iav ex;
-
ao
118
'ts*/.-.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1935. BIJLAGE NO. 60.
BIJLAGE NO. 60.
Aan den Gemeenteraad.
Als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen, krachtens Uw
desbetreffend besluit toegepast op de school van middelbaar
onderwijs voor meisjes, zijn aan verscheidene der aan die
school verbonden docenten minder lesuren opgedragen. Tevens
heeft Uwe Vergadering, teneinde de noodlg geoordeelde bespa
ring van uitgaven zooveel mogelijk te bevorderen, op ons voor
stel besloten enkelen van deze docenten mede een tijdelijke
aanstelling te geven aan het gymnasium en de gemeentelijke
hoogere burgerschool, met de vooropgezette bedoeling hunne
z.g. garantie-uren productief te maken.
Belanghebbenden hebben zich bereid verklaard deze garantie
uren aan de laatstgenoemde soholen te geven, maar hebben er
bezwaar tegen geopperd, dat ten gevolge daarvan hun jaarwedde
en pensioensgrondslag aan de school van middelbaar onderwijs
voor meisjes naar beneden gaat. Bij een tijdelijke aanstelling
aan aen andere school toch wordt de jaarwedde aan de middelbare
meisjesschool berekend naar het werkelijk aantal lesuren, op
welk bedrag eveneens de pensioensgrondslag wordt vastgesteld,
terwijl voor de tijdelijke betrekking aan een andere school
een afzonderlijke belooning wordt toegekend. Voor deze laatste
functie wordt ingevolge de bepalingen der Pensioenwet eerst
een pensioensgrondslag vastgesteld, wanneer de belanghebbende
twee jaar als zoodanig werkzaam is geweest. Aangezien de moge
lijkheid inderdaad bestaat, dat de betrokkenen hiervan nadeel
ondervinden, achten wij hot billijk, dat deze bezwaren wordon
ondervangen. Dit kan geschieden door do genoten jaarwedde
(c.q. pensioensgrondslag) aan de middelbare meisjesschool in
tact te laten en het personeel voor de garantie-uren te werk
te stellen aan de meergenoemde andere soholen.
Het ligt evenwel in onze bedoeling deze "detacheering"
niet tot die garantie-uren te beperken, maar haar eveneens toe
te passen, als om de een of andere reden in lessen aan andere
scholen moet worden voorzien. Indien zij als algemeens regel
in den vorm eener verplichting der leeraren in de verordeningen
wordt opgenomen, zullen benoemingsbesluiten, waarbij een
leeraar voor korteren of langeren duur aan een school wordt
werkzaam gesteld, daartoe niet meer noodig zijn, waarmede tevens
wordt voorkomen dat in Uwe Vergadering benoemingen aan de orde
worden gesteld, waarop gewoonlijk reeds is vooruitgeloopen,
omdat plotseling in de lessen moest worden voorzien.
Het spreekt vanzelf, dat geen lessen aan andere inrich
tingen van onderwijs zullen worden opgedragen, dan nadat
Curatoren van het gymnasium of de Commissie van Toezicht op
het middelbaar onderwijs en de Inspecteur van het gymnasiaal
en het middelbaar onderwijs daarover zijn gehoord*
Uit de hierbij overgelegde brieven van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van de genoemde commis
sie blijkt, dat dezen zich met de daarvoor noodige aanvulling
van de betrekkelijke verordeningen kunnen vereenigen. Curatoren
van het gymnasium, die ons da bezwaren van den Rector tegen
detacheering hebben voorgelegd, deelen mede, dat hun stand
punt in deze aangelegenheid is hetgeen artikel 17 öer Hoogor
Onderwijswet omtrent de benoeming van leeraren bepaalt.
Bedoeld artikel 17 zegt, dat de leeraren der gymnasia worden
benoemd door den Gemeenteraad,-die vooraf een aanbevelings
lijst van benoembaren ontvangt, door Curatoren na verhoor van
den Inspecteur (wiens advies aan den Gemeenteraad wordt