Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935- BIJLAGE NO. 15. BIJLAGE NO. 15. Aan den Gemeenteraad. Ingevolge Uw besluit van 8 Mei 193^4-* no* 157^/89werd het restant ad f. 2.501.220.79 van de op 2 Juli 1928 met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te 1s-Gravenhage gesloten Ipgannuiteitsleening vroot f. 2.J+OI4..732.68 op 2 Juli 193^4- geconverteerd in een vijftigjarige annuiteitsleening tegen parikoers. Hierdoor werd, 2) oals wij in ons betreffend voorstel (bijlage no. 69) mededeelden, voor de gemeente een besparing van uitgaven verkregen van f. II876.25 per jaar. Waar de leening geheel ten behoeve van woningcomplexen was opgenomen, besloot Uwe Vergadering in hare zitting van 18 September 193^> cp ons daartoe strekkend voorstel (bijlage no. 132), de voor die woningcomplexen verschuldigde annuïtei ten in totaal met gemelde som ad f. II876.25 te verminderen. Het gevolg daarvan zal zijn, dat, bij gelijke huur als thans wordt betaald, de tekorten dier complexen tezamen met genoemd bedrag zullen verminderen. Aangezien de tekorten voor 4 ge deelte door het Rijk en voor |- gedeelte door de gemeente worden gedragen, zou de gemeente, die de voordeeliger voor waarden der ïeening heeft weten te bedingen slechts deel van het voordeel genieten, terwijl daarvan f gedeelte ten goede van het Rijk zou komen. Bij een bespreking met den Directeur- Generaal van de Volksgezondheid te s-Gravenhage is ons ge bleken, dat het Rijk niet van de in dezen door de gemeente verkregen voordeelen wenscht te profiteeren. Om net echter der gemeente mogelijk te maken het geheele voordeel (althans het bovengemelde f- gedeelte) te haren behoeve aan te wenden zal het noodig zijn, dat de woningvereenigingen de oude (bestaande) annuïteit aan de gemeente blijven doorbetalen. In dat geval blijft het Rijk, als tot dusverre, f- gedeelte bijdragen in het exploitatietekort, terwijl de gemeente het resteerende t gedeelte aanzuivert. Voor de exploitatie-uit komsten van de betreffende woningcomplexen maakt het derhalve geen onderscheid of de oude dan wel de nieuwe annuïteit wordt betaald. Het verschil tusschen de beide hierbedoelde annuï teiten zal, in navolging van hetgeen de Regeering ten aanzien van de Rijks woningwetvoor schotten heeft voorgeschreven, in een gemeentelijk fonds voor huurverlaging worden gestort, ten einde daaruit zooveel mogelijk de verliezen, ontstaan door in te voeren huurverminderingen te bekostigen, voor zoover die verliezen niet op andere wijze kunnen worden gevonden. Ten einde de bovenomschreven maatregelen te kunnen bewerkstelli gen is het noodig, dat Uw vorenaangehaald besluit van 18 September I93I+ wordt ingetrokken. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten: a. in te trekken Uw besluit van l8 September 19 3^4-» no. 320R/205; b. het verschil ad f. II876.25 per jaar, tusschen de annuïteiten, welke ingevolge besluit van 7 Augustus 1928, no. 26IR/167 door de daarin genoemde woningvereenigingen en het Gemeentelijk Woningbedrijf aan de gemeente verschuldigd zijn en de annuïteit welke In verband met het besluit van 8 Mei 19314., no. I57R/89 door de gemeente verschuldigd is aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te s-Gravenhage, te storten in een fonds, dat zal worden beheerd door Burgemeester en Wethouders en waaruit de gelden, benoodigd tot dekking van huurverlaggingen, zullen worden bestreden. Leeuwarden, Januari 1935* Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 5 Februari 1935*

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1935 | | pagina 190