291
Bijlade cot her verslag der handelingen van den gemeente
raad van Leeuwarden, 193^"- BIJLAGE NO.152.
Art6
Ï.Be leden van het Bestuur mogen noch middellijk,noch
onmiddellijk deelnemen aan leveringen of aanneming ten
behoeve der Instelling,
2.De leden van het Bestuur mogen niet rechtstreeks of
zijdelings betrokken zijn bij leveringen,welke voor reke
ning der Instelling aan ondersteunden geschieden.
A rt7
De werkwijze van het Bestuur wordt overigens geregeld
bij huishoudelijk reglementhetwelk aan de goedkeuring
van Burgemeester en "ïethouders is onderworpen.
Viiil DE ADMINISTRATIE.
Art8
Voor de voorbereiding en de uitvoering van zijn beslui
ten en in het algemeen voor socialen en administratieven
arbeid,vereischt voor de vervulling van zijn taak,ontvangt
het Bestuur bijstand van het Bureau in overleg met den
Directeur daarvan,.
Art9'
Het eerste onderzoek naar de omstandigheden van de
aanvragers,alsmede het voortdurend doen nagaan,of de omtrent
de ondersteunden rekende gegevens,waarop tot ondersteuning
is besloten,juist zijn,dan wel welke veranderingen van
omstandigheden hebben plaats gehad,wordt uitsluitend op
gedragen aan het Bureau.
VAN DEN ÏÏERKKRING DER INSTELLING IN HET ALGEMEEN.
Art10
1.Het Bestuur verleent,op de wijze in de volgende arti
kelen omschreven,ondersteuning en geeft bestemming aan de
inkomsten van de Instelling.
2.Het overige beheer van de gelden geschiedt door het
Bureau overeenkomstig de door Burgemeester en Wethouders
te stellen regelen-
Art.11.
1.Betreffende tot zijn werkkring behoorende zaken dient
het Bestuur den Raad,Burgemeester en Wethouders en den
Burgemeester van bericht en raad.
2.Het is bevoegd den Raad en Burgemeester en Wethouders
voorstellen te doen betreffende zijn werkkring.
3.Het Bestuur zendt zijn aan Gedeputeerde Staten der
Provincie gerichte verzoeken om goedkeuring of machtiging,
overeenkomstig de bepalingen der Armenwet,tot het doen
van handelingen,als in die wet genoemd,vooraf bij Burge
meester en Wethouders in,die deze verzoeken met hun advies
aan genoemd College doorzenden.
irA DE VERLEENING VAN ONDERSTAND.
Art.12.
1.Het Bestuur bes"! ist omtrent iedere aanvrage om onder
stand en geeft van zijn beslissing kennis aan den aanvrager.
2.De ondersteuning kan bestaan in datgene,wat kan strek
ken tot voorkoming,opheffing of leniging van armoede,mede
door opneming in het hierna te noemen Stads Verzorgingshuis,
een en ander met inachtneming van de artt.28 en volgende
van de Armenwet
3.Geen ondersteuning wordt verleend,dan nadat vanwege
het Bestuur door he Bureau een grondig onderzoek heeft
plaats gehad naar de omstandigheden van den aanvrager en
eveneens van diens gezin.
Dit onderzoek omvat,zoo noodig,mede den gezondheidstoestand
van den aanvragervan zijn gezin of van het gezin,waarin
hij is of wordt uitbesteed.
Bijlage tot net verslag der handelingen van den gemeente
raad van Leeuwarden, 193'+. BIJLAGE NO. 152.
+.De wijze van uitkeering van de ondersteuning wordt,
met inachtneming van hetgeen in de volgende leden van dit
artikel is bepaald,door het Bestuur geregeld.
5.Ingeval tevens door een kerkelijke of andere instelling
van weldadigheid ondersteuning wordt verleend,zal de uitrei
king van de bijdrage van het Bestuur bij voorkeur mede door
die instelling geschieden.
6.Be uitreiking van ondersteuning kan tevens worden op
gedragen aan andere vereenigingen of instellingen,die de
zedelijke en maatschappelijke opheffing van personen beoogen,
alsmede aan besturen van plaatselijke afdeeiingen van werk-
'loozenkassen.
7-L- gevallen,bedoeld in de beide voorgaande leden,zal het
Bestuur zich er van overtuigen,dat de uitkeering op de
juiste wijze plaats heeft.
8.Aanvragen om steun,gedaan door de leden van werkloozen-
kassen,kunnen bij het Bureau worden ingediend door tusschen-
komst van de besturen dier werkloozenkassen.
9.De verstrekking van geneeskundige en verloskundige
hulp enz.geschiedt volgens de bepalingen,vervat in de ver
ordening op den genees-,heel- en verloskundigen dienst voor
behoeftigen in de gemeente Leeuwarden en voorts met inachw
neming van de ter zake door Burgemeester en Wethouders vast
gestelde uitvoeringsvoorschriften.
Art.13*
1.Het Bestuur kan aan den te verleenen steun zoodanige
voorwaarden verbinden,als het bevorderlijk acht aan de op
heffing van den betrokkene uit den staat van armlastigheid.
2.De voorwaarden,bedoeld in het eerste lid van dit artikel,
mogen niet in strijd zijn met de godsdienstige overtuiging
van den betrokkene.
3.Het Bestuur kan beslissen,dat de te verleenen onder
stand aan een ander dan den ondersteunde zelf zal worden
uitgereikt.
Art.1+.
In gevallen,waarin Let verstrekken van ondersteuning
niet zonder öevaar voor het leven of de gezondheid vanden
arme kan worden uitgesteld totdat het Bestuur een beslis
sing heeft genomen,kan de Secretaris in overleg met den
Voorzitter een voorloopige ondersteuning jever. om in de
dringendste behoeften te voorzien. In dat geval doet hij
in de eerstvolgende vergadering hiervan mededeeling aan het
bestuur.
Art.15.
Ondersteuning' door uitbesteding,hetzij in een inrichting,
hetzij bij particulieren,wordt alleen verstrekt aan weezen,
halfweezen en verlaten of tijdelijk onverzorgde kinderen,
aan oude lieden en voorts aan personen,die als maatschappe
lijk ond-erge schikt en zijn te beschouwen. Bij steun aan ver
laten of onverzorgde kinderen vergewist het Bestuur zich
vooraf,of toepassing van art.439a van het Burgerlijk Letboek
is uitgesloten.
Art.16.
Ten aanzien van de vanwege het Bestuur uitbestede kinde
ren zijn de navolgende bepalingen van toepassing»
a.Hec gezin,waarin de uitbesteding plaats zal hebben,
dient waarborgen te geven,dat het kind,hoewel bezig gehouden,
niet zal worden rebruikt als werkkracht en voorts voor goede
lichamelijke verzorging,algemeene reinheid en geneeskundige
verpleging,voor maatschappelijke en eventueel godsdienstige
opvoeding,voor pass.end school- en vakonderwijs.