder-
J v-r/olgens, van ean advies voorzien,
door aan het bestuur der instelling. Dit laatste beslist.
3 Uitvoering van de beslissingen is weder aan het bureau
opgedragen. Deze taakverdeeling zal ongetwijfeld aan den
arbeid, zoovan het bestuur der instelling als van de
administratieve afdeeling, ten goede komen.
De dagelijksche leiding van het bureau berust bij een
door den Raad te benoemen directeur, die tevens ambtshalve
secretaris van het instellingsbestuur is en in deszelfs
vergadering een raadgevende stem heeft (artt. 3 van Ontwerpen
a en B). De indeeling en de administratie van het bureau
heeft plaats naar aanwijzing van Burgemeester en Wethouders
(art. 4). Eet de belangen van het personeel, thans bij de
öt&as-armenkamer in vasten dienst werkzaam, is rekening
gehouden door opneming van artikel 5.
OntwerpG bevat de instructie voor den Directeur. Bii-
zondere toelichting behoeft deze ontwerp-verordening na het
bovenstaande niet.
Ten slotte zij medegedeeld, dat wij uitteraard met het
College van Voogden der Stads-Armenkamer omtrent de voorge
nomen reorganisatie overleg hebben gepleegd. Als gevolg daar
van zijn in sommige artikelen van het oorspronkelijko ontwerp
A veranderingen aangebracht, ten einde aan de wenschen van
Voogden zooveel mogelijk tegemoet te komen. Ton aanzien van
ons voorstel in zake de invoering van een permanent voor
zitterschap bij de nieuwe instelling konden wij met Voogden
echter geen overeenstemming bereiken. Voogden toch zouden op
dit punt den bestaanden toestand willen behouden (een voor
zitterschap dat rouleert, zoodat ieder bestuurslid om de
maand als voorzitter fungeert)terwijl daarentegen ons
College zijn meening handhaaft, dat het de voorkeur verdient,
dat de wethouder, meer in het bijzonder met da zaken betref
fende het maatschappelijk hulpbetoon belast, ook van de
desbetreffende instelling het voorzitterschap bekleedt. Daar
het hier een belangrijk onderdeel van de reorganisatie be
treft, hetwelk naar ons gevoelen daaruit niet kan worden
gemist zonder het doel daarvan - gelijk dit hierboven is
uiteengezet - te schaden, hebben wij geen vrijheid kunnen
vinden om in art. 3 var. Ontwerp A wijziging te brengen.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergadering
in overweging tot vaststelling van de in ontwerp hierachter
afgedrukte verordeningen over te gaan.
Leeuwarden. 18 October 193if.
3urgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.