220 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935. BIJLAGE NO. 115. BIJLAGE NO. 115. Aan den Gemeenteraad, In ons voorstel van 18 Juli j.l. (bijlage no. 106) tot vaststelling van rooilijnen voor de bebouwing op enkele per- ceelen grond nabij den Groningerstraatweg deelden wij U reeds mede, dat ten aanzien van een aan de Woningvereeniging "Leeuwarden" toebehoorend terrein, dat niet begrepen is in het ontworpen algemeene uitbreidingsplan der gemeente, en dat evenmin als een deel der bebouwde kom kan worden beschouwd, een partieel uitbreidingsplan met bijbehoorende bebouwings voorschriften in bewerking was. Op de hierbij overgelegde teekening is het betreffende terrein, dat gelegen is aan de Geraniumstraat, nader aangeduid. In overeenstemming met de wettelijke bepalingen heeft het bedoelde plan voor een ieder ter inzage gelegen ter Se cretarie der gemeente van 17 Juni j.l. af gedurende vier weken, welke ter inzageligging door het Hoofd van het ge meentebestuur op de bij de wet voorgeschreven wijze ter al gemeene kennis is gebracht en waarbij belanghebbenden er op zijn gewezen dat bezwaren tegen het plan binnen de bovenge- melden termijn bij Uwen Raad konden worden ingediend. Van de laatstgenoemde gelegenheid heeft hot Bestuur der Woningver eeniging "Leeuwarden" gebruik gemaakt. Het Vereenigingsbestuur wijst er in zijn bezwaarschrift op, dat uit een omstreeks 13 April j.l. ingezonden bouwplan van lj.8 woningen voldoende blijkt dat hot terrein zal worden bestemd voor kleine eengezinswoningen, zoodat bebouwings voorschriften, welke deze bestemming nader vastleggen, geheel overbodig zijn, terwijl voorts onder de gebruikelijke voor waarden vergunning is verleend tot het doortrekken van de Anemoonstraat en de Geraniumstraat, in verband waarmede, volgens het bezwaarschrift, het bestemmen tot openbare straat eveneens overbodig is. Hoewel uit het, ook bij het bezwaarschrift overgelegde, bouwplan blijkt, dat het terrein vermoedelijk met ij.8 kleine eengezinswoningen zal worden bebouwd, is hot ons niet duide lijk om welke reden het vaststellen van voorschriften voor die bebouwing hier overbodig zou zijnj daartegen kan, dunkt ons, dan te minder bezwaar bestaan. Het bezwaar tegen opneming in de bebouwingsvoorschriften van de bestemming van een deel van den grond tot openbare straat kan gevoeglijk onbesproken blijven, daar het hier slechts betreft het doortrokken van reeds bestaande straatgedeelten, zoodat tegen opneming daarvan in genoemde voorschriften geen bedenkingen kunnen rijzen. Verder richt het bezwaarschrift zich zoowel tegen de voorgeschreven minimum- als tegen de maximum gevelbreedte van de te stichten woningen, daar volgens den adressant do eerste een beletsel zal zijn om de kleinste woningen tegen een zoo laag mogelijke huur te verhuren, terwijl de maximum-breedte aan een behoorlijke hoekoplossing moeilijkheden in den weg legt. Op de gronden, vermeld in het hierbij gaande rapport van den Directeur der Gemeentewerken, waarmede wij ons kunnen vereenigen, zijn wij van oordeel, dat aan de geeischte mini- mui; gevelbreedte van i^.80 Meter per woning moet worden vast gehouden en dat een mindere breedte hier niet toelaatbaar is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1935 | | pagina 330