158 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1955* BIJLAGE NO. 82. Artikel 19 (oud 18)lid 1. De verdeeling van de leer vakken onder de leeraren, enz., volgens de bestaande veror dening geschiedende door Curatoren, na ingewonnen raad van den Rector, kan gevoegelijk aan den Rector worden overgelaten, zij het onder goedkeuring van Curatoren. Met het oog op de praktijk is het beter in het tweede lid Juli' te lezen in plaats van Juni. Artikel 22 (oud 20bis)In de redactie van dit artikel is wijziging gebracht, ten einde duidelijker te doen uitkomen, dat het voor de derde maal plaats nemen in eenzelfde klasse hooge uitzondering moet zijn en slechts in buitengewone om standigheden door Curatoren zal worden toegelaten. Artikel 26 (oud 2I4.) tweede lid. Met Curatoren zijn wij van oordeel, dat voor de hierbedoelde aanbeveling twee perso nen voldoende zijn. Hoofdstuk V (artikelen 52, 3^ 9n 3b> °ud) heeft door den tijd, sinds de vaststelling verloopen, zijn beteekenis verlo ren en kan dus vervallen. De verdere wijzigingen, in onderscheidene artikelen aan gebracht, behoeven geen toelichting, daar zij van zuiver redactioneelen aard zijn. Wij hebben daarom in de kolom "bestaande redactie" alleen die artikelen doen afdrukken, welke hierboven afzonderlijk zijn besproken. Op grond van het vorenataande geven wij Uwe Vergadering in overweging; a. tot vaststelling van de in ontwerp hierbijgaande verordening voor het gymnasium te Leeuwarden over te gaanj b. de verordening voor het gymnasium te Leeuwarden van 31 December 1878 (gemeenteblad no.li].), zooals die sindsdien is gewijzigd, in te trekken. Leeuwarden, l6 Mei 1935# Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935. BijldOd VlO. 82. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. Tot het afleggen van het toelatings-examen voor het eerste of een hooger studiejaar wordt jaarlijks gelegen heid gegeven op een door Curatoren te bepalen, door den Rector openlijk bekend te maken, dag in de maand juli. Art. 3. Het examen voor de toelating tot het eerste studie jaar van het gymnasium betreft het lezen, schrijven, rekenen, de beginselen der Nederlandsche taal. der aardrijkskunde en der geschiedenis. Van dit toelatingsexamen kan de candidaat-leerling geheel of gedeeltelijk door curatoren, op voorstel van den rector en de betrokken leeraren, worden vrijgesteld, indien hij a. of eene lagere school in den zin van de Lager onderwijswet 1920 heeft doorloopen b. of bij bijzondere begaafdheid het onderwijs aan eene lagere school tot en met tenminste het zesde leer jaar heeft gevolgd en eene verklaring van het hoofd der laatstelijk door hem bezochte school overlegt, die positieve aanwijzin gen bevat omtrent zijn geschiktheid voor het met vrucht volgen van het onderwijs, zijn bekwaamheid en ijver. Door den rector worden, voor zooveel noodig, nog nadere inlichtingen ingewonnen bij het betrokken hoofd der lagere school c. of blijkens een door hem over te leggen schrif telijk bewijs, met voldoenden uitslag heeft afgelegd het examen tot toelating aan een gymnasium, hoogere bur gerschool of lyceum. Art. 2. Indien iemand tusschentijds in eene der klassen van het gymnasium wenscht te worden opgenomen en deze wensen naar het oordeel van Curatoren door bijzondere omstandigheden gewettigd wordt, kan aan hem de gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van een buitengewoon toelatingsexamen. ONTWERP. VERORDENING voor het gymnasium te Leeuwarden. HOOFDSTUK I. Over de toelating van de leerlingen. Artikel 1. Iemand kan slechts als leerling tot het gymnasium worden toegelaten, nadat hij met gunstig gevolg het toelatingsexamen heeft afgelegd. Tot het afleggen van dit examen wordt jaarlijks ge legenheid gegeven op een door Curatoren te bepalen, door den Rector openlijk bekend te maken, dag in de maand Juli. Art. 2. 0 Van het toelatingsexamen kan een candidaat-leerling geheel of gedeeltelijk door Curatoren, op voorstel van den Rector en de betrokken leeraren, worden vrij gesteld voor de eerste klasse, indien hij a. of een lagere school in den zin van de Lager Onderwijswet 1920 heeft doorloopen; b. of, bij bijzondere begaafdheid, het onderwijs aan een lagere school tot en met ten minste het zesde leer jaar heeft gevolgd; en in beide gevallen een verklaring van het hoofd der laatstelijk door hem bezochte school overlegt, posi tieve aanwijzingen bevattende omtrent zijn geschiktheid voor het met vrucht volgen van het onderwijs, zijn bekwaamheid en zijn ijver. Voor zooveel noodig, wint de Rector nog nadere inlichtingen bij het betrokken hoofd der lagere school in; c. of, blijkens een door hem over te leggen schriftelijk bewijs, met voldoenden uitslag heeft afgelegd het examen tot toelating tot een gymnasium, hoogere burgerschool of lyceum; voor een hoogere klasse, indien hij een verklaring van het hoofd der laatstelijk door hem bezochte school overlegt, positieve aanwijzingen bevattende omtrent zijn geschiktheid voor het met vrucht volgen van het onder wijs in de klasse, waartoe hij toelating vraagt, alsmede omtrent zijn bekwaamheid en zijn ijver. Art. 3. Iemand kan tusschentijds als leerling worden toege laten, indien Curatoren dit door bijzondere omstandig heden gewettigd achten. Op deze toelating zijn artikel 1, eerste lid, en artikel 2 van toepassing. HOOFDSTUK II. Over de verplichtingen van den Rector en de leeraren. Art. 4. Onder toezicht van Curatoren heeft de Rector het bestuur over het gymnasium. Hij zorgt voor het na komen van de algemeene en bijzondere verordeningen en geeft tot handhaving van orde en tucht zoodanige aanwijzingen, als hem geschikt voorkomen. In alle zaken, de schooltucht of de inwendige huishouding van het gymnasium betreffende, gedragen zich de leeraren naar zijn beslissing, behoudens beroep op Curatoren. De Rector en elke leeraar is gehouden, na bekomen uitnoodiging, de vergadering van Curatoren bij te 159

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1935 | | pagina 287