119
E. schotman Secretaris.
120
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 1935» BIJLAGE NO. 60.
overgelegd) opgemaakt. Wij merken naar aanleiding hiervan op,
dat, zooals uit de nieuw voorgestelde artikelen blijkt, ook
bij detaoheering het advies van Curatoren en van den Inspec
teur zal worden ingewonnen. Wanneer nu de tewerkstelling van
de leeraren door ons College geschiedt uit kracht van een
door Uwen Raad vastgestelde verordening, dan is het bezwaar
van Curatoren onzes inziens tot een minimum teruggebracht en
komt het verschil tusschen deze wijze van tewerkstellen en
benoeming volgens het aangehaalde artikel 1? hierop neer, dat
in het eerste geval Burgemeester en Wethouders het initiatief
nemen en in het laatste geval Curatoren.
Detaoheering zal overigens alleen plaats vinden, indien
het belang van het onderwijs aan de betrokken inrichting zich
daartegen niet verzet. Mocht dit laatste wel het geval zijn,
dan zal zulks al dadelijk blijken uit de in te winnen adviezen
van Curatoren, de Commissie van Toezicht en den Inspecteur van
het gymnasiaal en middelbaar onderwijs. De in de stukken ge
uite meening, dat het onmogelijk is reeds in functie zijnde
leeraren zonder hunne goedkeuring te detacheeren, is onjuist.
Immers, in alle benoemingsbesluiten van docenten is de bepa
ling opgenomen dat zij benoemd worden "op de bestaande of
nader vast te stellen verordeningen en instruction"
Wij deelden hiervoor reeds mede, in welke gevallen te
werkstelling aan andere scholen zal plaats vinden en dat zij
niet zal geschieden dan nadat de onderscheidene instantie's
zijn gehoord. De bevoegdheid cm in ieder afzonderlijk geval
te beslissen, ware aan ons College over te laten. Na overleg
met den Inspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs
zijn de hieronder voorgestelde veranderingen der desbetreffende
verordeningen in dien zin geredigeerd. Die wijzigingen zullen
voorts geacht moeten worden te zijn ingegaan 1 September I95I4.;
de hierboven bedoelde tijdelijke benoemingen dienen te worden
ingetrokken.
Wij geven Uwe Vergadering, onder overlegging van de stukken,
in overweging:
a. de besluiten van 28 Augustus 193U no. 312R/198 en
no. 290R/200, 18 September 19 3ft, no. 33IR/206 (sub II) en 9
October 193^-» no« 3^Iï/217, houdende benoeming van tijdelijke
leeraren(essen) aan het gymnasium en de gemeentelijke hoogere
burger- en hoogere handelsschool, in te trekken;
b< tot vaststelling van de in ontwerp hierachter afge
drukte varordeningen over te gaan»
Leeuwarden, ft April 1935»
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. van BEIJMa, Burgemeester.
-p.J.00 ebmeone*) eb nrv rto inrm .et «ah
Bijlage tot het verslag dor handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 1955* BIJLAGE NO. 60.
ONTWERP A.
VERORDENING tot wijziging van de verordening tot
vaststelling van het getal en de jaarwedden der
leeraren enz. aan het gymnasium (gemeenteblad
1926 no. 8 en 193ft no. 13)
Artikel I.
Na artikel 2 van bovengenoemde vorordoning wordt inge
voegd een nieuw artikel, luidende als volgt;
"Art, 2bis.
De leeraren zijn verplicht om, Indien hun dit door Burge
meester en Wethouders, na ingewonnen advies van curatoren, de
oommissie van toezioht op het middelbaar onderwijs en den
inspecteur van het gymnasiaal en het middelbaar onderwijs,
wordt opgedragen, ook aan de inrichtingen van middelbaar onder
wijs, mot uitzondering van de inrichtingen voor avondonderwijs,
les te geven in de vakken, waarvoor zij bevoegdheid bezitten.".
Art. II.
Deze verordening wordt geacht In werking te zijn getreden
op 1 September 193ft»
I J 'U
b? 1,5 flfcis ïi gfljblisv: ril irtoxs&s dó-iow ■vuxlnabTO-'iev ©sort
1- 7 7',:
ONTWERP B.
VERORDENING tot wijziging van de verordening, regelen
de de jaarwedden der docenten, enz., aan de
school van middelbaar onderwijs voor meisjes
(gemeenteblad 1926 no. 30, 1927 no. 10 en 193ft
nolft)
Artikel I.
Na artikel 9 van bovengenoemde verordening wordt inge
voegd een nieuw artikel, luidende als volgt:
"Art. 9bis.
De leeraren zijn verplicht om, indien hun dit door Burge
meester en Wethouders, na ingewonnen advies van de commissie
van toezicht op het middelbaar onderwijs, eventueel van cura
toren van het gymnasium, en van den inspecteur van het gymnasi
aal en het middelbaar onderwijs, wordt opgedragen, ook aan
andere inrichtingen van middelbaar onderwijs, met uitzondering
van de inrichtingen voor avondonderwijs, en aan het stedelijk
gymnasium les te geven in de vakken, waarvoor zij bevoegdheid
bezitten.
Art. II.
Deze verordening wordt geacht In werking te zijn getreden
op 1 September 193^*