Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1934. maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de schoolgeldlijsten die in de laatste maand van het cursusjaar of later aan den gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 4. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering overeenkomstig de voorschriften van artt. 258 tot en met 261 der Gemeentewet. maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de schoolgeld kohieren die in de laatste maand van het leerjaar of later aan den Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 6. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering der in art. 5 be doelde schoolgelden overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 291 tot en met 294 der Gemeentewet. ONTWERP K. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1 Het schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeen telijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonder wijzeressen te Leeuwarden wordt geheven overeen- komstia onderstaande tabel. Inkomen waarnaar de aanslag in de belasting is geregeld van degenen die volgens art. 6 schoolgeldplichtig zijn. Verschuldigd bedrag per leerling en per jaar beneden 800. 800. 1100. 1400. 1800. 2200.— 2600.- 3000.- tot beneden 1100.- 1400- 1800- 2200- 2600- 3000- en hooger vrij 5. 10. 15. 20. 25. 30. 35. Art. 7. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1935. Alsdan vervalt de verordening op de invordering van schoolgeld voor den gemeentelijken cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huishoudschool (gemeenteblad 1925 no. 27), zooals die opnieuw gewijzigd is vast gesteld (gemeenteblad 1926 no. 5), behalve voorzooveel betreft de aan het leerjaar 1934/35 voorafgaande leer jaren. VERORDENING tot heffing van school geld voor het onderwijs aan den ge meentelijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen. Artikel 1 Ter tegemoetkoming in de voor rekening der ge meente blijvende kosten van den gemeentelijken cursus voor opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen wordt ten behoeve van de gemeente schoolgeld geheven. Art. 2. Het schoolgeld bedraagt Inkomen Verschuldigd bedrag per leerling en per jaar beneden 800. 800- 900.— 1000.— 1100. 1200. 1300. 1400.- 1500.- 1600.— 1700.- 1800. 1900. 2000.— 2100.— 2200.— 2300.— 2400.- 2500.- 2600.- 2700.- 2800.- 2900.— 3000.- 3100.- 3200.- tot beneden 900. 1000. 1100. 1200. 1300. HOO DOO. 1600. 1700. 1800. 1900.. 2000.- 2100.- 2200.. 2300.. 2400.. 2500.- 2600.- 2700.. 2800.. 2900.. 3000.. 3100.. 3200.. 3300- vrij 5.— 6.75 8.50 10.25 12.— 13.75 15.50 17.25 19.- 20.75 22.50 24.25 26.- 27.75 29.50 31.25 33.- 34.75 36.50 38.25 40.— 41.75 43.50 45.25 47.— Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1934. Bijlage no. i 75. Verschuldigd bedrag per leerling en per jaar 3300.tot beneden 3400. 48.75 3400.— 3500.— 50.50 3500.—3600.— 52.25 3600.-3700.- 54.— 3700.—3800.— 55.75 3800.-3900.— 57.50 3900.—4000.— 59.25 4000.-4200.- 62.75 4200.—4400.— 66.25 4400.—4600.— 69.75 4600.—4800.- 73.25 4800.—5000.— 76.75 5000.en hooger80.25 Voor de toepassing van het bovenstaande wordt onder het aantal minderjarige kinderen, bedoeld in artikel 6, verstaan het aantal minderjarige eigen of aan gehuwde kinderen en pleegkinderen, genomen volgens den toestand op 1 Mei voorafgaande aan het leerjaar of, bij vestiging binnen het Rijk na dien datum, op het tijdstip van vestiging. Het verschuldigd bedrag wordt steeds berekend over het gezamenlijk inkomen der ouders, ook in die ge vallen waarin dit niet voor de Rijksinkomsten- en Ge meentefondsbelasting geschiedt. Waar in deze verordening gesproken wordt van „leerjaar'' wordt daaronder verstaan het tijdvak van 1 September tot en met 31 Augustus. Art. 3. Indien meer dan één leerling uit hetzelfde gezin ge lijktijdig een gemeentelijke inrichting van onderwijs, met uitzondering van de stedelijke muziekschool, be zoekt, wordt het schoolgeld voor den tweeden leerling met twintig, den derden met veertig, den vierden met zestig en den vijfden met tachtig ten honderd vermin derd en is voor de volgende leerlingen geen schoolgeld verschuldigd. De volgorde der vermindering in het eerste lid be doeld, geschiedt volgens den leeftijd der leerlingen, met dien verstande, dat de oudste leerling als de eerste wordt beschouwd. Is het schoolgeld niet voor alle leerlingen gelijk, dan wordt de leerling, voor wien het hoogste schoolgeld verschuldigd is, als de eerste beschouwd en heeft de vermindering plaats in volgorde van de hoegrootheid van het schoolgeld. Art. 3. De schoolgeldplichtigen zijn verplicht op aanvraag van den controleur der gemeentebelastingen binnen 20 dagen aan dezen ter inzage over te leggen hun aanslag biljet (of duplicaat daarvan) in de belasting. Indien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt voldaan, wordt de aanslag naar het hoogste schoolgeld opgelegd. Art. 4. Overeenkomstige rijks- en bijzondere inrichtingen worden te dezen met gemeentelijke gelijkgesteld, in dien de beheerders of besturen van die inrichtingen ten genoegen van Burgemeester en Wethouders de ver plichting hebben aanvaard om naar denzelfden maat staf als in artikel 3 is vermeld vermindering toe te staan en bij die vermindering rekening te houden met leerlingen in de gemeente schoolgaande op andere rijks-, gemeentelijke- of bijzondere inrichtingen als bovenbedoeld. Art. 5. De schoolgeldplichtigen zijn gehouden op aanvraag van den Controleur der gemeentebelastingen binnen 20 dagen na dagteekening van het daartoe gedaan verzoek, aan dezen ter inzage over te leggen hun aanslagbiljet (of duplicaat daarvan) in de Rijksinkomsten- en Ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 510